Redden de worm en de krekel de landbouw?
Een nieuwe landbouwsector is in opkomst: het kweken van insecten. Wetgeving breekt open, investeerders stappen in. Maar hoe zit het met dierenwelzijn? 'Ook insecten zijn wezens met gevoel'.
Voor haar eigen hagedissen viste Margot Calis 35 jaar geleden nog insecten met een netje uit het veld. Tot ze een paar krekels kocht, gekweekt in een Rotterdamse meterkast. Ze startte haar eigen kwekerij. Het hele gezin stapte in en verkocht onder de naam Kreca (krekels van Calis) jarenlang meer dan tien soorten insecten aan dierenwinkels en reptielenliefhebbers. Met het oog op de toekomst begon het gezin met een investeerder ondertussen de fabriek Protifarm, die Kreca opkocht. De fabriek is nu een populatie buffalowormen aan het opkweken en zal deze zomer duizenden kilo's per dag produceren.
Dat is nog weinig vergeleken met de nabije toekomst, denkt de Raad voor Dierenaangelegenheden (RDA), een onafhankelijke raad van experts die het ministerie van landbouw adviseert. De raad publiceerde deze week de zienswijze 'De ontpopping van de insectensector'. Daarin inventariseert ze de vele vragen die nog onbeantwoord zijn over deze nieuwe landbouwtak. De grootste bedrijven, signaleert de raad, hebben al de infrastructuur om 'zeer binnenkort' tientallen tonnen per dag te produceren. Die tonnen zijn dan niet alleen voor reptielen. De tijd dat insecten uitsluitend gekweekt werden als voer voor speciale huisdieren is voorbij. Sinds vorig jaar mogen insecten ook gevoerd worden aan kweekvissen, en per volgend jaar waarschijnlijk ook aan kippen en varkens. Het Nederlandse ministerie van landbouw, natuur en voedselkwaliteit stelde deze week een speciale coördinator aan om de groei van de insectensector in goede banen te leiden.
Veevoer
Dat is goed nieuws voor Marian Peters, medeoprichter van de Verenigde Nederlandse Insectenkwekers (Venik), waarvan de familie Calis een van de tien leden was. Peters kweekt zelf geen insecten, maar gebruikt ze wel om er repen, veevoer en landbouwstoffen van te maken met haar bedrijf New Generation Nutrition. Ze begon in 2008 met Venik, nadat ze ervaring had opgedaan als beleidsmedewerker landbouwinnovatie bij de overheid. In insecten, zegt Peters, zag ze duurzame potentie. "Je hoeft er niet zoveel Zuid-Amerikaans bos voor te kappen als voor soja in veevoer. En insecten stoten als koelbloedige dieren ook niet of nauwelijks broeikasgassen of ammonia uit." En het meest veelbelovende aspect van de nieuwe sector volgens Peters: insecten zouden weleens een belangrijke schakel kunnen worden in een circulaire economie. "We gooien een derde van ons voedsel weg. Insecten kunnen daar weer hoogwaardige materialen van maken." In plaats van organische reststromen te vergisten tot energie, een 'laagwaardige' toepassing, eten insecten dit op en worden zo zelf eiwitrijk veevoer. Daarbij produceren ze ook nog een reststroom die volgens Peters goed gebruikt kan worden in de landbouw: insectenmest.
Maar zover is het nog lang niet. Regelgeving voorkomt nu nog dat grote producenten al hun potentieel benutten, stelt de RDA vast in haar rapport van afgelopen week. Tot nu toe mógen veel dieren bijvoorbeeld niet gevoed worden met insecten. Dat heeft te maken met de gekkekoeienziekte. Toen die de kop opstak in 2000, werd dat geweten aan dierlijk eiwit in het veevoer. De Europese Commissie kwam daarom met een verbod op dierlijk voer voor dieren die de menselijke voedselketen ingaan. Marian Peters: "De EU maakte dus alle dieren op ons menu vegetariërs."
Gekkekoeienziekte
Dat de wetgeving nu openbreekt is mooi, maar dat moet volgens Peters niet overhaast gebeuren. Ze wil dat de sector zich zo veilig mogelijk ontwikkelt, ook al levert dat soms gekke belemmeringen op. Insecten die gekweekt worden als veevoer komen uiteindelijk ook in onze voedselketen terecht. En dus mogen ook die insecten geen vlees eten, uit angst voor gekkekoeienziekte-toestanden. "Een groot deel van het huis- tuin- en keukenafval kunnen we daardoor niet gebruiken als insectenvoer", zegt Peters. "Een oude pizza waar tonijn op zit, bijvoorbeeld."
Een nog goedkopere voedingsbodem voor insecten is mest, denk aan mestkevers. Peters: "Als een insectenkweker mest zou kunnen gebruiken, krijgt hij geld toe van de boer. Economisch is dat dus heel aantrekkelijk. Maar dat moet eerst goed onderzocht worden. Als mest vervuild is met zware metalen die zich ophopen in insecten, krijgen mensen ze uiteindelijk ook binnen."
De Raad voor Dierenaangelegenheden adviseert de regering om de mogelijke functie van insecten als afvalverwerkers verder te onderzoeken. Ook als die insecten niét dienen als voedsel, een nog onderbelicht onderzoeksveld in Nederland. In China wordt dat volgens de raad al beter bekeken.
Maar wat betreft insecten in voedsel loopt Nederland voorop. Al in 2009 zorgde Peters mede voor introductie van insecten in het overheidsprogramma Innovatieve Eiwitketens. Dat leidt inmiddels ook tot geldstromen richting Nederlandse insectenkwekers. Peters: "Er zijn veel subsidies vrijgekomen en investeerders stappen in." Hoeveel de familie Calis kreeg voor het opzetten van Protifarm en de verkoop van KreCa, is geen openbare informatie. Het Nederlandse Protix kreeg een jaar geleden 45 miljoen euro van verschillende investeerders, waaronder Rabobank. Het Nederlandse bedrijf verkoopt insectenmeel en -vetten voor diervoer aan twaalf verschillende landen.
De economische impuls is er, concludeert ook de RDA. Juist daarom hamert de raad in haar rapport op een ander onderwerp: dierenwelzijn. Ook ongewervelde dieren moeten volgens RDA beschouwd worden als 'wezens met gevoel'. En daarnaar is onderzoek nodig, want niemand weet precies wat ze fijn vinden. Marian Peters: "Insecten doen aan crowden; ze zoeken elkaar op. Ze zitten graag bovenop elkaar en in het donker. Maar sommige zijn weer graag alleen. Je kunt niet alle insecten over één kam scheren."
Gezondheidsvoordelen
Volgens de RDA publiceerden wetenschappers in het jaar 2017 evenveel studies over het onderwerp insecten als in de bijna tien jaar daarvoor. In de studies komen ook gezondheidsvoordelen naar voren. Insecten lijken een bron van goed gebalanceerde hoogwaardige en essentiële nutriënten. Voor mensen en dieren, zoals kippen en biggen. Volgens Peters kunnen de prebiotische eigenschappen mogelijk zelfs het gebruik van antibiotica in veevoer terugschroeven. De RDA waarschuwt tegelijkertijd voor het gebruik van antibiotica in de insectensector.
Die wetenschappelijke focus op insectenkweek wordt weleens vergeleken met de opleving van onderzoek naar het houden van kippen en varkens na de Tweede Wereldoorlog, zegt Peters. "Onderzoekers keken hoe die veehouderij geïntensiveerd kon worden. Pas later werd daarin ook het dierenwelzijn meegerekend. Nu kunnen we dat van het begin af aan meenemen."
Tegelijkertijd zorgen insecten als veevoer weer voor extra welzijn bij andere dieren. Nieuw onderzoek laat zien dat dierlijk eiwit in voer kippen en kalkoenen goed doet, meldt ook RDA. Peters: "Ze pikken elkaar minder. Dat scheelt bij kalkoenen de helft aan sterfgevallen." De nieuwe bevindingen leiden tot ethische kwesties over de intrinsieke waarde van dieren, schrijft de RDA. Bijvoorbeeld: is een koe meer waard dan zijn lichaamsgewicht aan insecten?
HAS Hogeschool is in samenwerking met Marian Peters inmiddels twintig nieuwe insectenkwekers aan het opleiden. Insecten kweken vergt 'groene vingers', zegt Peters. Ze noemt ventilatie, dichtheid in de bak en het voorkomen van roofinsecten, zoals roofmijt, in de insectenkudde. En weer een ander risico van het vak: insecten mogen niet ontsnappen en gaan woekeren. "De insecten die nu gekweekt worden overleven de Nederlandse winter niet. Maar ook daar moet je voorzichtig mee zijn", zegt Peters. "Je ziet nu dat woekerende waterplanten uit het tuincentrum soms in de natuur gedumpt worden. Of kijk naar de Amerikaanse rivierkreeft, die in Nederland bijna alle andere inheemse rivierkreeften verdrongen heeft. Zulke toestanden moeten we bij de insecten zien te voorkomen."
Lees ook: Zonder insecten overleven we niet - en binnen tien, twintig jaar is het crisis
Met veel insecten gaat het niet goed, door toedoen van de mens. Wat zou er gebeuren als ze allemaal uitsterven? Geen mens die het precies kan vertellen. Bioloog Dave Goulson doet een poging.