NatuurdagboekKoos Dijksterhuis
Waarom ik op de pinksterbloem stem als nationale bloem
In navolging van de verkiezingen van het mooiste nationale park, de nationale vogel en de vogel des vaderlands, is er nu ook de verkiezing van de nationale bloem. Wat een vogel of bloem eraan heeft om tot nationaal symbool verkozen te worden, is onbekend. Maar ik gun ieder zijn verzetje. Een verkiezing is een wedstrijd, en veel mensen vinden wedstrijden leuk, al valt de opkomst bij sommige verkiezingen vaak tegen.
De bloemenshortlist bevat vijf soorten: pinksterbloem, paardenbloem, madeliefje, kievitsbloem en fluitenkruid. Stemmen kan tot vrijdag 2 juni, de uitslag wordt zondagochtend bekend gemaakt op Radio 1 bij Vroege Vogels. Mijn eigen shortlist bevat wel honderd soorten. Parnassia, bosanemoon en pinksterbloem delen de eerste plek, hoewel ik een andere keer wellicht speenkruid, paardenbloem en kievitsbloem op 1 zet.
Elke lente een feestelijk afwachten
De pinksterbloem kan mij zeer bekoren. Mijn gazonnetje staat er vol mee, zoals ooit de weilanden. Ik maai dat veldje in de nazomer, en haal het maaisel weg om de grond te verarmen. Op arme grond krijgen pinksterbloemen meer kans tussen de grassen. Het is elke lente een feestelijk afwachten hoe lila het gras kleurt. Eerder maaien zou behalve bloemen ook rupsen van oranjetipjes kunnen wegscheren. De pinksterbloem is de meest geliefde waardplant van die prachtige vlinders.
De pinksterbloem is tevens waardplant van de pinksterbloemlangsprietmot, die ik ook elke lente aantref. Die is klein en wordt meestal door mensen over het hoofd gezien. Terwijl het vlindertje een schoonheid heeft waarbij Miss Universe, om in verkiezingssferen te blijven, verbleekt. De vleugels van het beestje op een glanzende, oranjebruine mantel. De antennes die aan weerszijden uit het gezichtje krullen: ze zijn beter gelukt dan de snor van Dali.
Alleen al vanwege de pinksterbloemlangsprietmot zou ik op de pinksterbloem stemmen.
Drie keer per week schrijft bioloog Koos Dijksterhuis over iets wat groeit of bloeit. Lees hier zijn eerdere Natuurdagboeken.