Met dure technische snufjes gaan boeren de stikstofcrisis te lijf. Maar de wetenschap heeft bedenkingen. ‘Het helpt hooguit grote boeren. Het platteland loopt leeg.’
Hoge verwachtingen hebben sommige boeren van technische innovatie in de landbouw. De ‘emissiearme stal’ moet de stikstofcrisis oplossen. Maar werkt die wel?
Drie hoogleraren zijn kritisch over technologische mogelijkheden om het stikstofprobleem aan te pakken. “Het leidt tot verdere schaalvergroting en ontwrichting van het platteland”, zegt Jan Willem Erisman, hoogleraar milieu en duurzaamheid aan de Universiteit Leiden.
“Technologie kan zeker helpen, maar de boer wordt een procesbegeleider achter de computer. Moeten we die kant op?”, vraagt Oene Oenema, hoogleraar duurzaam bodemgebruik aan de Universiteit Wageningen.
“Ik zou nooit een peperduur stalsysteem aanschaffen, enkel om stikstofemissies te reduceren”, meent Wim de Vries, hoogleraar stikstofeffectanalyse, ook in Wageningen. Erisman en De Vries publiceerden vorige maand het boekje Stikstof over ‘de sluipende effecten op natuur en gezondheid’ van stikstof.
Omslag versnellen
Toch neemt ook het nieuwe kabinet zich voor om flink te investeren in technische innovatie. Dit moet de omslag naar duurzame landbouw ‘versnellen’, staat in het regeerakkoord. Ook in een advies dat onder meer landbouworganisatie LTO en Natuurmonumenten in mei schreven is sprake van ‘subsidie voor emissie-reducerende stalsystemen’.
De technieken die al worden verkend en gebruikt zijn gericht op het scheiden van urine en ontlasting van koeien in de stal. Want zodra urine en mest in een koeienstal bij elkaar komen, ontstaan drijfmest en ammoniak. Ammoniak is een vorm van stikstof.
In stallen met dichte vloeren of hele kleine kiertjes in de vloeren schuift een robot de ontlasting van de koeien in een put onder de vloer. Zo worden poep en urine uit elkaar gehaald en ontstaat minder ammoniak. Bij een vloer die nagenoeg dicht is vervliegt er minder stikstof vanuit de mestkelder de lucht in. Deze aanpak is duur: experts ramen de kosten op anderhalf tot twee ton voor een fikse stal. Adviesbureau CLM berekende dat het een kwart tot een derde van het jaarinkomen van de boer kan opsouperen.
Zenuw stimuleren
Een goedkopere techniek, is het zogeheten koeientoilet. Een koe wordt in een box gelokt waar zij krachtvoer eet. Vervolgens gaat er een hekje dicht achter de koe en zit het dier opgesloten. Een apparaatje stimuleert een zenuw aan de achterkant van de koe, vlak boven de uier, en het dier gaat plassen. De urine wordt opgevangen in een bakje en afgezogen. Ook bij deze techniek is het doel om de urine en de ontlasting te scheiden zodat er minder stikstof ontstaat.
Volgens de folders reduceert een ‘emissiearme vloer’ de uitstoot van stikstof met 70 procent. Een koeientoilet haalt een reductie van 38 procent. “Dit is de reductie van stikstof in de stal”, verduidelijkt De Vries. “Als een boer de opgevangen mest vervolgens gaat uitrijden over het land komt er ook weer stikstof vrij. Per saldo zijn de percentages waarmee de stikstofuitstoot daalt de helft lager. Dus ook al geef je veel geld uit, een boer reduceert met deze techniek hooguit 35 en 19 procent.”
Deze percentages werden de afgelopen jaren niet gehaald, zegt Oene Oenema. De afgelopen jaren was de effectiviteit van emissiearme vloeren slecht. Als een vloer niet op tijd schoon wordt gemaakt, werkt de emissiebeperking niet goed, zegt hij. Soms zijn rubbers van de mestrobot versleten en soms wordt het apparaat minder vaak gebruikt dan nodig is. Oenema: “Als je geen onderhoud pleegt, functioneert het niet.” Wat er moet gebeuren, zegt hij, is goed onderhoud en met sensoren meten hoe effectief de stikstofreductie in de stal is. “Als de boer merkt dat de ammoniakconcentraties in de stal hoog zijn, moet hij ingrijpen. Daartoe moet de boer wel geprikkeld worden. Anders grijpt hij niet in.”
Goed meten
Oenema denkt dat de techniek kán werken, als de emissies goed worden gemeten en de boer zijn werk doet. “Ik denk ook dat we de techniek nodig hebben als aanvulling op andere maatregelen. Anders is het lastig voor de landbouw om 50 procent stikstof te reduceren in 2030, zoals in het nieuwe regeerakkoord staat.”
Als aanvullende maatregelen noemt hij minder eiwit in het veevoer, drijfmest aanlengen met water en mest uitrijden bij bewolkt of regenachtig weer. Al die acties remmen de stikstofemissies. Voor iedere stap die kan worden gezet met hulp van nieuwe technieken die steeds worden verbeterd, hoeft de veestapel minder ingekrompen te worden, meent hij.
Toch heeft Oenema ook bedenkingen. Want terwijl de uitstoot van stikstof daalt, doe je niets aan een ander probleem, namelijk de emissies van het broeikasgas methaan die tot opwarming van de aarde leiden. In de put met drijfmest wordt methaan gevormd. Dit broeikasgas ontsnapt uit de put of vervliegt naar de lucht op het moment dat de boer de mest over het land uitrijdt. De beste oplossing voor dit probleem is de mest afvoeren naar een vergister en er energie mee opwekken, legt Oenema uit. Wat overblijft na vergisting bevat geen methaan meer en kan over het land worden gereden. Maar ja, erkent de hoogleraar, dat is wéér een extra inspanning die de boer moet leveren en er zijn maar weinig boeren die dat kunnen realiseren.
De lol gaat eraf
De grootste zorg van Oenema is dat een boer heel veel bezig is met technologie. “Moeten we die kant op? Er is een grens aan wat hij kan doen. Een boer heeft tijd nodig voor reflectie. Als hij de hele dag naar de indicatoren voor stikstof op de computer zit te kijken, waar hij ook allerlei andere data binnenkrijgt, wordt hij een soort procesbegeleider in een fabriek en gaat de lol er wel af. Als hij niet daadwerkelijk achter de computer zit krijgt hij wel een piepje, een melding, op zijn mobiele telefoon. Daar komt bij dat de melkprijzen de laatste jaren laag waren en er dus niet veel geld is om te investeren.”
“Je bent tonnen kwijt en hebt geen integrale oplossing. Ik zou nooit een peperduur stalsysteem aanschaffen om stikstofemissies te reduceren zonder oplossing voor allerlei andere problemen op de boerderij”, zegt Wim de Vries. “Ik zou adviseren een oplossing te zoeken die alle problemen in één keer aanpakt. Daarbij kan voor een enkeling zo’n stalsysteem onderdeel zijn van een integraal bedrijfsplan.”
Ook de waterkwaliteit en de biodiversiteit moet verbeteren en broeikasgassen zoals methaan moeten verminderen. Wie die problemen links laat liggen, kan straks van een koude kermis thuiskomen, zegt De Vries. Terwijl er al flink is geïnvesteerd in het terugdringen van de uitstoot van stikstof, komen er mogelijk strenge regels voor methaan en de waterkwaliteit en moet een boer opnieuw oplossingen zoeken.
Kleinere veestapel
Aan inkrimping van de veestapel valt niet te ontkomen als je alle doelen wilt halen, denkt De Vries. “Als je de veestapel niet reduceert blijft er een enorme vraag naar veevoer. Daarin zit veel eiwit en dat leidt tot een hoge uitstoot van stikstof en methaan. Het is dus zaak het gesleep met soja terug te schroeven en de enige manier is een kleinere veestapel. Het effect van die kleinere veestapel op de reductie van de uitstoot van stikstof in Nederland is overigens lager dan mensen wel eens denken. Want bij minder vee daalt ook de export van mest.”
Techniek is een schijnoplossing, meent Erisman. “De resultaten van deze technieken vallen vaak tegen. Dit zijn heel dure ontwikkelingen. Welke kleine boer kan dat betalen? Uiteindelijk zullen de kosten van technische innovatie de kosten van de boer verhogen, terwijl de marges al klein zijn. Daarmee krijgen boeren het nog moeilijker. Weliswaar gaat de overheid deze techniek mogelijk subsidiëren, maar de minister zal nooit alle kosten voor zijn of haar rekening nemen.”
Onderschat de negatieve sociale consequenties van de invoering van deze technieken niet, zegt Erisman. Het leidt tot verdere schaalvergroting in de landbouw. “Een nieuwe emissiearme stal is hooguit geschikt voor grote boeren. Alleen die bedrijven krijgen de financiering rond bij de bank. Om deze technieken rendabel te maken, moeten zij hun productie verhogen en land opkopen van de buren. De grote boeren worden dan groter en de kleine dreigen te verdwijnen. Het platteland loopt op die manier verder leeg. Willen we dat?”
Waarom is stikstof schadelijk?
Planten hebben stikstof nodig om te groeien. Maar als er te veel stikstofoxiden en ammoniak in de lucht, bodem of water terechtkomen, is dat schadelijk voor de natuur. De bodem verzuurt en belangrijke voedingsstoffen spoelen uit naar het grondwater. Planten zoals bramen, brandnetels en gras gaan er harder door groeien en overwoekeren andere planten. Daardoor verdwijnen ook insecten, vlinders en vogels.
Lees ook:
Met een enorme inhaalrace wil Rutte IV Europees klimaatkoploper worden
Rutte III noemde zichzelf ‘het groenste kabinet ooit’, maar haalde de meeste klimaatdoelen niet. Rutte IV wil ‘koploper in Europa’ zijn.
Uitspraak rechtbank zet vergunningen voor nieuwe veestallen op de tocht
De rechtbank Midden-Nederland vernietigt de vergunning voor de bouw van nieuwe veestallen. Dat kan gevolgen hebben voor andere regio’s.