Timmermans wil ambitieuzere klimaatstrategie
Minister Frans Timmermans van Buitenlandse Zaken gaf gisteren aan dat hij de klimaat- en milieustrategie van de Europese Unie niet ver genoeg vindt gaan. Tijdens een lezing voor het Nederlands Genootschap voor Internationale Zaken zei hij meer ambitie te willen zien.
Lidstaten van de EU hebben afgesproken om in 2020 gezamenlijk 20 procent minder broeikasgassen uit te stoten dan in 1990. Ook moet 20 procent van het totale energiegebruik duurzaam zijn. Door de toenemende energiebehoefte in de wereld ligt de lat volgens Timmermans echter niet hoog genoeg.
Timmermans: "De EU 2020 strategie voor energie en klimaat is ingehaald door de realiteit en moet veel ambitieuzer. Alleen zo kunnen we goed inspringen op de toenemende mondiale vraag naar energie, de gevolgen daarvan voor het klimaat, en de veranderingen die winning van bijvoorbeeld schaliegas teweegbrengen." Hij pleitte er verder voor dat ons land, als handelsland en als thuisbasis van het internationaal recht, een actieve rol gaat spelen bij voorkomen van conflicten over grondstoffen.
Fossiele energie
Onderzoeksbureau TNO concludeerde eerder deze maand dat Nederland allereerst zelf erg afhankelijk is van fossiele brandstoffen. Ongeveer een vijfde van het staatsinkomen is gerelateerd aan de productie of verwerking van fossiele brandstoffen. Wanneer het aardgas in Groningen op is, kunnen de overheidsinkomsten met 12 tot 50 miljard euro afnemen.
Eerder dit jaar bleek uit onderzoek van De Groene Amsterdammer dat de afgelopen tien jaar in Nederland fors is geïnvesteerd in fossiele brandstoffen. Buitenlandse energieproducenten betaalden meer dan vijf miljard euro voor drie kolencentrales. Daarnaast investeerde de overheid ongeveer acht miljard euro in de gasopslag en pijpleidingen. Het opinieblad concludeerde hierop dat Nederland uitgroeit tot dé fossiele energieleverancier van Europa.
De Nederlandse overheid onderzoekt op dit moment de gevolgen en mogelijke gevaren die de winning van schaliegas met zich mee zou brengen. Hoewel dit geen vorm van duurzame energie is, zou het volgens experts wel kunnen bijdragen aan het transitieproces naar een volledig duurzame energievoorziening.
