ReportageZeehondentelling
Stuntvliegend op zoek naar verdwenen zeehonden
Zeehondenonderzoekster Sophie Brasseur is een paar duizend gewone zeehonden kwijt. Tijdens een duizelingwekkende vlucht over de Nederlandse Waddenzee probeert ze alle zeehonden opnieuw in kaart te brengen.
Nog maar net vertrokken vanaf Texel International Airport, een bescheiden grasland dat vooral dienst doet als thuisbasis voor parachutisten, of het kleine vliegtuigje met daarin zeehondenonderzoekster Sophie Brasseur (Wageningen Marine Research) maakt al de nodige capriolen rondom zandplaat de Razende Bol. Als piloot Aad Droog de kist na een paar rondjes in de juiste hoek langs de zandplaat weet te krijgen, maakt Brasseur snel een aantal foto’s van de zeehonden die er liggen. Het zijn de eerste van een lange reeks die komende vier uur gaat volgen.
Dat de plaat niet alleen populair is bij zeehonden maar ook bij toeristen is duidelijk. Overal varen boten, tot vlak bij de zeehonden en hun pups. “Kijk, die doet het al fout”, zegt Brasseur wijzend op een van de boten die vanaf Texel en Den Helder zeehondentochten aanbieden. “Je mag tot aan de gele boei, deze is echt te dichtbij.” Het is meteen aanleiding om over de bedreigingen voor de zeehonden te spreken. “Zeehonden redden het prima in het water, maar ze moeten gewoon af en toe op land om te rusten. Als ze uit het water komen, worden ze eerst heel koud, net als dat bij de mens gebeurt. Dat kost dus energie”, legt Brasseur uit. “Als ze steeds worden verstoord en in en uit het water moeten, kan dat een serieus probleem worden.”
Niet alleen voor de rust zoeken de zeehonden de platen op. “Ze baren en zogen er hun pups, en ze moeten aan land om te verharen. In het koude water worden de bloedvaten in de huid gesloten. Voor verharen is doorbloeding juist nodig, dus in dit seizoen moeten ze voldoende tijd op het land kunnen doorbrengen.” Juist op die momenten doet Brasseur een telling vanuit de lucht. “We weten uit onderzoek dat op die momenten ongeveer 60 procent op het land zit. Door alle zeehonden op alle zandplaten te tellen, krijgen we een beeld van de hele populatie.”
Waar blijven de pups?
We vliegen kriskras over de Waddenzee, maken meerdere bochtjes om alle wadplaten en kruipen langzaam richting Vlieland. Voor Brasseur geen ongewone bezigheid meer. Ze doet dit zo’n tien keer per jaar. “In de winter staat de grijze zeehond centraal, zij krijgen dan hun pups”, zegt Brasseur. “In de zomer draait het om de gewone zeehond.” Daar is momenteel iets raars mee aan de hand. “We tellen sinds een jaar of tien steeds ongeveer evenveel gewone zeehonden, terwijl de populatie de jaren ervoor steeds groeide. En dat is gek, want we zien wel elk jaar weer enorm veel pups. Waar blijven die zeehonden dan? Ze zijn zeker niet naar gebieden buiten de Waddenzee verkast, want tellingen uit het buitenland laten geen grotere groei zien. Daarom doen we nu enkele extra vluchten in juli. Normaal vliegen we in augustus, omdat dan de piek is van dieren die verharen, dus dan zijn er veel op het droge. Maar misschien is er wel een verschuiving geweest van die piek en tellen we daarom minder dieren. Deze extra vluchten zijn om daar achter te komen.”
Het vliegtuigje maakt weer een scherpe bocht, want de volgende groep zeehonden is gespot. “Daar ook”, wijst de piloot en trekt even flink aan het stuur. “Ze zitten op het moment echt enorm verspreid”, zegt Brasseur. Ze schiet met haar camera van het ene raam naar het andere, terwijl het vliegtuig nog eens een scherpe bocht maakt en op zijn zij gaat hangen. Last van misselijkheid of duizeligheid heeft ze – in tegenstelling tot de inmiddels groen aangelopen Trouw-verslaggever – nooit gehad. “Gelukkig niet”, reageert ze op die vraag. “Ik ben namelijk allergisch voor zeeziektepillen. Dus dan had ik hier misschien wel mee moeten stoppen.”
In de jaren zeventig 5000, nu 40.000 zeehonden
Brasseur doet dit al vanaf begin jaren negentig. Piloot Droog heeft nog een veel langere staat van dienst. Hij ging al mee met de eerste zeehondenvlucht in de jaren zeventig. “Toen spraken ze de aantallen nog in op een bandje”, herinnert Droog zich. “Bij elke zandplaat was het: ‘Volwassen, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7; pup, 1, 2, 3, 4, 5.’ Maar dat is nu geen doen meer.” Brasseur beaamt dat. “Toen zaten er 5000 in de hele Waddenzee, nu 40.000.” Het tellen gebeurt nu achteraf op basis van de ruim duizend foto’s die op een vlucht worden gemaakt. “Daar zijn we nog wel een volle dag mee bezig”, aldus Brasseur.
Als de telling van deze maand geen hogere cijfers laten zien, betekent dit dat de cijfers waarschijnlijk wel accuraat zijn en er dus iets anders aan de hand is. “Misschien is er hogere sterfte onder de pups”, gokt Brasseur. Maar zoals het nog een beetje speculeren is over het mysterie van de verdwenen zeehonden, zo is het ook gissen wat de oorzaak van die eventuele hoge sterfte onder pups dan kan zijn.
“Ik kan twee belangrijke oorzaken bedenken. Een is de verstoring waar we het eerder over hadden, maar het zou ook kunnen dat de voedselconcurrentie met andere predatoren of de visserij een rol speelt. Een vervolgonderzoek zou dus ook kunnen zijn om pups beter te volgen en te kijken hoe hun overleving is. Of om bij dood gevonden pups onderzoek te doen naar de oorzaak, dat gebeurt nu niet. Het kan ook nog zijn dat er meer zeehonden op open zee zijn dan we nu aannemen op grond van bestaand onderzoek. Dat zou je met nieuw zenderonderzoek kunnen vaststellen.”
De vlucht gaat zigzaggend verder tussen de eilanden en het Friese en Groningse vasteland. De hele Waddenzee wordt doorkruist tijdens de vier uur durende vlucht, geen wadplaat wordt overgeslagen. Ook de slikplaten en dijken van de Dollard, tussen Duitsland en Oost-Groningen, wordt minutieus afgespeurd, waarna – in een rechte lijn deze keer – de terugtocht naar Texel wordt ingezet. Een stapje richting oplossing van het mysterie is gezet, en voor de inzittenden van het vliegtuigje is vaste bodem bijna binnen handbereik.
Lees ook:
Lichtpuntjes in 2020: met deze dieren gaat het wél goed
Otters, bevers en zeehonden zijn niet langer bedreigd, de wolf behoort weer tot de Nederlandse natuur, de Europese bizon is terug in het wild, in het Naardermeer bloeit de groenknolorchis, de grote vuurvlinder gedijt goed in de Weerribben en op Bonaire werken vrijwilligers aan het behoud van het mangrovebos.
In de Kaspische Zee daalt de zeespiegel en dat is funest voor de zeehonden die er leven
Al jaren maken wij ons zorgen over de stijgende zeespiegel. Of het zeeniveau in het jaar 2100 nu 50 centimeter of meer dan een meter hoger zal staan dan tegenwoordig, valt lastig te voorspellen, maar dát hij stijgt, staat vast.