Interview

Verjaagd door de druk van Monsanto

Carey Gillam, schrijfster, auteur. Beeld Maartje Geels
Carey Gillam, schrijfster, auteur.Beeld Maartje Geels

De Amerikaanse Carey Gillam beschrijft in een boek hoe Monsanto, fabrikant van de omstreden onkruidverdelger Roundup, dit product wereldwijd in de markt zette. Een feitelijk relaas van omkoping, grove misleiding en corruptie.

Joop Bouma

Carey Gillam is sinds kort geen journalist meer. Jarenlang gold ze bij persbureau Reuters als een expert in nieuws over bestrijdingsmiddelen. Bijna twintig jaar verdiepte ze zich in Roundup, de onkruidverdelger van Monsanto. Daarbij berichtte ze ook uitgebreid over de keerzijde van dit bestrijdingsmiddel.

De werkzame stof in Roundup – glyfosaat – is al jaren omstreden en wordt ervan verdacht kankerverwekkend te zijn bij mensen. Resten van de meest verkochte herbicide ter wereld worden in ons voedsel en onze urine aangetroffen. De EU worstelt met een besluit over een verbod of een tijdelijke verlenging van de toelating. Sommigen zien in Roundup het DDT van de 21ste eeuw, een stof die de soortenrijkdom aantast, die boeren en consumenten ziek maakt.

Gillams zet haar expertise over Roundup nu in als onderzoeksdirecteur van een kleine Amerikaanse organisatie, US Right to Know, een ngo die informatie verzamelt over de risico’s van voedsel en de invloed van de industrie op overheidsbeleid. De overstap van journalist tot activist was niet helemaal een vrije keuze, vertelt ze.

U schrijft in de inleiding van het boek dat Monsanto van alles heeft geprobeerd om u dwars te zitten toen u als journalist voor Reuters werkte. Hoe ging dat in zijn werk?

“PR-mensen van Monsanto en van organisaties die door Monsanto zijn opgericht belden me thuis, zeer kritisch en beledigend, ze stuurden emails naar mijn hoofdredacteur. Het was bijna bedreigend. Ik werd op internet aangevallen door Academics Review, een organisatie die volgens hun doelstelling zuivere, onafhankelijke wetenschap wil promoten. Ze schreven dat ik een slechte journalist was en dat ik de industrie in een kwaad daglicht stelde. Later kwamen we er achter dat Academics Review met geld van Monsanto was opgezet. Monsanto heeft er veel werk van gemaakt om mij van het dossier af te krijgen. Dat hebben ze later ook toegegeven. In de eerste vijftien jaar had ik een hoofdredacteur die mij volledig dekte. Voor hem gold er maar één regel: kloppen de feiten.

“Bij Monsanto ging het niet eens om de feiten. Ze namen me kwalijk dat ik altijd alle partijen aan het woord liet, ook critici. De fabrikant vond dat alleen hun standpunt het juiste was. Ik begrijp wel dat Monsanto mij daar weg wilde hebben. Mijn artikelen voor Reuters kwamen bij alle kranten, radio- en tv-stations, wereldwijd. Media zagen mij als een gezaghebbend verslaggever op dit onderwerp. In het begin waren ze bij Monsanto heel vriendelijk, ze nodigden me uit, wilden alles graag uitleggen. Het kostte me talloze ontmoetingen met wetenschappers en boeren om er achter te komen dat datgene wat een multinational vertelt niet per se overeenkomt met wat er werkelijk aan de hand is.’’

In 2014 kreeg Gillam een nieuwe hoofdredacteur die minder goed bestand was tegen de druk van Monsanto. Op zekere dag werd u te verstaan gegeven dat u niet meer mocht schrijven over wetenschappelijke studies over glyfosaat.

“De druk werd te groot. Er kwamen meer berichten over de risico’s van glyfosaat, het kankeronderzoekscentrum van de Wereldgezondheidsorganisatie bestempelde glyfosaat als een mogelijk kankerverwekkende stof voor mensen. De industrie had er alle belang bij alles down te spelen en mijn hoofdredacteur werd steeds nerveuzer. Ze probeerden steeds meer te controleren wat ik opschreef. Het ging zo ver dat ik alleen maar met toestemming van de hoofdredacteur artikelen mocht maken over glyfosaat. Dat is volstrekt in strijd met hoe een internationaal nieuwsagentschap als Reuters werkt. Soms werden stukken aangepast en werd er pro-industrie informatie aan toegevoegd. Ik vond dat ik mijn werk niet meer goed kon doen. Maar ik wilde het onderwerp niet laten lopen. Ik had er zoveel in geïnvesteerd al die jaren. De mensen van US Right to Know vroegen al jaren of ik voor hen wilde gaan werken en toen dacht ik: als ik daar precies hetzelfde kan doen, waarom niet?’’

En nu bent u een activist en niet langer onafhankelijk.

“Ik zie mezelf niet als een activist, ik vertel niemand wat hij of zij moet doen. Ik loop niet mee in protestmarsen, teken geen petities. Ik pleit niet voor een verbod op glyfosaat, ook niet voor een verbod op genetisch gemodificeerde gewassen. Ik probeer informatie boven tafel te krijgen die niet makkelijk te krijgen is. Ik vergaar informatie die relevant, tijdig en feitelijk is, zodat overheden en de burger een beter gefundeerd oordeel kunnen vellen. Want terwijl multinationals als Monsanto er in slagen luid en duidelijk hun standpunten te verkondigen, blijkt het nogal ingewikkeld om het andere geluid te horen te krijgen. Pas dan kun je de voordelen afwegen tegen de risico’s. Dát is wat een journalist behoort te doen en dat zie ik nog steeds als mijn taak.’’

Maar intussen is in die 20 jaar glyfosaat wereldwijd uitgegroeid tot het meest gebruikte bestrijdingsmiddel.

“We zijn uit balans, ook in de VS. We telen in ons land graan, graan en nog eens graan. We subsidieren het. En we spuiten dat gewas vol met pesticiden. De belangrijkste boodschap van Rachel Carson, die in de jaren vijftig het boek ‘Silent Spring’ schreef over het inmiddels bijna overal verboden landbouwgif DDT, was dat we moeten beseffen dat bestrijdingsmiddelen voordelen hebben, maar ook heel veel nadelen en van die nadelen moeten we ons bewust zijn. We hebben naar haar geluisterd, we zijn alerter geworden. Maar is die alertheid er nu nog? Ik ben bang van niet.’’

U neemt het in uw boek op voor de boeren, die ziek worden van de bestrijdingsmiddelen, waar ze mee moeten werken omdat ze steeds grotere opbrengsten van hun land moeten halen.

“Ik kom uit Kansas, het boerenland van de VS. Ik realiseer me terdege dat boeren een groot probleem hebben, ook in Europa trouwens. Boeren voeden ons. Het is in feite een gevaarlijk beroep. Voor mij zijn het de helden, zij zitten in de frontlinie. Zij zijn ook de eersten die recht hebben op feitelijke, juiste informatie over de gevaren. Als je, zoals Monsanto deed, vertelt dat Roundup net zo veilig is als tafelzout, dat je het zelfs zou kunnen drinken, dan ben je niet eerlijk bezig. Een doorsnee landbouwer moet leven met de risico’s van bestrijdingsmiddelen. Ze hebben deze middelen nodig. Daar moeten overheden naar kijken, ze moeten dat meewegen. Maar om nou blindelings multinationals te gaan volgen die beweren dat hun middel veilig is, dat is geen rationeel beleid, gebaseerd op onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek.’’

Uw boek is afgelopen maand in de VS verschenen. Hoe reageerde Monsanto?

“De industrie vindt het een nep-boek, ze noemen me een nep-journalist. Niemand gelooft me, maar mijn boek is niet gericht tegen Monsanto. Glyfosaat is een effectieve onkruidverdelger, die in de landbouw jarenlang een geweldig hulpmiddel was voor boeren. Maar we zijn meer, steeds meer gaan gebruiken. Is dat verstandig, nu we weten dat we decennialang zijn misleid door Monsanto over de risico’s? Die misleiding is geen opinie van mij, maar blijkt uit duizenden documenten die wij boven tafel hebben gekregen. Het bewijs is er dat dit bedrijf jarenlang wetenschappelijke studies over de risico’s heeft weggehouden van het publiek en andere publicaties heeft tegengewerkt. Volgend jaar begint er in San Francisco een rechtszaak van slachtoffers, dan zullen veel meer documenten naar buiten komen. Het zou mij verstandig lijken als Nederland en de EU een lange-termijn-beslissing over glyfosaat uitstellen tot na dat proces.’’

Wie is Carey Gillam?

Carey Gillam werkte als senior verslaggever bij het internationale persbureau Reuters, waar ze zich bezighield met de financiële berichtgeving over banken, verzekeraars en grote vastgoedhandelaren.

Twintig jaar geleden verhuisde ze naar Kansas om er voor Reuters de berichtgeving te verzorgen over de landbouwsector. Gillam is opgeleid in voedselproductie en landbouw.

Eind 2015 maakte ze de overstap van de journalistiek naar US Right to Know, een ngo die onderzoek doet naar de risico’s van voedsel en de invloed van de industrie op overheidsbeleid.

Morgen verschijnt de Nederlandse vertaling van Carey Gillams boek Whitewash: The story of a Weed Killer. De Nederlandse titel is: ‘Giftig spul. Over het pesticide Roundup, kanker, Monsanto en corruptie’, uitg. Lemniscaat (vertaling Dick Lagrand), 272 pagina's, € 17,95

Lees ook: Pleidooi voor uitstel EU-besluit Roundup

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden