Jelles WeekdierTropische vlinders
Tussen de Utrechtse planten fladderen vlinders als kleurige vellen vloeipapier
Vlinders vormen, in tegenstelling tot de veenmol van vorige week, een door bijna iedereen geliefde diergroep. Dan heb ik het wel over de volwassen vorm ervan, die met vleugels; de vlinderkinderen – rupsen – zijn meestal minder populair. Neem het koolwitje, een dagvlinder die zodra het een beetje mooi weer is vrolijk dartelend door tuinen en over velden dwarrelt en bij iedereen een glimlach oproept. Maar koolwitkindertjes zijn groene rupsen die zich met werkelijk onvoorstelbare ijver tegoed kunnen doen aan koolplanten. Ze kunnen uw bloem-, spruit- of boerenkool tot een zielig staketsel van stengels en stelen reduceren.
Onze mooiste en grootste inheemse vlinder is de koninginnenpage, een soort die vooral in het zuiden van ons land voorkomt en van een welhaast tropische schoonheid is. Of is dat laatste een onbetamelijke kwalificatie? Zeker is dat tropische vlinders dikwijls niet alleen groot, maar ook heel fraai gekleurd zijn. Het zal om die reden zijn dat de Botanische Tuinen van de Universiteit Utrecht deze zomer wederom het Tropisch Vlinderfestival organiseren. Die vlinders vliegen er uiteraard niet zomaar in de tuin rond, maar in de speciale vlinderkas.
Als je erover na gaat denken, is het eigenlijk wel grappig, want een botanische tuin is gespecialiseerd in het houden van planten en daar vallen vlinders niet onder.
Regenworm en libelle, een soort?
De Utrechtse Botanische Tuinen zijn aangelegd op en rond Fort Hoofddijk, een oud negentiende-eeuws waterliniefort in de universitaire campus de Uithof, en beslist een bezoek waard – niet alleen voor de fraaie beplanting, maar ook voor de vlinders.
Vlinders zijn insecten die een volledige gedaanteverwisseling vertonen, die dus de hele cyclus doorlopen van ei, larve (die bij vlinders rups heet), pop en volwassen dier. Voor mij als paleontoloog voelt dat bijzonder, omdat paleontologen hun fossielen indelen aan de hand van de vorm. Ik vraag me altijd af wat een onwetende paleontoloog zou doen wanneer die een fossiel van een rups en van een vlinder los van elkaar ontdekt. Ik vermoed dat zoiets twee volstrekt verschillende soorten zou opleveren, terwijl het in werkelijkheid om dezelfde diersoort gaat. Het is alsof een regenworm en een libelle tot dezelfde soort behoren.
De vlinder als eendagsvlieg
Veel tropische dagvlinders hebben opvallende kleuren, soms zelfs metallic iriserend. De zogenoemde morpho’s (vlinders van het geslacht Morpho) spannen de kroon; het nadeel voor deze dieren is dat ze dikwijls eindigen achter een glasplaatje in een schilderijlijstje. Tropische vlinders zijn vaak groot. Loom fladderen ze dan als enorme kleurige vellen ogenschijnlijk gewichtloos vloeipapier tussen de bladeren.
De komeetstaartvlinder heeft een spanwijdte van 20 centimeter en opvallende vleugelflappen die als slierten achter de vleugels hangen en eventuele predatoren afleiden. Het zijn nachtvlinders die oorspronkelijk op Madagaskar voorkomen. Bijzonder is dat de volwassen komeetstaarten geen monddelen en geen darmkanaal hebben. Ze hoeven zich alleen maar voort te planten om weer nieuwe rupsen te produceren en gaan binnen een aantal dagen dood. Het is alsof de rups het eigenlijke dier is, en de vlinder slechts een kortstondig tussenstadium, tijdelijk, net als de eendagsvlieg. Ze zijn tot 1 december in Utrecht te bewonderen. Ook dat is tijdelijk.
Jelle Reumer is paleontoloog. Voor Trouw bespreekt hij iedere week een dier dat het nieuws haalt.