Helpers van Richard Tepe bij uit een boom gezaagd nest van jonge Blauwe reigers, Gietelo (1911). Beeld Richard Tepe / Nederlands Fotomuseum
Helpers van Richard Tepe bij uit een boom gezaagd nest van jonge Blauwe reigers, Gietelo (1911).Beeld Richard Tepe / Nederlands Fotomuseum

Natuurfotografie

Voor een goede vogelfoto zaagde Richard Tepe de boom gewoon om

Duizenden foto’s van de Nederlandse pionier van de natuurfotografie Richard Tepe (1864-1952) zijn in het publiek domein gekomen nu het copyright is verlopen. ‘Een goudmijn voor natuuronderzoek.’

Rob Buiter

De website waarneming.nl is voor natuurliefhebbers en -onderzoekers tegenwoordig dé plek om waarnemingen van planten en dieren te registreren en na te zoeken. Letterlijk miljoenen waarnemingen worden er nu ieder jaar aan toegevoegd. De oudste waarnemingen die aan de database zijn toegevoegd gaan terug tot in de late Middeleeuwen.

De – nu nog springlevende – Amsterdamse vogelaar Ruud Vlek registreert bijvoorbeeld dat er op 1 mei 1462 in de binnenstad van Utrecht tien bezette nesten van ooyevaars zijn aangetroffen. Zijn ‘waarneming’ deed Vlek in een oude publicatie van de stadsraad van Utrecht, die verordonneerde ‘dat niemant enighe oudevaders en schiete op enighen kerken ofte husen.’ Een Middeleeuws jachtverbod op ooievaars dus!

“Een voorwaarde voor het invoeren van zo’n waarneming, is dat de datum en de plaats goed gedocumenteerd zijn”, zo licht Vlek zijn opvallende invoer toe. En omdat de stadsraad in de annonce keurig beschreef dat er tien ooievaarsnesten op gebouwen in de Utrechtse binnenstad zaten, geldt de waarneming voor Vlek van de Heimans en Thijsse Stichting als betrouwbaar.

De foto’s op glasnegatieven hadden ook in een glasbak kunnen verdwijnen

Vlek voert met enige regelmaat waarnemingen in uit oude publicaties, maar ook op basis van historische tekeningen en schilderijen, én oude natuurfoto’s. Wat dat betreft is er sinds het begin van dit jaar een goudmijntje opengegaan. Op 1 januari, zeventig jaar na zijn dood, verliep namelijk het copyright op de foto’s van een van de pioniers van de natuurfotografie, Richard Tepe. Daarmee komen vele duizenden foto’s van vogels en andere natuur in het publieke domein terecht.

Nest met twee jonge kuifleeuweriken onder de rails vandaan getrokken op het spoorwegemplacement, Apeldoorn (1931). Beeld Richard Tepe / Nederlands Fotomu
Nest met twee jonge kuifleeuweriken onder de rails vandaan getrokken op het spoorwegemplacement, Apeldoorn (1931).Beeld Richard Tepe / Nederlands Fotomu

De collectie van Tepe, vooral in de vorm van glasnegatieven, is in beheer bij het Nederlands Fotomuseum in Rotterdam. Die kreeg ze in handen via het Rijksmuseum, die de collectie weer had gekregen van verzamelaar Willem Diepraam. Hij had de collectie op zijn beurt ooit op een veiling in Apeldoorn gekocht, de plaats waar Tepe in 1952 overleed. “Als hij ze niet had gekocht waren ze misschien wel in een glasbak verdwenen”, veronderstelt Vlek.

Tepe was aan het eind van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw een van de twee pioniers van de natuurfotografie in Nederland. Samen met Paul Louis Steenhuizen, de preparateur en latere fotograaf van dierentuin Artis, legde hij als eerste de natuur op foto’s vast. “Dat ging niet altijd zachtzinnig”, zo tekent Vlek aan.

De kwaliteit van de camera’s in die tijd was natuurlijk niet zo goed dat je hele korte sluitertijden of lange telelenzen kon gebruiken. Voor goede vogelfoto’s waren mensen als Tepe dan ook vooral afhankelijk van nestfotografie, waar je de broedse vogels makkelijk dicht kon naderen en waar ze bovendien lekker stil zaten. En zat een nest te hoog voor een goede foto, zoals het nest van een blauwe reiger in een den in het Gelderse Gietelo, op 19 mei 1911? Dan zaagden ze die boom gewoon om.

Stress in de ogen van de vogels

Nestfotografie is vandaag de dag not done onder goede natuurfotografen. Je verstoort de natuur meer dan dat je haar vastlegt. “Op veel oude beelden, van Tepe, maar ook van zijn tijdgenoten Steenhuizen, Burdet en Strijbos, zie je de stress ook in de houding en de ogen van de vastgelegde vogels”, weet Vlek.

Toch ziet hij na al die jaren wel de belangrijke toegevoegde waarde van de oude beelden. Vandaar ook, dat Vlek op 5 juni 1898 op waarneming.nl registreert dat ‘op deze dag Richard Tepe (1864-1952) de allereerste nestfoto’s van kokmeeuwen in Nederland maakte’.

Griel met onzichtbaar jong en aangepikt ei bij nest in de duinen, Zandvoort (1909). Beeld Richard Tepe / Nederlands Fotomuseum
Griel met onzichtbaar jong en aangepikt ei bij nest in de duinen, Zandvoort (1909).Beeld Richard Tepe / Nederlands Fotomuseum

“Het gaat om het documenteren van de natuurhistorie”, benadrukt Vlek. “Tepe was heel zorgvuldig in het vastleggen van datum en plaats, dus daarmee heb je betrouwbare waarnemingen van vogels die in veel gevallen nu zijn uitgestorven in ons land. Hij fotografeerde bijvoorbeeld broedende goudplevieren in de Peel; een soort die we nu alleen nog maar als trekvogel kennen.

“En onder een biels op het spooremplacement in Apeldoorn fotografeerde hij in 1931 een broedende kuifleeuwerik. Ook die soort is allang als broedvogel uit ons land verdwenen. Overigens trok hij ook dat nest eerst even van zijn plek, om het beter in beeld te krijgen.”

Met een bootje naast de nesten

Waar veel moderne natuurfotografen hun object liefst zo close mogelijk in beeld proberen te krijgen, zijn de natuurfoto’s van Tepe en zijn tijdgenoten vooral waardevol wanneer daar ook flink wat omgeving op staat, vindt Vlek. “Op zijn foto’s van grielen bij hun nesten in de duinen zie je nog mooi hoe kaal de grond daar was. Nu zien de duinen er bij gebrek aan konijnen en met alle stikstof die uit de lucht komt heel anders uit. De grielenfoto’s van Tepe leren ons dus mede waarom de griel als broedvogel uit ons land is verdwenen.”

Ook bij leven was Tepe al een bron van inspiratie voor natuuronderzoekers en beschermers. Hij maakte in 1904 in de oevers van het Naardermeer de eerste foto’s van lepelaars, uiteraard ook op het nest. Die beelden stonden aan de basis van de natuurbescherming van die tijd.

Terwijl hij met zijn bootje pal naast die nesten ging liggen, heeft Tepe waarschijnlijk ook daar heel wat verstoring veroorzaakt. Maar zijn foto’s waren ook de inspiratie om de bescherming van het Naardermeer en de lepelaars en andere vogels serieus te gaan nemen. Een jaar later richtten Heimans en Thijsse Natuurmonumenten op, de vereniging die weer een jaar later het Naardermeer als eerste hun natuurgebied opkocht.

Waardering van Jac. P. Thijsse

De niet al te zachtzinnige methoden van vogelfotograaf Tepe vielen ook zijn tijdgenoten wel op. Bij een lezing die hij in 1931 hield voor de jongeren van de Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie, de NJN, liet hij foto’s zien van het nest van een wespendief, die hij net als van een reigernest had gemaakt door het uit de boom te zagen. Het kwam hem op stevige kritiek te staan van de leden van de jeugdbond.

Toch oogstte Tepe vooral waardering, bijvoorbeeld ook van de beroemde onderwijzer en natuurschrijver Jac. P. Thijsse. Die constateerde in het boek Het intieme leven der vogels, uit 1906, dat hij samen met Tepe maakte, ‘dat we niet meer op jacht hoefden om vogels uit de lucht te schieten, om ze vervolgens te bestuderen, maar dat we vanaf nu met de camera op jacht konden’. Aangemoedigd door Thijsse maakte Tepe daarom een paar jaar later ook een geheel eigen boek: De jacht met de camera.

Waar het web tegenwoordig uitpuilt van de meest waanzinnige natuurfoto’s, en extreme telelenzen voor bijna iedereen betaalbaar zijn geworden, was Tepe in 1902 één van de slechts twee deelnemers in de natuurfotowedstrijd ‘Tentoonstelling van photographieën van in het wild levende Nederlandsche vogels, hun eieren en nesten’ van het Algemeen Handelsblad. Met dertig natuurbeelden werd hij tweede, na zijn collega-fotograaf Steenhuizen.

Nu het werk van Tepe na 70 jaar copyrights door het fotomuseum wordt vrijgegeven in het publieke domein, roept ‘historisch vogelaar’ Vlek het Rotterdamse museum op om veel meer glasnegatieven van deze natuurfotograaf te digitaliseren. “In de beeldbank van het museum zitten gelukkig nu al veel waardevolle beelden van Tepe en zijn tijdgenoten. Maar in de drieduizend glasnegatieven en bijna 3000 digitale beelden van Tepe zit zonder twijfel nog heel veel belangrijke informatie; ook waarnemingen die zo op waarneming.nl thuishoren.”

Lees ook:

Inzoomen op insecten met extreme macrofotografie. ‘Meestal pak je de vliegenmepper, ik pakte de camera’

Met zijn uitvergrote foto’s van spinnen, wespen, kevers en mieren won Marco Jongsma (35) de categorie extreme close-up in de insectenfotowedstrijd Buglife Bug Photogaphy. ‘Mensen denken: dit is het werk van de Schepper.’

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden