Insecticiden
Paardenbloemen in vijftien parken besmet met bestrijdingsmiddelen en anti-vlooiengif
Op paardenbloemen uit vijftien openbare parken in Nederland zitten restanten van anti-vlooienmiddelen en gewasbeschermingsmiddelen, zo blijkt uit een onderzoek.
Fotograaf Marlonneke Willemsen zag twee jaar geleden dat het fout ging met de rupsen van de grote beer (Arctia caja), die ze paardenbloemen voerde. Willemsen fotografeert dieren in verschillende fasen van hun groei en ontwikkeling. Maar de rupsen die ze in 2021 kweekte, ontpopten zich tot ernstig mismaakte nachtvlinders. Veel vlinders kwamen niet eens uit hun pop.
De paardenbloemen had de fotografe geplukt in het Groene Hart Park in haar woonplaats Nieuwerkerk aan den IJssel. Ze vroeg Margriet Mantingh en Jelmer Buijs de paardenbloemen te onderzoeken en zij vonden daarbij concentraties insecticiden en andere bestrijdingsmiddelen. Daarom keken de onderzoekers ook naar paardenbloemen uit veertien andere parken verspreid over Nederland.
Alle monsters bleken besmet met vier tot achttien verschillende stoffen afkomstig van diergeneesmiddelen tegen vlooien, teken en luizen. Ook troffen de onderzoekers onkruid- en schimmelbestrijdingsmiddelen aan die binnen een straal van 8200 meter in de landbouw worden gebruikt, of een omzettingsproduct (metaboliet) daarvan.
Mantingh is voorzitter van Pesticide Action Network Nederland (Pan-NL), Buijs heeft zijn eigen onderzoeksbureau Buijs Agro-Services. Samen toonden ze vanaf 2018 aan dat bestrijdingsmiddelen uit de landbouw kilometers ver doordringen in beschermde natuurgebieden in Drenthe en Gelderland.
Zeer schadelijk voor de ontwikkeling van insecten
Net als destijds is ook het onderzoek naar de verspreiding van gif op paardenbloemen beperkt van omvang. Zestien paardenbloemenmonsters uit vijftien parken zijn in een gecertificeerd laboratorium onderzocht op de aanwezigheid van 707 bestrijdingsmiddelen. In totaal werden veertig verschillende stoffen aangetroffen, waarvan 31 middelen voor gebruik in de landbouw zijn toegelaten of in het verleden als gewasbeschermingsmiddel toegelaten zijn geweest.
De overige negen stoffen zijn insecticiden (of metabolieten daarvan), die niet in de landbouw zijn toegelaten, maar wel mogen worden gebruikt als diergeneesmiddel om vlooien, teken of luizen bij honden en katten te bestrijden. Een aantal van die stoffen, zoals imidacloprid en permethrin, is zeer schadelijk voor de voortplanting en ontwikkeling van insecten. Fipronil zat in acht paardenbloemmonsters, en is dus in de helft van de vijftien parken aangetroffen.
Geen met insecticiden behandelde honden in parken
Ter controle haalden Mantingh en Buijs enkele paardenbloemen uit een weiland van een biologisch veeteeltbedrijf in Gelderland. Hierop vonden ze geen insecticiden. De onderzoekers wijzen erop dat de ecotoxicologische effecten van cocktails van diergeneesmiddelen en bestrijdingsmiddelen nooit voor toelating worden onderzocht.
De onderzoekers noemen het ‘zeer aannemelijk’ dat de voortplanting van insecten die van planten eten waarop anti-vlooienmiddel terecht is gekomen ernstig wordt verstoord. Ze adviseren een drastische beperking van het gebruik van insecticiden bij honden en katten. Ook vinden ze dat het uitlaten van met insecticiden behandelde honden in parken en natuurgebieden moet worden ontmoedigd of zelfs verboden.
Lees ook:
Weg met steeds weer nieuwe vormen van landbouwgif
Hun ideaal is een wereld zonder landbouwgif, hun doel het gebruik van bestrijdingsmiddelen uitbannen. Wie zijn de mensen achter Pesticide Action Network Nederland (Pan-NL), de nummer 14 in de Duurzame 100?
Een rups, een vis, een koe: deze foto’s tonen hoe dieren groeien
Een fotoboek over de ontwikkeling van dieren haalt ze uit hun natuurlijke omgeving. Ze zijn wel héél goed zichtbaar.
Hoe landbouwgif het hart van natuurgebieden bereikt
In acht Drentse natuurgebieden zitten bestrijdingsmiddelen in planten en in mest van schapen en runderen. Natuurorganisaties zijn geschokt. Ze pleiten voor een nationaal onderzoek.