Er liggen nog steeds aardig wat tegels in Nederlandse tuintjes, ondanks acties als het Nederlandse kampioenschap ‘Tegelwippen’. Dat blijkt uit een eerste grote steekproef van de Stichting Steenbreek.
Ruim een derde van de Nederlandse tuinen is voor minimaal de helft betegeld. In de drie grote steden is zelfs bijna twee op de drie tuintjes voor meer dan de helft dichtgelegd met steen. Dat blijkt uit de eerste ‘Tuinbarometer’ van de Stichting Steenbreek.
Met een enquête onder meer dan duizend tuinbezitters door heel Nederland, uitgevoerd door onderzoeksbureau Multiscope, wilde Steenbreek een eerste meetpunt hebben voor ‘De Staat van de Nederlandse Tuin’. Door die enquête op gezette tijden te herhalen, hoopt Steenbreek te kunnen meten of zij succes hebben in hun missie: het ‘breken van de stenen in tuinen’.
De naamgever van de Stichting Steenbreek, die sinds 2015 ijvert voor het vergroenen van tuinen, is een fragiel plantje met de wetenschappelijke naam saxifraga. Zo klein als het plantje is, zo sterk lijkt het ook. Doordat het in de allerkleinste spleetjes van rotsen nog wortel kan schieten, lijkt het soms of het dwars door stenen kan groeien.
“Zo willen wij dus ook het steen in de tuinen breken”, zegt de directeur van de stichting, Roel van Dijk. “Maar vreemd genoeg wisten we tot nu toe niet eens precies hoevéél steen er nou te breken is in de tuinen. Vandaar deze enquête.”
Prettiger en gezonder
De eerste resultaten vielen hem niet eens tegen, vertelt Van Dijk. “Samen met verschillende gemeenten werken we al een tijd aan een soort ‘verstenings-atlas’ van Nederland. Daarin zie je sommige wijken behoorlijk rood oplichten, als teken van een hoge mate van versteende tuintjes. Dat het uiteindelijk ‘maar’ ruim een derde van de tuinen is, die voor de helft of meer betegeld is, viel me dus mee.”
Tegelijk beaamt van Dijk dat zijn stichting nog een hoop te doen heeft. Waar een gemiddelde makelaar een versteende tuin graag aanprijst als ‘onderhoudsvrij’, benadrukt Steenbreek liever het genoegen dat je uit een groene tuin kan halen. “Met een boodschap over biodiversiteit en klimaatverandering bereik je maar een beperkt deel van de mensen”, denkt Van Dijk. “Wij zetten daarom het aangename van een groene tuin op één. Het is toch veel prettiger en ook aantoonbaar gezonder om naar groen te kijken, dan naar beton.”
Toch zit er achter dat genoegen van de groene tuin ook wel een diepere boodschap. “Alle tuinen samen hebben een oppervlakte van ongeveer dertigduizend hectare. Dat is bijna zes keer zo groot als het Nationaal Park de Hoge Veluwe!”, stelt Van Dijk. “Als die tuintjes allemaal natuur zouden zijn, dan stelt dat dus echt wat voor.”
Minstens zo belangrijk vindt Van Dijk de leefbaarheid van de groene versus de tegeltuin. “In een groene tuin wordt het minder heet in de zomer en wordt meer water vastgehouden bij hoosbuien. Groene tuinen helpen dus bij de problemen van het veranderende klimaat.”
Planten in de herfst
Met hun kruistocht tegen de tegeltuin, heeft Steenbreek de wind mee vanuit Den Haag. “Duurzaamheid en vergroening staan nadrukkelijk in het coalitieakkoord”, weet Van Dijk. Ook drinkwaterbedrijven zetten zich in voor steenloze tuinen. Zo heeft waterbedrijf Vitens de campagne ‘Een groene tuin kan zonder drinkwater’.
En als onderdeel van de coalitie ‘Nederland Vergroent’, een samenwerking van onder meer overheden, natuurclubs, waterbeheerders en tuinorganisaties, zet Steenbreek zich in om het ‘vergeten plantseizoen’, de herfst, op de agenda van tuinbezitters te krijgen. “Als mensen midden in de zomer nieuwe plantjes in de tuin gaan zetten, dan jagen ze de consumptie van kraanwater alleen maar aan. Dan moet je namelijk extra sproeien. Door mensen uit te nodigen om vooral in de herfst te planten, worden de tuinen groener, zonder dat dit extra kraanwater vraagt”, aldus Van Dijk.
Daarnaast ondersteunt Steenbreek het zogenoemde NK Tegelwippen. Die ludieke actie van Nederland Vergroent, stimuleert sinds 2020 gemeenten om tegels uit tuinen te laten verwijderen. Breda won vorig jaar met 200.000 verwijderde tegels. Sinds het eerste NK zegt de organisatie al 4,3 miljoen tegels uit Nederlandse tuintjes te hebben gewipt.
Voorlopig gelooft Steenbreek meer in de wortel dan in de stok, zegt Van Dijk. “We willen mensen met een positieve boodschap verleiden en niet straffen voor steen in de tuin. In de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen doen ze dat anders. Daar krijg je een hogere waterschapsbelasting naarmate je tuin meer betegeld is. Maar ik kan mij voorstellen dat, als de problemen met de waterhuishouding in de Nederlandse steden op een gegeven moment écht heel groot worden, ook wij die kant op zullen gaan.”
Onderhoudsgemak
Waar Steenbreek in 2015 begon in slechts vijf Nederlandse gemeenten, hebben zich inmiddels al 170 gemeenten bij de acties aangesloten. Ook Robbert Snep, onderzoeker Groene Steden van Wageningen University & Research, onderstreept het belang van meer groen in de tuinen.
“Mensen kijken nog steeds vooral vanuit een oogpunt van onderhoudsgemak naar hun tuin. Daarbij vergeten ze dat hun tuin een enorme invloed heeft op hun eigen welzijn en ook dat van de buurt. Er zijn tuinen waar je in de zomer echt niet in wil zitten, zelfs niet onder de parasol, omdat het met al die stenen te heet is geworden. Dat wordt de komende jaren alleen maar erger.”
Naast het belang van de bewoners zelf, benadrukt ook Snep de waarde voor de stedelijke omgeving. “Op 12 procent van het oppervlak van Nederland, namelijk alle steden, woont en werkt ongeveer 75 procent van alle Nederlanders. De tuinen maken daarvan een groot deel uit. Ik kijk nog steeds met grote verbazing naar sommige tuinprogramma’s op televisie. Daar lijkt alleen ‘mooi’ voorop te staan, terwijl het veel meer om gezondheid en leefbaarheid zou moeten gaan”, vindt Snep.
“Samen met woningcorporaties proberen we daar als onderzoeksinstituut ook een bijdrage aan te leveren. Bijvoorbeeld met cursussen hoe die corporaties samen met hun huurders meer ‘groen en blauw’ in hun wijken kunnen krijgen, er daarmee de leefbaarheid kunnen verbeteren. Uit ons onderzoek blijkt namelijk dat vooral wijken met sociale woningbouw gemiddeld nog weinig groen zijn, terwijl het juist daar extra nodig is.”
Stichting Steenbreek organiseert eind 2023 opnieuw een enquête om te zien of de trend met de ‘onderhoudsvrije tuinen’ de goede kant op gaat.
Met deze groen tuin ‘nooit meer wateroverlast’
Slechts negen bij zeven meter, meet het achtertuintje van Jochem Kühnen in Beek-Ubbergen. Maar groener dan die tuin zal je ze niet gauw vinden. Toen Kühnen er in 2007 kwam wonen, maakten de coniferen en rododendrons direct plaats voor wilde planten en een vijver. Ook begon hij met turven. Alle soorten planten en dieren gingen op een lijst. Onlangs turfde hij de herfststrooiselspin als tweeduizendste tuinsoort.
De voordelen van een groene tuin gaan verder dan alleen de rijke biodiversiteit, vertelt Kühnen. “Bij de enorme hoosbuien die je tegenwoordig steeds vaker meemaakt in de zomer, kolkt het water hier soms door de straat. Maar in mijn tuin heb ik echt nooit overlast. Het water kan hier direct de bodem en de vijver in.”
Zijn buren aan de ene kant hebben een ‘tuincentrum-groene’ tuin, met vooral exotisch planten. De buren aan de andere kant gebruiken hun grotendeels betegelde tuin vooral als ophangplek voor de was. “Maar pas hebben die ook wat insectenhotels opgehangen. Misschien heb ik ze wel een beetje geïnspireerd.”
Een tegeltuin, want ‘we willen nog wel kunnen zitten’
Naast de recordhoudende tuin van Jochem Kühnen in Beek-Ubbergen, wonen Ria en Tonny de Haard. “Nadat we in onze achtertuin een oud, houten schuurtje hadden afgebroken, hebben we een nieuwe schuur aangebouwd”, vertelt Ria (74).
“Het beetje tuin dat toen nog overbleef hebben we betegeld, om er nog te kunnen zitten. Dat kon ook eigenlijk niet anders, want er lag nog een hoop beton van de oude vloer van de schuur. Als we daar gras hadden willen leggen, hadden we dat beton eruit moeten slopen. En dan ook steeds grasmaaien; dat zien we niet zitten. Mijn man is per slot van rekening ook al 76.”
Het regenwater, dat vroeger nog wel vanaf de heuvels achter het huis de tuin in kwam, wordt tegenwoordig tegengehouden door gebouwen achter het huis, dus daar hoeft de familie De Haard de tegels ook al niet meer voor te wippen. “En de natuur”, zegt Ria opgetogen, “die krijgen we via de tuin van Jochem nog wel mee. Al trekken de vogels natuurlijk meer naar zijn groene tuin dan naar ons vogelvoer.”
Lees ook:
Gemeente Hollands Kroon is de onbetwiste tegelwipper van Nederland
Minder tegels, meer groen: dat was de gedachte achter het NK Tegelwippen. In actieve gemeenten als Den Haag en Hollands Kroon werden honderdduizenden tegels vervangen door groen.