Vogelgriep

Sterns en lepelaars bezwijken bij bosjes aan de vogelgriep

Een meeuw aast op de prooi die een lepelaar net heeft gevangen in natuurgebied Oeverlanden aan het Hollands Diep. Beeld Edwin Muller, ANP
Een meeuw aast op de prooi die een lepelaar net heeft gevangen in natuurgebied Oeverlanden aan het Hollands Diep.Beeld Edwin Muller, ANP

Van de Waddeneilanden en uit de Delta komen steeds meer meldingen van dode en zieke vogels die bezwijken aan de vogelgriep.

Rob Buiter

In kolonies van grote sterns, mantelmeeuwen en zilvermeeuwen worden ongewoon grote aantallen dode volwassen vogels en kuikens gevonden. Dode lepelaars uit een kolonie aan het Krammer-Volkerak zijn onlangs opgestuurd naar Wageningen Bioveterinary Research. Daar is deze week bevestigd dat de dieren zijn bezweken aan het vogelgriepvirus H5N1.

“Bij ons onderzoek in een kolonie grote sterns in de Delta zagen we veel kuikens met de typische verschijnselen van vogelgriep”, vertelt vogelonderzoeker Dirk van Straalen van Delta Milieu. “Ze kunnen niet meer rechtop zitten of staan en draaien met hun kop. Het zijn beelden die we in de winter ook bij veel ganzen met vogelgriep hebben gezien, maar nog niet eerder in het broedseizoen.”

Ook onder de 4000 grote sterns op Texel is veel sterfte, ziet Mardik Leopold van Wageningen Marine Research. “We rapen nu dagelijks 50 tot 100 dode sterns van de kwelders in het zuiden. Allemaal broodmagere dieren die al een tijdje niet hebben kunnen eten. De dode vogels halen we weg om besmettingsbronnen weg te nemen.” De dode sterns worden nog onderzocht om te bevestigen of het om vogelgriep gaat.

Veel dode jan van genten in Canada

Viroloog Thijs Kuiken van de Erasmus Universiteit herkent het beeld dat de vogelonderzoekers beschrijven. “Vorig jaar kwamen er al berichten uit grote kolonies van jan van genten in Canada, over enorme aantallen dode vogels in het water. Dit jaar is het virus ook opgedoken in kolonies in Schotland”, zegt Kuiken. Tegen de uitbraak onder wilde vogels is volgens hem niet veel te doen.

Van vogelgriep, oftewel ‘aviaire influenza’, bestaan hoog- en laagpathogene varianten, waar vogels respectievelijk wel en niet aan doodgaan. De laagpathogene variant is altijd wel aanwezig onder wilde vogels. Uit eerder onderzoek bleek dat 37 van de 39 bekende hoogpathogene varianten ooit zijn ontstaan in de pluimveehouderij, voor het grootste deel in Azië.

De variant die nu onder wilde vogels rondgaat, is de stam van het vogelgriepvirus H5N1 die in 1996 is ontstaan op een ganzenboerderij in Guangdong in China, zegt Kuiken. “Deze hoogpathogene versie van vogelgriep blijkt erg hardnekkig. De stam ‘2.3.4.4.B’ gaat nu al een aantal jaren rond onder zowel wilde vogels als pluimvee.”

Vaccin kan niet alles oplossen

Wageningen Bioveterinary Research doet op dit moment onderzoek met een aantal mogelijke vaccins tegen de vogelgriep. Daarbij is niet alleen de vraag of het vaccin de sterfte onder pluimvee kan voorkomen, maar vooral of een vaccin de verspreiding van het virus kan tegengehouden.

“Uiteindelijk moeten we de conclusie trekken dat we de pluimveehouderij over een andere boeg moeten gooien”, zegt viroloog Kuiken. “De enorme aantallen vogels op een kluitje zijn te vaak een kweekvijver van ernstige virusvarianten gebleken. Niet alleen in Azië, ook in Europa en dus in Nederland.”

Lees ook:

Waarom de vogelgriep blijft hangen en wat daaraan te doen valt

De vogelgriep circuleert permanent in Nederland. Het kabinet reageert traag, vindt hoogleraar Kuiken.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden