Vattenfall is in Nederland in opspraak wegens de plannen voor een biomassacentrale in Diemen. Hoe controversieel is de energieleverancier in het thuisland?
Zwedens duurste – en slechtste – aankoop ooit: zo is de overname van Nuon in 2009 door de Zweedse energieproducent Vattenfall de geschiedenis ingegaan. De Zweden betaalden 89 miljard kronen ofwel zo’n 9 miljard euro voor de Nederlandse leverancier en moesten een paar verliesjaren later constateren dat het aankoopbedrag de waarde met miljarden oversteeg.
Vattenfall is een van oudsher Zweedse energiemaatschappij, opgericht in 1909 als het Kungliga Vattenfallsstyrelsen. Met de Europese deregulering van de energiemarkt, in 1996, breidde het staatsbedrijf zich uit naar het buitenland: naar Finland, Polen, Duitsland en, met de aankoop van Nuon, naar Nederland.
Niet onder vuur
Anders dan bij ons en in Duitsland ligt het staatsbedrijf in het thuisland nauwelijks onder vuur. Nuon was het laatste grote schandaal. Zo nu en dan klinkt er wat gerommel over de stijgende elektriciteitsnetwerkprijzen, in januari van dit jaar versperde een clubje aanhangers van de milieubeweging Extinction Rebellion de ingang van het hoofdkantoor in Stockholm als protest tegen de nog opererende kolencentrales; maar van grootschalige weerstand tegen Vattenfall is geen sprake.
Integendeel: campagnes over ‘grote investeringen in windenergie’ en de ‘elektrificering van de industrie’ lijken hun vruchten af te werpen. Greenwashing of niet: ‘de gemiddelde Zweed’, zegt Lars Nilsson, hoogleraar in milieu- en energiestudies aan de universiteit van Lund, ‘heeft een behoorlijk positief beeld van de bedrijfsvoering van Vattenfall’.
Zweedse waterkracht
Is dat terecht? Tsja, dat is nogal afhankelijk van wie je het vraagt. Er is een behoorlijke discrepantie tussen Vattenfalls binnenlandse en buitenlandse beleid. In Zweden heeft het bedrijf geen kolencentrales; het leeuwendeel van hun nationale energietoevoer komt van hydro- en kerncentrales, en dan hebben ze nog een staartje hernieuwbaar, in de vorm van wind- en zonne-energie.
Over zowel hydro- als kernenergie is er van tijd tot tijd het nodige debat. De hydrocentrales, gebouwd mid-20ste eeuw, tasten het onderwaterleven aan, maar ze produceren wel fossielvrije energie. De Zweedse consensus: we breiden waterkracht niet uit, maar daar waar de rivieren toch al zijn verstoord, kunnen we net zo goed de boel draaiende houden.
En net als elders in Europa heeft Zweden een levendige protestbeweging tegen en eindeloze politieke discoursen over kernenergie gehad. Maar ook de hevigheid van deze discussie is de laatste jaren afgezwakt. De regering geeft energieproducenten tot 2040 om de acht nog actieve kernreactoren te sluiten. De oppositie stemt zwijgend in. Deze twee weinig ideale energiebronnen worden doorgaans geaccepteerd als een noodzakelijk kwaad in de transitie naar een fossielvrije economie.
Bosland
Biobrandstof, de aanleiding van de ophef in Nederland, maakt in Zweden een relatief klein aandeel uit van Vattenfalls bedrijvigheid. Dat gezegd hebbende: landelijk gezien is biomassa goed voor ongeveer een vierde van de energietoevoer. Biobrandstoffen worden hoofdzakelijk ingezet voor districtverwarming en in de industriesector, met name daar waar biomassa ook wordt gegenereerd, zoals in de bosbouw en de pulp- en papierindustrie.
Reden tot controverse? Mwah, zelden. “Zweden is een bosland, met een lange geschiedenis van biobrandstof”, zegt Max Åhman, onderzoeker aan de afdeling milieu- en energiesysteemstudies van de Lund Universiteit. “De kap in Zweden is behoorlijk goed gereguleerd. Het bos hier groeit nog altijd harder dan het omgehakt wordt, en het is alleen het houtafval, de takken en snippers waarvoor geen andere bestemming is, die worden omgezet in energie.” Maar daarmee wil hij niet zeggen dat biobrandstof per definitie een klimaatslimme oplossing is. “In Nederland heb je niet dezelfde traditie van bosbouw. Grote kans dat je de biobrandstof daar moet importeren. Waar komt die dan vandaan, hoe is die vervaardigd en getransporteerd?”
Thuis en uit
Vattenfalls credo dezer dagen is ‘emissievrij binnen een generatie’. Als je naar hun tijdlijn kijkt blijkt dat te betekenen: in 2050. Is dat ambitieus? ‘Absoluut niet’, zegt Nilsson. Omdat Zweden van de economie verlangt dat deze in 2045 volledig CO2-neutraal is, maar ook, zegt Nilsson, in het licht van ‘wat we nu weten over klimaatverandering, en wat ervoor nodig is om onder die tweegradengrens te blijven’. Dat is de maximaal toelaatbare opwarming van de aarde zoals is vastgesteld op de klimaattop in Kopenhagen, in 2009.
Vattenfall lijkt twee verschillende tijdslijnen te hanteren: een voor Zweden, waar het bedrijf in 2030 fossielvrij zegt te willen zijn – wat ook niet zo’n uitdaging is, gezien ze het hier toch al goeddeels runnen op water en nucleair – en een andere voor hun internationale werkzaamheden, waar uitstootvrij blijkbaar best tot 2050 mag wachten.
De vervuilendste energieopwekking van het bedrijf vindt plaats in Duitsland. Daar heeft Vattenfall na de deregulering van de elektriciteitsmarkt in een soort ‘koopgekte’, zoals Nilsson het zegt, een reeks kolencentrales aangeschaft. Voordat Vattenfall in 2016 de Duitse bruinkoolcentrales besloot te verkopen, was hun jaarlijkse CO2-uitstoot ruim tachtig miljoen ton. Ter vergelijking: de totale uitstoot van Zweden ligt rond de zestig miljoen ton. Nu het bedrijf nog ‘maar’ zeven kolencentrales in bezit heeft, is de uitstoot teruggebracht naar 23 miljoen ton.
Tsjechische overname
Al heeft Vattenfall zijn eigen reputatie daarmee misschien wat opgepoetst, de milieuwinst van die zet is discutabel. Nicolas Derobert van Climate Action Network Europe, een internationale klimaatorganisatie in Brussel, zegt dat, ‘Vattenfall in plaats van ze te sluiten, de centrales voor een peulenschil aan de Tsjechische EPH Group verkocht’. De vervuilende business hield, hoewel onder een nieuwe naam, gewoon stand.
De vraag is nu wat het bedrijf gaat doen met de resterende fossiele centrales. Een aantal daarvan heeft nog geen sluitingsdatum. Blijft Vattenfall deze centrales zo lang als de lokale wet dat toestaat exploiteren? Of voegen ze daad bij hun ideële woord en stoppen ze zo snel mogelijk met stoken?
Lees ook:
Reusachtige houtkachels leveren duurzame energie, maar zijn ook een bron van zorgen.
Er komt landelijk onderzoek naar houtstook voor energieproductie. Want terwijl bedrijven energiecentrales willen vullen met Nederlandse én buitenlandse snippers, leven er zorgen over het effect op luchtkwaliteit en milieu.
Het stikstofarrest kan ook de biomassacentrale nekken
In Diemen leefde al weerstand tegen een houtcentrale die energiebedrijf Vattenfall wil bouwen. Het stikstofvonnis van de Raad van State geeft nu extra onzekerheid.