ReportageThe Banana Factory
Nederland heeft nu een bananenpureefabriek, maar ‘importregels leiden tot verspilling’
Bananen die te vroeg rijpen, gaan na aankomst in de haven in enorme aantallen de verbrandingsoven in. Dat moet anders kunnen, dacht Laura Hoogland. Onlangs opende ze de eerste bananenpureefabriek van Nederland.
Niet te groot, niet te klein en niet te krom. Op de lopende band bij bananenpureefabriek The Banana Factory staat een prachtige doos vol bananen. Maar er is één probleem: ze zijn geel. Dat klinkt niet verkeerd, want zo eten we de bekende tropische vrucht altijd.
“Ze zijn te vroeg rijp”, vertelt Laura Hoogland, oprichter van de kersverse fabriek in Geldermalsen. Ze zouden nog groen moeten zijn. “Deze bananen gaan na de douane eerst naar de rijperij, daarna naar het distributiecentrum en vervolgens naar de supermarkt. Als het rijpingsproces bij de douane is gestart, zijn ze bruin tegen de tijd dat ze verkocht moeten worden.”
Bananen zijn, zoals dat heet, ‘climacterisch’. Ze rijpen – net als appels maar in tegenstelling tot citrusvruchten – verder na de oogst. Daarbij steken ze elkaar aan: gaat er één banaan rijpen, dan is er geen houden meer aan. In de doos met mooie gele bananen is de boosdoener dan ook makkelijk te traceren. “Hier zit één rotte vrucht tussen”, laat operationeel manager Nick Roelofs zien. Die zorgt ervoor dat de rest van deze doos er nú weliswaar mooi uitziet, maar dat de boel niet goed te houden is tot in de supermarkt.
Veel afgekeurd in de haven
Die rijpingsgevoeligheid zorgt er mede voor dat er grote hoeveelheden bananen sneuvelen in de haven. Bij één rijpende banaan wordt een doos afgekeurd. Bij zes ‘besmette’ dozen op een pallet gaat de hele toren van 54 dozen de verbrandingsoven in. Let wel: de logistieke bananenketen is efficiënt en strak georganiseerd. De uitval in de havens blijft daardoor beperkt tot hooguit enkele procenten. Maar omdat we heel veel bananen eten, gaat het toch om enorme volumes. “We verbranden nu in de EU gemiddeld 120.000 ton bananen per jaar”, benadrukt Hoogland. Uitgaande van een gewicht van 200 gram per vrucht komt dat neer op 600 miljoen bananen.
Ze timmert al een paar jaar aan de weg met haar consumentenmerk Sunt. Inmiddels zijn haar bananenbroden en donuts van afgekeurde bananen te vinden in duizenden supermarktvestigingen. “Ik begon in mijn eigen keukentje, waar ik driekwart jaar lang met een zweetsnor veertig bananenbroden per dag stond te bakken.” Inmiddels is de productieketen geprofessionaliseerd. De broden en donuts worden nu volgens haar recept gebakken in bakkerijen in Tholen (Zeeland) en Panningen (Limburg).
Noodgedwongen uit Ecuador
Waar ze in de begindagen zelf overgebleven bananen ophaalde bij buurtsupers, kwam de bananenpuree toen haar initiatief groeide noodgedwongen van ver. Ze importeerde het goedje uit Ecuador. Daar komen de te grote, te kleine en te kromme bananen in de puree terecht. “Die halen Nederland niet eens: wat hierheen gaat, zijn in feite al de perfecte bananen.”
Om de afgekeurde bananen uit Rotterdam en andere Europese havens te gebruiken, is er een groot struikelblok: importheffingen. “Voor een ton bananen betaal je nu 140 euro aan importheffing”, legt Hoogland uit. “Daarbij doet het er niet toe of ze goed- of afgekeurd zijn. Over bananenpuree uit Ecuador betaal je géén heffing.”
In het internationale handelsverkeer bestaat de afgekeurde banaan in feite niet: er is geen speciale goederencode voor. Dus geldt bij import het gewone-bananentarief. Zolang dat het geval is, kan het economisch niet uit om puree van in Nederland afgekeurde bananen te maken. Vlaanderen vond daar al een oplossing voor: daar vallen afgekeurde bananen nu onder de noemer ‘resten en afval van de voedselindustrie’.
Hoogland start haar eigen fabriek daarom met afgekeurde bananen uit Antwerpen. Ze hoopt dat Rotterdam daar snel bij komt. Direct zicht op verandering is er nog niet, al nam de Tweede Kamer onlangs unaniem een motie aan om de Vlaamse oplossing te onderzoeken. Liever nog heeft Hoogland dat dit obstakel in Europees verband uit de weg wordt geruimd. “Dat biedt kansen om bijvoorbeeld ook in het Verenigd Koninkrijk en Duitsland zoiets op te zetten.”
Lees ook:
Eten wordt duurder, maar Europa verspilt 15 miljoen ton meer eten dan het importeert
Terwijl ons eten steeds duurder is, wordt binnen de grenzen van de Europese Unie nog altijd enorm veel voedsel verspild. Ambitieuze én bindende doelstellingen voor het tegengaan van voedselverspilling kunnen helpen, vinden experts.