Commentaar
Plofkip mag dan minste milieubelasting geven, plofsector blijft probleem
De plofkip is beter voor het milieu dan haar biologische zus. Dit bericht zette de krantenlezer gisteren wellicht even op het verkeerde been. De plofkip - alleen de naam al - is toch iets waar je als biologisch consument met een boogje omheen moet lopen?
Promovenda Sanne Dekker onderzocht echter de milieubelasting van verschillende soorten kippeneieren, en de resultaten daarvan bleken ook toepasbaar op kippenvlees. Met de plofkip als minst milieubelastende variant. Het voer voor de biologische kip wordt van ver(der) gehaald. Bovendien leeft ze langer en poept dus meer.
Ook al is het goed deze factoren eens onder de loep te nemen, ze moeten niet het zicht verhullen op de problematische omvang van de sector. Er zijn ongeveer 100 miljoen kippen in Nederland en een paar procent daarvan is biologisch. Van de 4,5 miljoen kippen die per week worden geslacht zijn ruim 100.000 scharrelkippen. Ook al groeit dat aantal gestaag, het is nog steeds een calimero versus een enorme plofsector. Met de bijbehorende druk op het milieu.
Vriend en vijand zijn het erover eens dat ongebreidelde groei van intensieve veehouderij niet de toekomst is. Het is daarom niet verkeerd eens na te denken over maxima voor het aantal dieren per stal, zoals staatssecretaris Bleker deze week probeerde. Mega-stallen zijn niet per se slecht; ze kunnen de transportlast en de druk op landschap en omgeving verminderen.
Het is echter veel beter om duurzaamheid en dierenwelzijn te combineren in de moderne stal, zoals ook promovenda Dekker in deze krant stelde. Voor de meeste consumenten horen deze zaken gevoelsmatig toch al bij elkaar: men wil dat het dier een goed leven had én dat het milieu er niet onder lijdt. In de biologische kippenren is nog veel milieuwinst te halen, bijvoorbeeld met een betere kringloop van mest. Ook is de hoeveelheid voer die nodig is per kip met allerlei technieken nog te verminderen.
Maar helemaal te combineren zijn duurzaamheid en dierenwelzijn natuurlijk nooit. Ook is het niet haalbaar dat alle 100 miljoen kippen in Nederland duurzaam worden gefokt. De vegetariërs zouden zeggen: haal de kip er tussen uit, en eet lekker groenten.
Het televisieprogramma 'De Keuringsdienst van Waarde' liet ooit zien dat het nog kan ook: een lekkere soep maken van maïs en ander kippenvoer. Een geintje natuurlijk, maar met een kern van waarheid. Linksom of rechtsom blijkt telkens dat minder vlees eten de enige kans is op een echt duurzame sector.
