Natuurherstel in de Westbroekse Zodden moet leiden tot de aangroei van trilveen. “Nergens is de biodiversiteit zo groot als op dit type veen”, zegt boswachter Klaas-Jan van der Linden.
“Daar zie je de toppen van de sparren op de Utrechtse Heuvelrug”, zegt boswachter Klaas-Jan van der Linden en hij wijst naar het noorden. “Het kwelwater dat daar vandaan komt, maakt de Westbroekse Zodden bijzonder. Soms doet dat water er vijftig jaar over om dit natuurgebied te bereiken, soms wel duizend jaar. Met de juiste waterkwaliteit en goed beheer ontstaat hier een grote diversiteit aan bijzondere nieuwe soorten planten en dieren. Het water is de motor van dit gebied.’’
De Westbroekse Zodden, een terrein van Staatsbosbeheer, ligt vijf kilometer boven de stad Utrecht. Het is bijna tweehonderdvijftig hectare laagveen met water, open landschap en groepjes bomen. Het maakt deel uit van het Oostelijke Vechtplassengebied dat een Natura2000-status heeft. De afgelopen jaren is de natuur onder aanvoering van de provincie en met Europese subsidie flink verbeterd. Zo hier en daar is de voedselrijke bovenste grondlaag afgegraven en krijgt het kwelwater weer de ruimte. Er zijn nieuwe kunstmatige ‘petgaten’ ontstaan, naast de plassen die er al waren uit de tijden dat veen werd afgegraven voor het winnen van turf. De langwerpige plassen worden gescheiden door ‘legakkers’, de met gras begroeide hoger gelegen stroken waar de veenstekers ooit hun turf lieten drogen in de zon en de wind.
De oevers van bestaande en nieuwe petgaten zijn schuin gemaakt zodat er ruimte ontstaat voor vegetatie en dieren in ondiep en in iets dieper water. Ongeveer de helft van de bomen en struiken langs de oevers is weggehaald om het gebied een open karakter te geven. Verder zijn bijna alle landbouwactiviteiten uit het gebied vertrokken en zijn er nieuwe dammen en duikers aangebracht om het waterpeil beter te reguleren.
Het veen onder zijn voeten trilt mee bij elke stap
Een van de belangrijkste doelen van alle aanpassingen is het stimuleren van de aangroei van trilveen. ‘Zodden’ is een ander woord voor drijvende wortelmatten. In een aantal petgaten ligt zo’n tapijt van trilveen. Van der Linden stapt vanaf de oever op de zachte mat van plantenresten en zakt met zijn laarzen zo’n tien centimeter in het water. Het veen onder zijn voeten veert mee bij iedere stap die hij zet. “Op trilveen heb je soms wel vijfentwintig soorten planten per vierkante meter. Nergens is de biodiversiteit zo groot als op dit type veen”, zegt hij.
“Hier heb ik haarmos als gevolg van verzuring en dat is niet bijzonder en zie ik liever niet. Maar dat daar is waterdrieblad en heb ik graag.” Bovenaan de verlanglijst van Van der Linden staan schorpioenmossen en bijzondere grassen zoals ronde zegge en slank wollegras. “Dat zie je hier zo nu en dan bloeien in mei. Wij hopen het vaker aan te treffen door de veranderingen die wij hebben aangebracht.”
Trilveen is bijzonder in Nederland. Behalve in de Oostelijke Vechtplassen komt het voor in de Weerribben (Overijssel) en in een aantal laagveengebieden. Om de aangroei van trilveen te stimuleren zijn de oevers van de petgaten verbeterd, bijvoorbeeld door struiken en bomen weg te halen. Van der Linden: “In dit gebied groeiden de oevers dicht, maar nu is er weer meer ruimte voor zonlicht. We hebben de omstandigheden geschikt gemaakt en het echte werk moet nu beginnen. Zaadjes komen aanwaaien of komen mee met de uitwerpselen van vogels en groeien uit tot planten. Dat groeien gebeurt alleen als ze de kans krijgen.”
Krabbescheer is een nuttige plant voor trilveen. Van der Linden gaat even verderop op zijn hurken aan de kant van de sloot zitten en reikt naar een plant waarvan de langwerpige bruine bladeren uit het water steken. Zijn collega Tineke Harlaar houdt hem vast zodat hij niet in het water valt. De bladeren van krabbescheer hebben een scherpe rand en vormen een cirkel. In de winter zakt krabbescheer naar de bodem en in de lente komt hij weer naar de oppervlakte, legt Van der Linden uit.
Favoriete broedplaats voor de zwarte stern
“Je ziet ze al zakken”, zegt Van der Linden. “Krabbescheer helpt bij het groeien van planten in het water en stimuleert dus ook de aangroei van trilveen. Kijk, hier zie je dat een wateraardbeiplant vastgroeit aan krabbescheer. Krabbescheer nam in dit gebied af en we verwachten dat het nu weer toeneemt. Als een groepje krabbescheerplanten bij elkaar ligt, is het een favoriete broedplaats voor de zwarte stern. Daarvan zijn er in Nederland maar vijftienhonderd broedparen. Wij hebben in dit gebied sinds een aantal jaren acht paartjes.”
Meer nattigheid, betekent meer kans op de aangroei van trilveen. Daarvoor verwijderde Staatsbosbeheer een deel van de bomen en struiken. Midden in het gebied is een hele strook kaal gemaakt. “Het ziet er nu nog niet uit, maar in de toekomst hopen wij hier trilveensoorten te zien”, zegt Van der Linden. “Hier heb je de beste kansen op trilveen. Een open gebied trekt ook meer vogels zoals de roerdomp en de purperreiger”, vult Harlaar aan. “Bomen en struiken willen we vooral aan de randen van de Westbroekse Zodden, hier en daar wat bosschages”, vervolgt Van der Linden.
Na het afronden van de werkzaamheden komen de boeren mogelijk weer terug. Alle contracten met pachters waren opgezegd om de veranderingen aan te kunnen brengen, vertelt Van der Linden. “We willen even geen beweiding, we richten ons op maaien en afvoeren. De grond wordt daardoor armer aan voedingsstoffen. Vervolgens groeit er minder gras en is er meer ruimte voor kruiden. In die situatie kan je eventueel weer nadenken over kleinschalige inzet van vee.”
Biodiversiteit
Wereldwijd dreigen een miljoen soorten te verdwijnen. De biodiversiteitstop in de Chinese stad Kunming moet komend voorjaar de weg wijzen naar herstel. In Nederland is de stand van zaken dramatisch, maar er is ook hoop. Trouw gaat in de twaalf provincies op zoek naar hoe het beter kan. Deze keer: Utrecht.
Lees ook:
Op het groene strand van Camperduin krijgt de natuur weer de ruimte. ‘Het strand is geen zandbak’
Meer kleine dieren, planten en broedende vogels aan de kust. Dat is het doel van ‘Het Groene Strand’. In Camperduin lukt het al aardig, meent het Landschap Noord-Holland.
Het eerste mierenreservaat van Nederland ligt op de hei van Bennekom
Het mierenreservaat bij Bennekom is een unicum in Nederland. Het reservaat is onderdeel van een programma waarmee de gemeente Ede niet alleen 28 mierensoorten, maar ook andere natuur wil beschermen.