Natuurclubs gooien roer radicaal om
De natuurorganisaties in Nederland gaan een radicaal andere koers varen. Ze worden minder afhankelijk van subsidies, en willen met natuur hun eigen geld verdienen. Ook sleutelen ze aan een gemeenschappelijke visie, die een stuk ambitieuzer is dan natuurbehóud. In vijftien jaar tijd willen ze de soortenrijkdom in Nederland verdubbelen.
Meer dan vijftig natuurorganisaties hebben zich in een besloten conferentie in de bossen bij Zeist uitgesproken vóór nauwe samenwerking. Van een fusie tussen de natuurclubs zal het voorlopig niet komen, wel wordt er gedacht aan één branche-organisatie die als 'advocaat van de natuur' moet gaan functioneren. De komende maanden gaan 'verkenners' langs de organisaties om de samenwerking uit te werken.
De directeuren van Staatsbosbeheer en het Wereld Natuur Fonds (WNF), de twee grootste natuurorganisaties van Nederland, presenteren de strategische ommezwaai vandaag in Trouw. Volgens hen is er na jaren van politieke tegenwind en teruglopende ledenaantallen, sprake van 'nieuw elan'.
Staatsbosbeheer heeft de meest vergaande plannen. Hoewel deze grootste grondeigenaar na de bezuinigingen straks nog maar voor éénzesde door de overheid wordt gefinancierd, heeft de politiek grote invloed op het beleid van deze organisatie. Directeur Chris Kalden wil Staatsbosbeheer daarom omvormen naar een National Trust, naar Engels voorbeeld. Daardoor kunnen Nederlanders straks betaald lid zijn van de nieuwe organisatie, en worden sponsoring en commerciële samenwerking mogelijk. Staatsbosbeheer zou dan een naamloze vennootschap zijn met de overheid als aandeelhouder.
Een overgrote meerderheid van de natuurclubs sprak zich in Zeist uit voor een verbreding van de werkzaamheden richting gezondheidszorg, waterveiligheid, energievoorziening en klimaatadaptatie. Niet alleen kan in die sectoren veel geld worden verdiend dat ten goede komt aan natuur, ook laat de verbinding zien dat natuur andere waarden heeft dan alleen recreatie. De maatschappij kan in meerdere opzichten niet zonder natuur, is de boodschap.
De afgelopen jaren zijn natuurorganisaties door de bezuinigingen vooral bezig geweest met het tegengaan van afbraak. Door de commerciëlere koers ontstaat er weer ruimte voor structurele verbeteringen. Volgens Johan van de Gronden, directeur van het Nederlandse Wereld Natuur Fonds, is de tijd daar rijp voor. "Het kan eenvoudigweg niet slechter. We hebben nu nog 15 procent van de soorten die we ooit hadden. Maar de bevolking neemt af, de landbouw verduurzaamt, en het gebruik van fossiele brandstoffen zal afnemen. Het is nu het moment om te investeren in natuur."
Staatsbosbeheer en WNF hebben daarom in samenwerking met Trouw een prijsvraag uitgeschreven voor professionals tot 35 jaar die de komende maanden plannen kunnen indienen voor de verdubbeling van de biodiversiteit in 2030.