Interview
'Plastic scheiden levert het milieu weinig op, maar mensen moeten er wel mee doorgaan'
Plastic scheiden levert voor het milieu weinig op, constateert het Centraal Planbureau. Recyclen gaat moeilijk en alternatieven ontbreken nog. Statiegeld zou wel helpen.
In het eerste deel van een serie rapporten over de circulaire economie, kwam het Centraal Planbureau vandaag meteen met een paar opmerkelijke conclusies. Politiek gevoelig ligt de vaststelling dat invoeren van statiegeld op plastic flesjes een probaat middel zou zijn tegen de enorme berg aan zwerfafval. De meerderheid in het parlement heeft dat tot nu toe tegengehouden.
Het andere punt raakt de consument. Het scheiden van plastic levert maar weinig op voor het milieu. Want het meeste afval is niet erg geschikt voor hergebruik. Scheiden is bovendien duur. Wat betekent deze studie voor consument en politiek, en is er al plastic op komst dat wél goed te recyclen is? Twee vragen aan CPB-onderzoekster Annemiek Verrips en twee vragen aan hoogleraar scheikunde Katja Loos.
Kunnen mensen maar beter stoppen met plastic scheiden?
“Nee, ze kunnen daar het beste gewoon mee doorgaan”, zegt CPB-onderzoekster Annemiek Verrips, econoom én scheikundige. Ook tot haar eigen verbazing, ontdekte ze dat de resultaten van het scheiden van plastic zeer beperkt zijn. Dat komt, doordat het grootste deel van het gesorteerde plastic bestaat uit een mix van allerhande soorten en folies. Afvalverwerkers kunnen daar weinig mee beginnen. Daardoor is de prijs heel laag of zelfs nul, terwijl de kosten voor inzameling en verwerking hoog zijn. Anderzijds levert verbranden van het plastic wel elektriciteit en warmte op, en wordt de totale uitstoot van CO2 met 0.1 procent verminderd.
Het CPB noemt het intensiveren van de gescheiden-afval campagne niettemin ‘niet kansrijk’: hoe meer plastic afval er komt, hoe lastiger het volgens Verrips wordt er weer vanaf te komen. “Maar dat kan je niet individueel vertalen, dat je er daarom maar mee op moet houden”, zegt ze. “Scheiden blijft goed, want het vermindert de uitstoot van CO2. Ga gewoon door zoals je bezig was, zorg dat je netjes bent in je afvalstromen. Doe geen plastic bij het oud papier, en gooi het ook niet in de bak voor groente- en tuinafval. Dat is echt heel slecht voor het milieu.”
Statiegeld op plastic flesjes zet volgens het CPB wel zoden aan de dijk. Dat moet dus zo snel mogelijk worden ingevoerd?
“Dat zeggen wij niet”, zegt Verrips. “We hebben geen kosten- en batenanalyse gedaan. Het zou kunnen dat de kosten van invoering van dit systeem niet opwegen tegen de baten. Dat hebben we niet onderzocht.” Het CPB weet wel, dat mensen hun flesjes minder makkelijk weggooien als zij er statiegeld voor krijgen. Dat heeft zeker effect; zwerfafval bestaat voor negentig procent uit verpakkingen van kunststof. Vermindering van zwerfafval heeft ook een positief effect op de plastic soep, die voor een groot deel bestaat uit rommel in de buitenlucht. Daar komt als voordeel bij, dat het plastic makkelijker te recyclen is als het wordt ingeleverd bij de supermarkt. “Want dan is het geen vervuilde stroom, maar plastic van één type. Dat is makkelijker te verwerken tot een nieuw product”, weet de CPB-onderzoekster.
Waarom is recyclen zo moeilijk?
Plastic is een verzamelterm voor talloze kunststoffen die eigenlijk maar één eigenschap gemeen hebben: ze worden gewonnen uit organisch materiaal. Scheikundigen hebben de kunst geleerd om daar lange moleculen uit te winnen – koolwaterstoffen – die ze naar believen kunnen verlengen of van zijketens voorzien, of waar ze iets aan kunnen hangen. Met al die toevoegingen geven ze hun plastic de gewenste eigenschappen: hard of zacht, licht of sterk, hittebestendig.
Ingezameld plastic bevat al die soorten. En ook al lukt het om alles los te weken, de ketens zijn zo verschillend dat het mengsel waardeloze eigenschappen heeft. Je kunt er hooguit zoiets als een bermpaaltje van maken. In principe kun je de ketens wel weer terugknippen tot het basismateriaal, zegt Katja Loos, hoogleraar polymeerchemie aan de Rijksuniversiteit Groningen. “Maar dat kost erg veel energie.”
Je zou het afval eerst moeten splitsen in homogene stromen, maar dan ben je er nog niet. Met sommige plastics kun je helemaal niets, maar zelfs de meest geschikte varianten zijn niet probleemloos. Loos: “Er zit altijd wel een kleurtje in of een vlamvertrager. Toevoegingen die je niet altijd in het gerecyclede plastic wilt.”
Zijn er geen duurzame alternatieven?
“Welk niet-duurzaam probleem moet worden opgelost?”, vraagt professor Loos. “De uitputting van grondstoffen – bijna alle plastics worden van aardolie of –gas gemaakt , hun eenmalige gebruik of hun slechte afbreekbaarheid in het milieu?” Zelden voldoet het alternatief aan alle drie de eisen. Er zijn bijvoorbeeld zogeheten bioplastics die zijn gemaakt uit plantaardig afval, zoals resten van suikerbieten of suikerriet. Maar die zijn veelal niet afbreekbaar.
Plastic van polymelkzuur is dat weer wel, maar dat is beperkt toepasbaar. Boven de honderd graden wordt het zacht. Loos: “Je wilt ook niet dat een colaflesje in het winkelschap al afbreekt. Laat staan die mooie fleecetrui.”
Ze wil ook kwijt dat plastic een mooi product is. “Honderd jaar geleden hadden we nog geen idee hoe we een PET-fles konden maken. Pas sinds kort beseffen we de nadelen ervan. Veel collega’s zeggen dan ook: we moeten per type en per toepassing bekijken hoe we ze kunnen vervangen door een biologisch of afbreekbaar alternatief.”