Visie KNAW op bio-energie is 'van kleuterschoolniveau'
Een kritische publicatie van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) over de waarde van biobrandstoffen en het bijstoken van hout in kolencentrales is bij wetenschappers verkeerd gevallen.
Volgens de Groninger hoogleraar biomassa André Faaij hebben drie professoren onder de vlag van dit genootschap van excellente wetenschappers een document van 'kleuterschoolniveau' geschreven over de waarde van biobrandstof en biomassa in de transitie naar een duurzame energievoorziening.
Emeritus-hoogleraar voedingsleer Martijn Katan, hoogleraar ecologie Louise Vet en landbouwkundige Rudy Rabbinge publiceerden gisteren - een dag voor het debat van vandaag in de Tweede Kamer over het energieakkoord - een visiedocument van de KNAW. 'Vertrouwen in biobrandstof misplaatst', luidde de kop.
Nauwelijks bijdrage
In de publicatie stellen de drie dat het verbranden van hout in kolengestookte centrales waarschijnlijk niet, hoogstens nauwelijks, bijdraagt aan de besparing van CO2-uitstoot. Het klimaat is er dus niet bij gebaat, aldus het document. De auteurs baseerden zich op wetenschappelijke publicaties van 'de meest gerenommeerde, onafhankelijke experts in binnen- en buitenland', aldus de website van het KNAW.
"Mijn mailbox explodeerde vanochtend", zegt Faaij, wetenschappelijk directeur van de Energy Academy Europe in Groningen. Hij vertelt dat hij vorig jaar door de KNAW is gevraagd het document van de drie hoogleraren te beoordelen. Maar hij weigerde. "Het was onbegonnen werk. Echte experts zijn niet bij dit document betrokken geweest. Er wordt hier selectief gewinkeld in honderden wetenschappelijke publicaties over bio-energie. Dit pamflet is hopeloos achterhaald."
Volgens de Groninger hoogleraar is de potentie van bio-energie groot als wordt voldaan aan randvoorwaarden, zoals het certificeren van hout uit bossen. "Al de nieuwe ontwikkelingen worden in deze publicatie genegeerd. Dit heeft weinig meer met wetenschap te maken."
Politieke bedoeling
Faaij denkt dat de drie auteurs vooral een politieke bedoeling hadden met hun document, nu dit kort voor het Kamerdebat is gepubliceerd. "Het past een instituut als het KNAW niet zich hier voor te lenen. Dit is pijnlijk."
Een woordvoerder van de academie van wetenschappen zegt dat het stuk voor publicatie door deskundigen is beoordeeld en in het KNAW-bestuur besproken. "Het bestuur vindt dat het visiedocument aan de standaarden van de KNAW voldoet. Dit is wat ons betreft de stand van de wetenschap. Het stuk is er niet doorgeslipt, als die indruk zou bestaan. Er is een uitermate zorgvuldige procedure gevolgd."
Ook emeritus-hoogleraar natuurwetenschap Wim Turkenburg kreeg in november een eerste versie van het document te zien. "Dat stuk was ver beneden de maat, meer een activistisch pamflet, en een organisatie als de KNAW onwaardig." Turkenburg stuurde de auteurs aanvullende artikelen 'waarin een evenwichtiger beeld wordt gegeven van de problematiek rond het gebruik van biomassa als energiebron'. Hij zegt de indruk te hebben dat de conclusies in het stuk niet of nauwelijks zijn veranderd. "Het verbaast mij dat de KNAW een zeer politiek standpunt inneemt, daar waar er verdeeldheid is in de wetenschappelijke gemeenschap en de KNAW in dit debat partij lijkt te kiezen voor tegenstanders van het gebruik van biomassa voor energiedoeleinden."
Volgens Faaij richt het document van Katan, Vet en Rabbinge schade aan in het publieke debat over bio-energie. "Dit is een belangrijk, maar gepolariseerd debat. Door zo'n publicatie worden investeringen vertraagd of misschien zelfs stopgezet. En dat is wel het laatste dat we in dit dossier kunnen hebben."
Geen kulstuk
Eerste auteur Martijn Katan vindt het jammer dat Faaij niet is ingegaan op het verzoek van de KNAW om commentaar te leveren op een eerdere versie van het document. "Als hij denkt dat er belangrijke inhoudelijke en feitelijke onjuistheden in stonden, had hij die moeten noemen. Als die kritiek hout sneed hadden we het document aangepast."
Katan verwerpt de kritiek dat hij en zijn mede-auteurs geen experts zijn. "Ik ben opgeleid in de natuurkunde, de scheikunde en de bio-energetica. Vet en Rabbinge zijn experts van wereldfaam in de ecologie en de plantengroei. Als wij een kulstuk hadden geschreven, had Faaij dat gemakkelijk kunnen aantonen door met de feiten te komen. Wij hebben op rij gezet wat vele andere onafhankelijke wetenschappers in binnen- en buitenland ook al hebben vastgesteld: bio-energie moet niet worden afgeschreven, maar zoals het er nu voorstaat is het zeer de vraag of het veel bijdraagt aan verduurzaming van de energievoorziening. Dit is niet iets wat wij met ons drieën hebben verzonnen."