Schulden
Vanwege de Bouterse-erfenis zit Suriname nu bij het strenge IMF onder de plak
Het IMF lijkt de afgelopen tien jaar iets milder geworden, maar is nog steeds een strenge hervormer. Landen die noodsteun willen, zoals Suriname, moeten hard snoeien in de overheidsuitgaven.
Stapt een afgevaardigde van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) nu uit het vliegtuig in Suriname, dan wordt hij gelijk herinnerd aan waarom hij daarheen moest. HetJohan Adolf Pengel International Airport, op 45 kilometer van Paramaribo, is de afgelopen jaren goed gerenoveerd. Betaald met een lening van ruim 200 miljoen dollar. Eén die de vorige regering was aangegaan met China.
Suriname, een land met zo’n 600.000 inwoners en toch een overheidsschuld van miljarden euro’s, zit in financiële nood. Het IMF schiet president Chan Santokhi daarom te hulp met financiering, maar wil daar wel harde hervormingen voor terug zien.
Een van de pijnlijkste daarvan is het verdwijnen van overheidssubsidies voor onder meer brandstof, water en gas. Na een jaar van torenhoge inflatie was het leven ook zónder het verdwijnen van die subsidies al heel duur geworden.
De schulden liepen op tijdens de regeerperiode van voormalig president Desi Bouterse, die het land tussen 2010 en 2020 bestuurde. Bouterse trok veel geld uit voor sociale voorzieningen als kinderbijslag en hogere ouderdomsuitkeringen. Daarnaast nam hij veel nieuwe ambtenaren aan waardoor de overheidsuitgaven verder omhoogschoten.
Ook allerlei infrastructuur moest volgens zijn kabinet vernieuwd worden. Zo keerde Bouterse in december 2019 terug van een bezoek aan de Chinese leider Xi Jinping met honderden miljoenen aan nieuwe leningen, onder meer voor het renoveren van de luchthaven.
Duurdere leningen
China en andere geldschieters waren voor Bouterse aantrekkelijker dan een steunprogramma van het IMF, zo merkte de huidige president Santokhi afgelopen juni fijntjes op. “Men heeft in 2016 de goedkope IMF-lening afgebroken, vanwege de strenge condities die het IMF hanteerde”, zei hij. Toen is Bouterse veel duurdere leningen aangegaan, vervolgde Santokhi, die “zonder enige conditie konden worden aangewend. De gevolgen daarvan zijn bekend.”
Sinds 2021 loopt er weer een steunprogramma bij het IMF. Dat stond altijd bekend als een harde partij. Prima dat een land hulp wil, maar daar horen rigoureuze maatregelen bij. Zachte heelmeesters brengen immers geen staatsbegroting op orde, was de gedachte.
De afgelopen tien jaar is het IMF iets milder geworden, ziet Stefan Koopman, macro-econoom van Rabobank. Ten eerste omdat die harde aanpak niet altijd het gewenste effect heeft. De verplichte bezuinigingen en belastingverhogingen leidden tijdens de eurocrisis in Griekenland bijvoorbeeld tot veel onnodige schade, moest het IMF achteraf constateren.
Chinese invloedssfeer
Maar het IMF is óók milder geworden omdat lage-inkomenslanden door al te strenge hervormingseisen in de armen van China worden gedreven, zegt Koopman. “Dat zou de Chinese invloedssfeer vergroten, en dat wil het IMF voorkomen.” Op papier is het dan wel een onafhankelijk instituut, in de praktijk is het IMF op de Amerikaanse leest geschoeid, zegt Koopman.
Terwijl China ook niet per se een fijne schuldeiser is, vervolgt hij. “Landen als Tsjaad, Sri Lanka en Zambia komen er nu achter dat China niet zo maar iets kwijtscheldt als er problemen zijn met het afbetalen.” In Sri Lanka heeft China inmiddels een haven overgenomen die met Chinees geld gefinancierd was, nadat het land in betalingsproblemen kwam.
Overigens heeft het IMF zijn oude ‘snoeien om te groeien’-beleid echt niet helemaal vaarwel gezegd, nuanceert Koopman. Zoals de mensen in Suriname nu ook ondervinden, nu zij subsidies zien verdwijnen terwijl het leven voor veel van hen al onbetaalbaar is.
Lees ook:
Onvrede over ‘chirurg Santokhi’ en vriendjespolitiek leidden tot gewelddadige opstand in Suriname
Na de bestorming van het parlementsgebouw in Paramaribo door demonstranten zit de schrik er goed in in Suriname.