Het Mooiste NederlandDe Peel
Op het onbekende Beestenveld is het lekker rustig wandelen
Eens was het er woest en nat, maar het Beestenveld is sinds het einde van de negentiende eeuw aardig bedwongen. Je kunt er prima wandelen.
Staatsbosbeheer tipt het Beestenveld. Een relatief onbekend Oost-Brabants natuurgebied, dat best wat meer aandacht verdient. De ietwat ruige naam intrigeert. Die blijkt een verwijzing naar lang vervlogen tijden, toen op deze even woeste als natte Peelgrond runderen en schapen oeverloos mochten grazen. Want verder viel er nagenoeg niks mee te beginnen.
Das war einmal. Eind negentiende eeuw zag het grootkapitaal kans de rimboe – grofweg tussen Helmond en Venray – te bedwingen voor economisch gewin. Grote hoeveelheden grove dennen werden aangerukt, waarvan de kaarsrechte stammen na volgroeiing richting Limburg gingen om aldaar de schachten van de opkomende mijnindustrie te stutten. Ook werd de Nederlandse Heidemaatschappij opgedragen ellenlange lanen – afgebiesd met loofbomen – aan te leggen. Bufferzones voor bosbranden, die het licht ontvlambare naaldhout met een niets ontziende gulzigheid zouden verslinden.
Maar eveneens met het oog op hun statige schoonheid werd het gebied met alleeën doorregen, vertelt Janneke de Groot bulkend van enthousiasme over de telefoon. De boswachter van Staatsbosbeheer breekt een lans voor het Beestenveld op de ‘Onbekende streken’-site van haar werkgever, die het afgelopen coronajaar de lucht in ging. Daarop adviseren collega-boswachters uit heel het land minder drukke trajecten, die volgens hen ook meer dan de moeite waard zijn. De gedachte erachter laat zich raden: een betere spreiding van het explosief aantal gestegen wandelaars in 2020.
Op naar De Rips – direct grenzend aan het Beestenveld. Een speldenprik op de landkaart, want slechts ruim 1100 inwoners, en een prille historie. Het oord zag pas dik honderd jaar geleden het daglicht dankzij de grootscheepse ontginning van de wildernis. En kwam daardoor maar mooi aan de rand van een van de grootste bosarealen van Brabant te liggen.
Bosmuseum
Daar is De Rips trots op. Even buiten het dorp prijkt het zogenoemde Bosmuseum, waarin de bosbouwgeschiedenis in woord en beeld uit de doeken wordt gedaan. Een museum dat ook in covid-19-tijden 24/7 is geopend, want slechts een trits informatiepanelen onder een rustiek afdak van hout – uiteraard afkomstig uit het gebied. We vinden het wat te kil voor een openluchtbezoek, en staan te trappelen om kilometers te maken.
De geel gemarkeerde Peelse looproute die er begint, is voor een andere keer. Een stukje zuidelijker loopt nog een traject: een logischer vertrekpunt voor wie beide wandelingen – die je vanwege hun lengtes ommetjes zou kunnen noemen – aan elkaar wil lassen.
Onderweg ernaartoe valt op dat het Beestenveld nog altijd zijn naam eer aan doet. Langs de belendende weg waarschuwen ferme borden à la de Veluwe voor frequent overstekend wild.
Dat wordt die grauwe januaridag niet gespot tussen de kale doorweekte bomen, waarvan er diverse knusse groene sokken van mos dragen. De plantensoort is extreem goed vertegenwoordigd in het gebied, meldt De Groot. “Een collega – een mossengekkie – heeft zeldzame soorten aangetroffen. Gezoomd aloëmos, gewoon tuitmos, bosschoffelmos, zandbubbeltjesmos…”
Het is er het jaargetijde niet naar om daarvoor eens uitgebreid op de knieën te gaan. Daarom stellen we ons tevreden met hetgeen spontaan in het oog springt. De aanblik van een eenzame grote sponszwam – een crèmekleurige kroeskop – verhoogt de gevoelstemperatuur met enkele graden. In de herfst is het gebied vergeven van de paddenstoelen volgens de boswachter. Vooral langs de Peelse loop, de gekanaliseerde beek die het domein doorklieft. Vanaf de smalle eeuwenoude houtwal – een welkome aanvulling op de brede lanen – bewonderen we het kraakheldere water waarover ijsvogels scheren, en dat zomers het metallic groen-blauw van talloze libellen weerkaatst.
Laarzenpad
Met het makkelijk te bedwingen Beestenveld is de dag nog niet compleet. Aan de oostkant lokt het laarzenpad rond vennengebied Klotterpeel. Op steenworpafstand, en ook weer enkele luttele kilometers over prima onverhard parcours. Kortom: een logische aanvulling op de eerdere routes.
De postzegel ademt de sfeer van de oude Peel. Doornat, en daarom de dans ontsprongen tijdens de grote ontginningsoperatie. Het restant van het eens zo uitgestrekte heide- en hoogveengebied stemt tegelijkertijd een tikje treurig, ingeklemd tussen een immer ruisende autoweg en weiland als een biljartlaken. Maar voor wie zich daarvoor weet af te sluiten, valt er toch het nodige te genieten van de verstilde waterspiegel omringd door geel gekleurde grassen. Daarbij stemt het idee van spoedig ontwakend leven in het amfibieën-eldorado positief. Al in februari kan er het klokkende geluid van de heikikker worden gehoord, wiens plannen voor gezinsuitbreiding soms sneuvelen door intredende vorst.
Nog is de wandelhonger niet gestild. Ten zuiden van het Beestenveld prijkt het populairdere Landgoed Stippelberg – pakweg een kilometertje verderop. Net even wat reliëfrijker, ruiger en ook gevarieerder; met naast illustere boslanen ook stuifduinen en heide. En eveneens alles behalve overladen. Ondanks de bomvolle parkeerplaats zijn er verrassend weinig andere wandelaars .
Uiteindelijk valt het niet zwaar in de naderende schemering de balans op te maken. Wie zich de moeite heeft getroost naar De Rips te komen, moet vooral het Beestenveld bezoeken, maar de Stippelberg beslist niet overslaan.
Praktisch
Wie de drie Staatsbosbeheerwandelingen combineert (Lanenwandeling Beestenveld, Peelse Looproute, Vennenwandeling Klotterpeel) tikt bijna 9 km aan. Info via: staatsbosbeheer.nl/natuurgebieden/noordoost-brabant
Een combinatie van de Lanenwandeling (4 km) en een route over het aangrenzende Landgoed Stippelberg is dus vooral een uitstekend idee. Natuurmonumenten heeft er twee trajecten van 5 en 7,5 km.
Info: natuurmonumenten.nl/natuurgebieden/stippelberg/route
Zonder auto is De Rips niet rap te bereiken. Wie met het OV komt, kan vanaf station Helmond bus 23 nemen. Die doet een ongeveer een halfuur over de rit naar De Rips. Onder meer recht tegenover de Landgoed Stippelberg is een halte.
Voor meer originele wandeltips van Staatsbosbeheer-boswachters: staatsbosbeheer.nl/onbekende-streken-wandelen
Lees ook:
Hoe het Nederlandse platteland eind negentiende eeuw radicaal veranderde
Als nette burger meed je De Peel, die zompige woestenij, waar enkel wat criminelen, schaapsherders en vagebonden rondzwierven.