Witwasbestrijding
Stichting Israa is al van top tot teen doorgelicht, nu dreigt de bank wéér met opzegging
Stichtingen komen in het nauw door de doorgeslagen fraudeopsporing van banken. Hoe ver dat gaat, blijkt uit het verhaal van Stichting Israa voor Palestijnse vluchtelingen.
Het is bijna weekend, halverwege een vrijdagmiddag in september van dit jaar, als Anne Jellema (42) zichzelf ineens aan een medewerker van ABN Amro hoort uitleggen wie haar moeder is. En wie haar ex-vriend.
De bank belde haar zojuist over haar persoonlijke rekening. Het was bankmedewerkers opgevallen dat er in de afgelopen tien jaar opgeteld in totaal een paar duizend euro is gestort vanaf twee rekeningnummers. Wie zitten daar achter? En waar was dat geld voor?
Dit méén je niet, denkt Jellema op dat moment. Al drie jaar ligt ze in gevecht met banken, eerst alleen met Rabobank en nu ook met ABN Amro. Maar dat ging, tot nu tenminste, niet om haar als persoon, maar om de stichting waar ze sinds 2019 de secretaris van is.
Nu is ze zelf kennelijk ook onderwerp van gedoe. Jellema, een zelfstandig marketingconsultant die ook Midden-Oostenstudies studeert aan de UvA, is net bij een van haar klanten als de bank belt. Die hoort haar zichtbaar geïrriteerd uitleggen dat het gewoon de rekeningnummers zijn van haar moeder en haar ex. Die hebben haar de afgelopen jaren wel eens geld overgemaakt voor een erfenis, de hypotheeklasten of om iets leuks te doen met haar zoon.
Projecten voor Palestijnse vluchtelingen
Jellema’s problemen beginnen als ze drie jaar geleden aantreedt als secretaris van de Stichting Internationale Steun Rechtstreeks aan de Armen (Israa). Dat is een goed doel dat al sinds 2003 projecten organiseert voor Palestijnse vluchtelingen die verblijven in Gaza, Libanon en Turkije.
Met onder meer schoolspullen, medicijnen en voedselpakketten brengt Israa naar eigen zeggen een beetje hoop ‘in regio’s waar de hoop vaak verloren is’. De belangrijkste bezigheid van de stichting is haar doorlopende weeskinderenproject. Daarbij koppelt Israa een Nederlandse donateur aan een weeskind in vluchtelingenkampen in Gaza.
Zo’n 1500 kinderen hebben via de stichting een bankpasje gekregen, en kunnen daarmee maandelijks 35 euro pinnen bij de Bank of Palestine. De Nederlandse en soms Belgische donateurs houden contact met ‘hun’ weeskind aan wie ze doneren.
Tenminste, als Israa nog wel door kan met zijn werk. Daar heeft de stichting uiteraard zijn betaalrekening voor nodig, die ze sinds 2003 aanhoudt bij de Rabobank. Maar de bank heeft de afgelopen jaren regelmatig gedreigd om de klantrelatie op te zeggen. Het gebeurt voor het eerst in 2016, met als reden dat Rabobank niet zegt te kunnen controleren waar het donatiegeld vandaan komt en waar het uiteindelijk belandt.
Wettelijk gezien moet een bank dan ingrijpen, op last van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft). Er is zo immers een risico dat hier geld wordt witgewassen of dat er aan terrorismefinanciering wordt gedaan. Daar mag een bank niet aan meewerken.
Zelf weet de stichting zeker dat er van witwassen of terrorismefinanciering geen sprake is: de organisaties waarmee ze in onder meer Gaza samenwerken, zoals de Bank of Palestine, worden streng gecontroleerd door Israël. Zij moeten van de Israëlische regering aan de strengste eisen voldoen om actief te mogen zijn in Gaza.
Rabobank voelt zich niet comfortabel genoeg bij die geruststelling, en dreigt daarom bijna constant met het opzeggen van de bankrekening. Mocht het echt zover komen, dan zou dat bijna zeker het einde betekenen van de stichting. Die probeert de afgelopen jaren dan ook koortsachtig om aan alle eisen te voldoen die de bank stelt.
In het verdachtenbankje
Hoe ver mogen banken eigenlijk gaan bij het controleren van de bedrijven, stichtingen en personen die zij als klant hebben? Ver, zo laat Jellema’s verhaal voor het eerst in detail zien. De banken zeggen daarin geen keus te hebben. Zij móeten hun klanten wel onderwerpen aan barrages van vragen en eisen, anders zijn zij zelf in overtreding.
Maar voor de gemiddelde stichting of vereniging blijkt dat een constante stress op te leveren. Het kost veel tijd, geld en vooral energie om je te verweren als je eenmaal in het verdachtenbankje zit bij de bank.
Als Jellema zich aansluit bij Israa heeft de stichting al een indrukwekkende lijst aan moeilijk te beantwoorden vragen op zijn bord, zo blijkt uit oude brieven van de Rabobank die Trouw heeft ingezien.
Zo stelde de bank in oktober 2017 bijvoorbeeld ineens als harde eis dat de stichting binnen twee maanden een keurmerk regelde van het Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF), terwijl alleen al de aanmeldingsprocedure voor dat keurmerk zo’n zes tot twaalf maanden duurt. In 2018 wil Rabobank zich gaan bemoeien met aanstellingen in het bestuur van de stichting: per brief laat de bank weten dat de stichting eventuele nieuwe bestuurders eerst moet voordragen, zodat de bank die kan ‘accepteren’.
Ook moet Israa een intern ‘compliance-beleid’ opstellen, zonder dat de bank uitlegt wat zij daar dan onder verstaat. In een brief uit 2019 verplicht de bank Israa zelfs om ‘middels documentatie’ te bewijzen dat de stichting niet aan fondsenwerving doet. De stichting snapt er niets van: fondsenwerving is het hoofddoel van een goededoelenstichting, hoe kan Israa dan bewijzen dat ze daar niet aan zou doen?
Een accountant aanstellen
Jellema is direct vanaf haar aantreden als secretaris druk bezig om dat CBF-keurmerk te regelen. Voor het aanmeldproces is nodig dat een externe accountant een goedkeurende verklaring geeft over de jaarrekening van Israa, wat betekent dat die accountant komt controleren dat het geld van de stichting wel op de juiste bestemming is aangekomen.
Het blijkt alleen niet makkelijk om een accountant te vinden die in het verre buitenland wil nagaan of dat het geval is. Om, met andere woorden, iemand te vinden die 1500 weeskinderen en duizenden ontvangers van voedselpakketten, dekens, medicijnen en warme maaltijden wil natrekken in Gaza, Libanon en Turkije.
Net nadat de stichting eind 2019 het gerenommeerde Amsterdamse kantoor Endymion bereid vindt, barst de coronacrisis uit. Concreet betekent dit maandenlange vertraging bij de controle van het jaarverslag. De accountant heeft in Gaza te maken met harde lockdowns en er is slechts beperkt stroomvoorziening. Dat maakt het lastig om bestanden uit lokale computerservers op te vragen.
Maar het lukt. Begin 2021 heeft de accountant een indrukwekkende hoeveelheid documenten gecontroleerd, zoals alle facturen en certificaten van samenwerkingspartners in Gaza, Libanon en Turkije. Hij controleerde ook hun verantwoording van de projecten, inclusief facturen van aangekochte hulpgoederen. En wat betreft de weeskinderen liggen er nu lijsten met namen, paspoortkopieën en een handtekening of stempel van een voogd voor elke keer dat een weeskind zijn maandelijkse 35 euro pinde.
Een enorme klus, maar elke euro uit Israa’s jaarverslag van 2019 is nu verantwoord. Volgens de onafhankelijke accountant is er geen enkele euro witgewassen, of beland bij terroristen. Het kostte Israa bijna 50 duizend euro om dit te laten uitzoeken, maar dan heb je ook wat.
Toch wordt de bankrekening opgezegd
Als Jellema op 31 maart 2021 dan eindelijk de goedkeurende accountantsverklaring opstuurt naar de Rabobank, laat de bank één dag later weten dat de bankrekening van Israa Rabobank tóch wordt opgezegd. De bank vond dat de accountantsverklaring niet snel genoeg was gekomen, coronacrisis of niet.
Israa’s moeizame ervaringen met Rabobank staan zeker niet op zichzelf. Banken moeten vaak extra alert zijn op stichtingen, aangezien die in het algemeen een groter risico vormen op fraude en witwassen. Stichtingen zijn makkelijk en goedkoop om op te richten, ze hoeven relatief weinig openbaar te maken over hun financiën en er zijn weinig harde regels voor intern toezicht op het stichtingsbestuur.
Maar door de grootschalige fraudejacht van banken komen ook onschuldige stichtingen, buurtverenigingen en voetbalclubs in het nauw. Die worden vaak bestuurd door vrijwilligers, mensen die niet altijd begrijpen wat ze hun bank moeten aanleveren als die om documenten vraagt. Om vervolgens tegen een geblokkeerde rekening aan te lopen omdat een enkel document niet in orde bleek, of omdat een bestuurslid zich niet helemaal goed had ingeschreven bij de Kamer van Koophandel.
Eerder dit jaar schreven elf koepelorganisaties er nog een brandbrief over aan minister Sigrid Kaag (financiën). Volgens onder meer Goede Doelen Nederland, toezichthouder CBF en Vereniging Nederlandse Organisaties Vrijwilligerswerk bezwijken bestaande klanten inmiddels onder de constante regeldruk die zij van de banken opgelegd krijgen.
Zowel grote als kleine organisaties ‘staat het water tot aan de lippen’, schrijven ze. Van links tot rechts maken politieke partijen zich hier ook zorgen over. Enkele weken geleden spraken D66 en het CDA zich nog uit, nadat RTL Nieuws berichtte dat een inzamelingsactie tegen MS en een lokaal Comité 4 en 5 Mei geen rekening konden krijgen vanwege mogelijke witwasrisico’s.
Vermeende banden met Hamas
Israa laat het er ondertussen niet bij zitten. In de zomer van 2021 is ze het gedoe met Rabobank zo zat dat ze een kortgeding aanspant. De inzet is duidelijk: het behouden van haar bankrekening.
Net voordat die zaak begint, enkele dagen ervoor zelfs, komt Rabobank ineens met een stuk of negen nieuws- en blogberichten die de bank van internet heeft gehaald. Ze gaan over vermeende banden tussen Israa en Hamas, een politieke en paramilitaire organisatie in Palestina die aanslagen heeft gepleegd op Israëlische soldaten en burgers. In onder meer de EU en de Verenigde Staten staat de beweging daarom op een terroristenlijst.
Erg recent zijn de berichten over vermeende banden niet, de laatste komt uit 2017. En de bank was er nooit eerder over begonnen bij de stichting. Heeft nooit aan de bel getrokken, of om uitleg gevraagd.
Israa’s advocaat vindt het ‘een grootbank onwaardig’. Rabobank gelooft natuurlijk niet écht dat de stichting ‘betrokken is bij terrorismefinanciering of gelieerd is aan Hamas’, zegt hij erover in zijn pleidooi. “Anders had zij de relatie met Israa zonder twijfel reeds eerder onverbiddelijk verbroken, en terecht!” Nee, de bank is volgens Israa gewoon bezig ‘een zweem van betrokkenheid’ bij Hamas te suggereren door met die artikelen te zwaaien, zonder daar daadwerkelijk bewijs voor te leveren.
Toch vindt Rabobank dat ze de artikelen ‘niet zomaar kan negeren’. Tijdens de zitting toont de advocaat van de bank plaatjes met straten vol marcherende Hamasstrijders, en angstaanjagende Hamaspropaganda waarin je een strijder met een machinegeweer ziet rondlopen.
Veel indruk maakt het allemaal niet op de rechter, die oordeelt dat de mediaberichten ‘voorhands geen hout’ snijden. Zo blijkt één van de aangehaalde berichten bijvoorbeeld compleet onwaar, en zijn vrijwel alle aangehaalde artikelen terug te leiden naar de blog van één oud-journalist. Die volgens de rechter bovendien bekend staat om een ‘felle anti-islamhouding’.
En even los van die artikelen, wat vond Rabobank eigenlijk van de accountantsverklaring die Israa met pijn en moeite heeft laten opstellen? Volgens de rechter kan Israa daarmee ‘gemotiveerd’ laten zien dat ze ‘precies weet’ waar de bedragen van 35 euro per maand belanden, namelijk bij de weeskinderen. Voor zover Israa en de rechter weten heeft de bank niet eens de moeite genomen om de administratie te bekijken, staat in het vonnis van de rechter.
Rabobank heeft nog één ander argument waarom ze afscheid zou mogen nemen van Israa: het voormalige bestuur van de stichting werkte lange tijd niet goed mee als de bank vragen had. Dat kan inderdaad kloppen, erkennen de huidige bestuursleden, waaronder Jellema. Enkele voormalige bestuursleden reageerden in het verleden laat of zelfs helemaal niet op vragen van de bank. Ze beloofden bovendien al in 2013 achter een CBF-keurmerk aan te gaan, zonder daar echt werk van te maken.
Alleen doet het ‘niet-professionele’ gedrag van voormalige bestuursleden er volgens de rechter niet toe. Het gaat erom of het huidige bestuur zijn taak serieus neemt, iets wat volgens de rechter het geval is. De voorzieningenrechter heeft zelfs de indruk dat de aanwezige bestuursleden ‘alles op alles zetten om de relatie met Rabobank in stand te houden’, staat in het vonnis.
Toch weer een uitgebreide vragenlijst
Kortom, de rechter verbiedt het Rabobank om op dat moment de rekening op te zeggen. Eindelijk kunnen Jellema en de anderen dus even rustig ademhalen, na alle zorgen over het op tijd rond krijgen van de accountantsverklaring en daarna de rechtszaak.
Maar die adempauze duurt niet lang. Enkele weken na de uitspraak stuurt Rabobank toch weer een uitgebreide vragenlijst, onder meer met vragen die Israa al uitgebreid had beantwoord tijdens het kortgeding. Rabobank eist in deze mail ook dat ze de onafhankelijke controlerende accountant mag spreken die de jaarrekening heeft goedgekeurd. En dat de stichting maar met datums en tijdstippen moet komen voor wanneer Rabobank met die accountant om tafel kan.
Op dat moment weet Israa’s advocaat even niet meer wat hij aan moet met de bank. Hoe te reageren? De rechter oordeelde nog maar enkele weken geleden dat de stichting goed kan aantonen dat alles in de haak is, dat er geen geld bij terroristen belandt. Dan is het toch belachelijk dat Rabobank zo snel alweer met nieuwe vragen komt, denkt de advocaat.
Hij antwoordt er uiteindelijk vrij laat en summier op. Waarop Rabobank de betaalrekening van de stichting in december 2021 toch weer dreigt op te zeggen.
Nu, bijna een jaar later, zijn de bank en de stichting nog steeds verwikkeld in uren durende gesprekken en lange brieven daarover. De twee partijen kijken of ze het zonder tweede rechtszaak kunnen oplossen. Jellema vreest van niet. Waarbij het overigens niet helpt dat ze, onder meer doordat alle andere zaken voor de bank zoveel tijd kostten, nog steeds geen CBF-keurmerk heeft bemachtigd.
Rabobank mag wettelijk gezien niet ingaan op vragen van Trouw over individuele klanten. Op het verwijt van Israa dat de bank bezig is met ‘een ontmoedigingsbeleid’ kan Rabobank dus ook niet reageren. Wel stuurt een woordvoerder een lange lijst met vragen en eisen die de bank wettelijk verplicht is te stellen aan zijn klanten.
Daar hoort onder meer bij dat er geen achterstand is in de administratie van de klant, dat de klant tijdig reageert op vragen die de bank wettelijk verplicht is te stellen, en dat een klant proactief naar de bank toe stapt als zij negatief in de media is verschenen. Rabobank begaat simpelweg een misdrijf als zij dit soort vragen niet stelt aan klanten, zegt de woordvoerder.
Niet als klant
Door al het gedoe met Rabobank komt het telefoontje van die ándere bank, ABN Amro, nog harder binnen bij Jellema. Toen de relatie met Rabobank zo uitzichtloos begon te worden, probeerde zij begin dit jaar een zakelijke rekening te openen bij ABN. De bank waar ze ook een persoonlijke betaalrekening heeft.
Maar ABN wil de stichting niet als klant. Tijdens het aanvragen van de zakelijke rekening liep de boekhouding van Israa nog achter, en de net aangetreden penningmeester stond op dat moment nog verkeerd ingeschreven. Maar de voornaamste reden, zo leest Jellema achteraf in een mail van de bank, was dat ook de bankmedewerkers van ABN op de negatieve online-artikelen waren gestuit over de stichting.
Niet lang nadat de stichting als klant is geweigerd krijgen de Israa-bestuurders met een persoonlijke rekening bij ABN ineens zelf ook telefoontjes en brieven. Ze moeten hun persoonlijke transacties verantwoorden aan de bank, blijkt uit de brieven en gespreksverslagen van de telefoontjes, die zijn ingezien door Trouw.
De bank heeft óók bij individuele klanten een wettelijke verplichting om dit soort onderzoeken te doen. Zeker als zij bestuurder blijken te zijn bij een stichting waarover kritische artikelen zijn verschenen. Voor de bestuurders zelf voelt het naar, als een aantasting in hun privacy.
Jellema komt er relatief licht vanaf. Zij krijgt geen brief, maar wordt alleen gebeld met vragen over waar het geld van haar moeder en haar ex-vriend voor waren. De bank kon aan haar eigen betalingen ook zien dat ze naar het buitenland was geweest. Van Palestina, via Turkije, naar Qatar. Wat deed ze daar, wil de bankmedewerker weten.
De uitleg is niet zo spannend: Jellema was in Qatar voor een handelsmissie van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Vanwege haar werk als marketing-consultant weet ze veel over zakendoen in het Midden-Oosten. In Palestina was ze om een marathon te lopen. “Ik had dus gewoon goede redenen om daar te zijn, en heb ook niets te verbergen”, zegt ze er achteraf over. “Maar het is confronterend, bedreigend en gewoon eng dat bankmedewerkers blijkbaar steeds meekijken bij wat ik doe.”
Verantwoording voor een uitgave van 10 euro
De andere bestuursleden krijgen naast een telefoontje ook een brief van de bank, zoals de 24-jarige studente die eerder dit jaar toetrad tot het bestuur daarvan. Zij moet zich onder meer verantwoorden voor een investering in cryptomunten van slechts 10 euro, zoals zoveel jongeren daar weleens geld in hebben gestoken.
Maar de bank sloeg ook aan op een bericht op Jonet.nl over een Palestijns scoutingkamp voor kinderen in het Noord-Brabantse Loon op Zand, waar de studente in 2018 bij betrokken was. De PVV-fractie in Noord-Brabant had vooraf gewaarschuwd dat het een ‘terroristen-trainingskamp’ zou worden, zo las ABN in het artikel. De PVV baseerde zich daarbij op artikelen van dezelfde oud-journalist die voorkwam in de zaak met Rabobank.
Het is ABN misschien ontgaan dat de burgemeester van Loon op Zand al een maand na die PVV-uitspraak, in oktober 2018, besloot dat het kinderkamp gewoon door mocht gaan. Naar aanleiding van de PVV-uitspraken had de burgemeester verschillende veiligheidsdiensten onderzoek laten doen, waaronder het bureau voor Contraterrorisme, Extremisme en Radicalisering in Tilburg.
Daaruit bleek dat het kamp ‘geen enkel gevaar vormt voor de openbare orde en veiligheid’, zo had ABN Amro in diverse lokale media kunnen lezen als de bank had gegoogled op ‘Palestijns’ en ‘Loon op Zand’. De veiligheidsdiensten vonden ook geen aanwijzingen dat ‘de organisatoren van het kamp banden hebben met organisaties met terroristische doeleinden’.
Evengoed moet de studente nu, anno 2022, ‘een nadere toelichting’ geven over het oorspronkelijke bericht uit 2018, staat in de brief. En bovendien toelichten ‘wat u in de toekomst gaat doen om soortgelijke berichtgeving te voorkomen’. Voor het bestuurslid is dat een rare vraag, het was immers niet haar eigen idee om te figureren in een artikel over een terroristenkamp.
Toch heeft bank de antwoorden nodig in het kader van haar wettelijke verplichte klantonderzoeken, staat in de brief. En als ze weigert om te antwoorden? Dan zal de bank moeten ‘bepalen of u nog klant kunt blijven’.
Reactie van de banken:
Banken mogen wegens privacyregels niet ingaan op vragen over individuele klanten. Daarom kan Rabobank geen antwoord geven op specifieke vragen over hoe streng Rabobank was richting stichting Israa. ABN kan niet ingaan op vragen over hoe ze van een bestuurslid kan vragen om niet meer voor te komen in negatieve berichtgeving, terwijl zij daar zelf geen invloed op heeft.
Wel zegt een woordvoerder van ABN te begrijpen dat klanten de klantcontroles als belastend of onprettig kunnen ervaren. “Onze mensen worden erop getraind om dit proces zo soepel en klantvriendelijk mogelijk uit te voeren. Echter, wij vragen begrip van onze klanten dat onze poortwachtersrol vereist dat we deze controles uitvoeren in het belang van een integer financieel systeem.”
Dat het huidige systeem knelt, daar is iedereen het overigens wel over eens. De banken klagen al langer dat zij veel tijd kwijt zijn aan het controleren van klanten, zonder dat duidelijk is wat het uiteindelijk allemaal oplevert in de daadwerkelijke opsporing van criminelen. Ook toezichthouder De Nederlandsche Bank (DNB) ziet inmiddels dat de rigoureuze klantcontroles te veel ‘neveneffecten’ hebben, zoals het feit dat veel klanten last hebben van grote regeldruk of zelfs buitengesloten worden bij banken.
De banken praten op dit moment met DNB en het ministerie van financiën om te bekijken hoe de neveneffecten voorkomen kunnen worden. In het eerste gesprek ging het onder meer over hoe banken om zouden moeten gaan met negatieve berichtgeving over een klant.
De volledige naam van het 24-jarige bestuurslid van Stichting Israa is bekend bij de hoofdredactie.
Lees ook:
Jacht op witwassers met ‘sleepnet’ dupeert de gewone rekeninghouder
Door de jacht van banken op criminele geldstromen lopen de kosten en wachttijden bij het openen van een bankrekening op. Nu komen daar ook privacyzorgen bij.