'Schokkende' cijfers: meer geld wereldwijd besteed aan subsidie fossiele energie dan aan zorg
Overheden geven dit jaar wereldwijd ruim 4,6 biljoen euro uit aan subsidies op fossiele brandstoffen. Dat heeft het Internationale Monetaire Fonds IMF berekend. De subsidies op brandstoffen als olie en steenkool zijn veel hoger dan eerder werd aangenomen, aldus het IMF in een net verschenen rapport.
In eerdere schattingen ging het IMF nog uit van veel lagere bedragen. Zo werden de subsidies in 2011 nog geschat op 1,77 biljoen euro (1 biljoen is een 1 met twaalf nullen). Maar in het nieuwe rapport gaat het IMF op basis van nieuwe rekenmethodes nu uit van een bedrag voor 2013 van 4,33 biljoen en 4,6 biljoen euro voor dit jaar.
Dat komt neer op ongeveer 6,5 procent van het wereldwijde BNP. Het IMF noemt de cijfers 'schokkend', vooral omdat er wereldwijd waarschijnlijk meer wordt uitgegeven aan subsidies op fossiele brandstoffen, dan aan gezondheidszorg. Daarvan liggen de uitgaven wereldwijd op naar schatting 6 procent van het BNP.
Door subsidies te geven op fossiele brandstoffen subsidiëren de overheden ook de schadelijke bijeffecten daarvan, zoals milieuvervuiling en gezondheidsschade, aldus het IMF. Die schadelijke effecten treden vaak op in de landen die brandstoffen als steenkool en olie en olieproducten subsidiëren.
China spant de kroon als het gaat om subsidies voor milieuvervuilende brandstoffen. Het land geeft er jaarlijks 2,3 biljoen dollar aan uit, omgerekend zo'n 2 biljoen euro. De Verenigde Staten staan op de tweede plaats met 699 miljard dollar, gevolgd door Rusland, de Europese Unie, India en Japan.
Volgens het IMF werken de subsidies op fossiele brandstoffen niet of verkeerd. Vaak zijn ze gericht op het ondersteunen van arme mensen, maar komen de opbrengsten vooral bij de rijkere lagen van de bevolking terecht en is het daarom een bijzonder inefficiënte methode om armoede te bestrijden.
Ook stelt het IMF dat energiesubsidies het milieu en de gezondheid schaden, leiden tot meer gebruik van voertuigen en het introduceren van manieren van energiebesparing frustreren. Ook zorgen de subsidies in veel landen voor tekorten op overheidsbegrotingen doordat de brandstoffen onder marktprijs worden aangeboden.
Het IMF dringt er al jaren bij overheden op aan om de subsidies op fossiele brandstoffen terug te dringen. In een aantal landen is dat inmiddels ook gebeurd, zoals in Egypte, Indonesië, India en Jordanië.
Het rapport komt op het moment dat bijna 200 landen, voorafgaand aan een top in Parijs in december, werken aan een akkoord om de opwarming van de aarde tegen te gaan. Het afschaffen van de subsidies voor fossiele brandstoffen en het betalen voor CO2-vervuiling worden gezien als de belangrijkste internationale maatregelen die helpen tegen de temperatuurstijging op aarde.