Jelles WeekdierHop
Opeens dook er een hop op in Nederland
Neen, met de klimplant met dezelfde naam waarvan de vruchtkegels, hopbellen genoemd, die de smaak aan ons bier geven, heeft dit dier niets te maken. De hop is een vogel, en hij dankt zijn naam aan het geluid dat hij maakt. Het woord ‘hop’ is dus een zogeheten onomatopee, een naam die naar een geluid verwijst.
Het is een leuk verschijnsel, dat we ook aantreffen bij veel andere diersoorten zoals de koekoek, de grutto en de tjiftjaf, die het de beginnende vogelaar gemakkelijk maken door gewoon hun eigen naam te roepen. Wanneer je dus ’s zomers in Midden-Frankrijk of Spanje vanuit de verte een doordringend ‘hoep-oep-oep’ hoort roepen (meestal drie keer ‘oep’), is dat de baltsroep van een hop.
In het Engels noemen ze hem hoopoe, dat komt zelfs nog meer in de richting van het geluid en Linnaeus gaf in 1758 het dier de geslachtsnaam Upupa, wat wanneer je de ‘u’ als ‘oe’ uitspreekt ook een perfecte onomatopee blijkt te zijn.
Oude Wereld
Hoppen zijn vogels van de Oude Wereld. Er zijn drie soorten, waarvan de soort die in Europa en Azië voorkomt verreweg het grootste verspreidingsgebied kent. De beide andere kennen een kleiner areaal, respectievelijk in sub-Sahara Afrika en op Madagascar. ‘Onze’ hoppen komen voor van Portugal in het westen tot de kust van Rusland benoorden Korea in het verre oosten.
Het zijn trekvogels, die aan het begin van de herfst zuidwaarts trekken en aan het begin van de lente terugkeren om te broeden. Heel ver noordelijk komt hij daarbij niet – Nederland en België vallen buiten het broedgebied maar af en toe is er toch een dwaalgast te vinden. Zoals op 24 maart van dit jaar, toen er ineens een hop opdook op het landgoed Klein Bylaer ten westen van Barneveld.
Het was de eerste waarneming van 2023 in Nederland. De te ver doorgevlogen vroegeling leverde meteen dertien vermeldingen op de website waarneming.nl op én een nieuwsbericht in de Barneveldse Krant. Tot een broedgeval zal het hier helaas wel niet komen, maar met het langzame warmer worden van het klimaat weet je het in de toekomst maar nooit.
De perfecte vogel
Over smaak valt slecht te twisten, maar persoonlijk vind ik de hop een van de mooiste vogels die we in ons werelddeel kunnen waarnemen. Toegegeven, bijeneters en scharrelaars mogen er ook wezen, en boomklevers niet te vergeten, maar de hop vormt met zijn enorme licht gekromde pincetsnavel, de grote kuif met zwarte puntjes, het zwart-wit van de vleugels en de staart en de vijftig tinten roze-achtig lichtbruin van de rest van het lijf voor mij de perfecte vogel.
Wanneer de kuif is ingeklapt, vormt die bijna een spiegelbeeld van de snavel en dat maakt van de kop in zijaanzicht een soort puntig hamertje. Verwoed priemt de hop zijn snavel in de grond op zoek naar kevers, wormen, emelten, engerlingen, slakken en ander eetbaar gewriemel. Een fanatiek priemende hop in het grasveld voor mijn tent op een kleine camping in de Haute-Vienne ten westen van Limoges vormt een van mijn dierbaarste vogelherinneringen.
Jelle Reumer is paleontoloog. Voor Trouw bespreekt hij iedere week een dier dat het nieuws haalt.