'Rio+20 heeft alleen oog voor trendy klimaat, niet voor echte problemen'
Het zal voor niks zijn, al die duizenden politici, wetenschappers en activisten die volgende week in Rio de Janeiro samenkomen om de wereldwijde milieuproblemen op te lossen. De VN hoopt op de top de verlokkingen van een groene economie te presenteren om de opwarming van het klimaat te keren. Maar die opwarming is het grootste probleem niet, stelt de 'sceptische milieuactivist' uit Denemarken Bjørn Lomborg.
Zelfs als alle slachtoffers die vallen door overstromingen, droogtes, hittegolven en stormen worden toegeschreven aan de opwarming van de aarde, dan nog zou klimaatverandering slechts verantwoordelijk zijn voor 0,06 procent van het aantal doden in ontwikkelingslanden. Een cijfer dat in het niet valt bij de 13 procent van de mensen die sterven aan de gevolgen van water- en luchtvervuiling, stelt Lomborg op de internationale debatsite Project Syndicate.
"Dus, voor ieder mens die mogelijk overlijdt door de opwarming van de aarde, sterven ongeveer 210 mensen aan gezondheidsproblemen die worden veroorzaakt door gebrek aan schoon water en sanitaire voorzieningen, het binnenshuis inademen van rook afkomstig van vuile brandstof (zoals gedroogde mest) en het inademen van vervuilde lucht buitenshuis," rekent Lomborg voor.
Is het daarom verstandig om miljarden uit te geven aan windmolens, zonnepanelen, biobrandstof en andere 'fixaties van de rijke wereld', vraagt de Deense dwarsdenker zich af. Cynisch stelt hij vast dat de welvarende landen alledaagse problemen met luchtvervuiling niet trendy genoeg vinden.
Wat Lomborg ook ergert, is het valse beeld dat een groene economie voor meer welvaart zorgt en de armoede in de wereld bestrijdt. "Serieus, waarom denken goedbedoelende bewoners van de Eerste Wereld dat de Derde Wereld energie moet gaan gebruiken die duurder, zwakker en minder betrouwbaar is dan hun eigen technologie."
The Future We Want, is de slagzin van Rio+20. De toekomst die 'wij' willen? En wie zijn 'wij' dan, vraagt Lomborg zich af. Die miljarden mensen die dagelijks met knagende honger de slaap proberen te vatten? Of de zes miljoen mensen die elk jaar sterven aan water- of luchtvervuiling?
Dan is er nog China, dat in de VN-brochure lof krijgt voor hun inzet op duurzame energie. Het zou werk en welvaart creëren. Maar dat verhaal ligt volgens de sceptische milieuactivist iets genuanceerder. De afgelopen 25 jaar is de welvaart weliswaar enorm gestegen, maar niet dankzij een groene economie. Kijk maar naar de verviervoudiging van de CO2-uitstoot. En van alle zonnepanelen die de Chinezen produceren, gaat 98 procent naar het buitenland. Slechts 0,005 procent van de Chinese energie komt van zonnepanelen. Maar dat verhaal past blijkbaar niet in het groene sprookje van Rio+20, schrijft Lomborg.
De VN-brochure idealiseert ook het plaatje van de ecologische Soedanese boer. "Helaas is Afrika tegenwoordig bijna geheel ecologisch - wat leidt tot lage opbrengsten, honger en ontbossing. Afrika moet de opbrengsten verhogen, en dat betekent dat boeren moderne gewassen, kunstmest en pesticiden moeten gebruiken. Met meer moeite minder produceren spreekt misschien de weldoorvoede Eerste Wereldbewoners aan, maar daardoor sterven de armen letterlijk van de honger."
Lomborg vindt het zeer verontrustend dat de wereld wel belangstelling heeft voor trendy thema's en onrealistische oplossingen, maar wegkijkt van de echte problemen. "Een van de werkelijkheid losgekoppelde mondiale elite vliegt naar Rio om 's werelds armen te vertellen dat zij een zonnepaneel nodig hebben." Rio+20 is daarom in de ogen van de Deense scepticus een gemiste kans.
Een van de werkelijkheid losgekoppelde mondiale elite vliegt naar Rio om 's werelds armen te vertellen dat zij een zonnepaneel nodig hebben.Bjørn Lomborg