ReportagePuertollano

Minister Jetten ziet toekomst in Spaans waterstofplan: ‘Heel indrukwekkend’

Minister Rob Jetten tijdens zijn bezoek aan de waterstofcentrale in Puertollano.  Beeld ANP / EPA
Minister Rob Jetten tijdens zijn bezoek aan de waterstofcentrale in Puertollano.Beeld ANP / EPA

Minister Rob Jetten bezocht maandag en dinsdag met een bedrijfsdelegatie Spanje met plannen voor intensivering van de energiesamenwerking. Vooral waterstof wordt gezien als belangrijke mogelijkheid voor een duurzame energievoorziening.

Jurriaan van Eerten

Het ziet er overzichtelijk uit. Een achttal opslagcontainers waarop groot ‘H2’ staat geschreven, via buizen verbonden aan de fabriek. Daarbinnen, zo wordt tijdens een kleine rondleiding aan minister van klimaat en energie Rob Jetten uitgelegd, wordt het waterstof geproduceerd. Eerst wordt water gezuiverd tot puur H2O, daarna wordt via elektrolyse de waterstof onttrokken. Minister Jetten lijkt in ieder geval verrast. “Dit is stukken groter dan ik dacht”, zegt hij, zodra de rondleiding voorbij is. “Heel indrukwekkend om dit op deze schaal te zien. Niet vergelijkbaar met de kleinere installaties in Nederland.”

Een jonge technologie

We zijn in Puertollano, in de grootste waterstofcentrale van Europa, de tweede ter wereld. Waterstof is een jonge technologie die gebruikt kan worden om energie op te slaan en te vervoeren. Het Iberische plan is om met duurzame energie geproduceerde waterstof grootschalig naar het noorden van Europa te vervoeren, bijvoorbeeld om de industrie in Nederland en het Ruhrgebied draaiende te houden.

In eerste instantie kan dat vervoer met boten gebeuren, waarbij de waterstof wordt omgezet naar ammoniak. Later kan het transport via een Europees netwerk van pijpleidingen gebeuren – een van de redenen dat Frankrijk en Spanje aan een nieuwe verbinding werken. Nederland is ook aan boord, zoveel werd maandag duidelijk toen minister Jetten en de Spaanse minister voor energietransitie Teresa Ribera een akkoord voor intensievere samenwerking op het gebied van waterstof tekenden.

Binnen de EU kan de samenleving intensiever

Staand tussen de buizen van de waterstofcentrale stelt minister Jetten mogelijkheden te zien. “Vorig jaar hebben we geleerd dat je heel veel landen nodig hebt waar je de import vandaan haalt”, zegt Jetten, verwijzend naar de gasvoorziening vanuit Rusland, die door de Oekraïne-oorlog wegviel. “Wij hebben nu akkoorden voor energie met bijvoorbeeld Australië, Namibië en Oman. Dat is allemaal ver weg. Het is belangrijk dat we ook binnen de EU de samenwerking intensiveren, zoals hier.”

Wie afgelopen maanden de Spaanse kranten leest, zou geloven dat we het ochtendgloren van een nieuwe economie én energievoorziening in de Europese Unie zien. Afgelopen december sprak de Spaanse premier Pedro Sánchez al over een verbinding met de haven van Rotterdam, waarmee de energietransitie een ‘onbetwistbaar succes’ wordt en Spanje een ‘energie-exporterend land’.

Vierduizend banen voor ‘leeg Spanje’

Een dergelijke boodschap kan Spanje intern goed gebruiken: een stad als Puertollano, met pakweg 50.000 inwoners, ligt in het binnenland dat geregeld het ‘lege Spanje’ wordt genoemd. Het zijn gebieden tussen de bedrijvige hoofdstad Madrid en de door toerisme levendige kusten in. Het zijn landsdelen die leegstromen en vergrijzen, dus gespecialiseerd werk is zeer welkom. Premier Sánchez kondigde deze week dan ook trots vierduizend nieuwe banen in de duurzame energie aan.

De beloofde verbinding met Rotterdam lijkt intussen inderdaad bewaarheid te worden: in het kielzog van de minister reisden bedrijven als Gasunie, Shell en Tata Steel mee. Het Spaanse energiebedrijf Cepsa en een consortium van bedrijven uit het Rotterdamse havengebied tekenden tijdens dit bezoek een Memorandum of Understanding om duurzaam opgewekte (groene) waterstof omgezet tot ammoniak per boot naar Nederland te vervoeren.

Toch zijn er problemen– of uitdagingen, afhankelijk van hoe optimistisch je alles wilt zien. Ten eerste de schaalvergroting: de centrale van Puertollano heeft een capaciteit van 20 megawatt en kan 8 ton waterstof per dag produceren. Daarmee kunnen bijvoorbeeld ruim vijfhonderd waterstofbussen volgetankt worden – lang niet genoeg voor de Europese energiebehoefte dus. Maar er staat een nieuwe fabriek met de tienvoudige capaciteit gepland, die in ongeveer twee jaar gebouwd kan worden. Bovendien is dit niet het enige waterstofproject in Spanje en Portugal.

Nederland kan zelf ook waterstof produceren

Aan Nederlandse zijde zal er veel moeten gebeuren, ook om de grote hoeveelheden waterstof – of ammoniak – veilig te ontvangen en om te zetten in de Rotterdamse haven, dat ziet minister Jetten ook. Maar wat hem betreft is het waterstofplan van Spanje een puzzelstukje in een veel groter geheel, waarbij Nederland en Europa los kunnen komen van fossiele brandstoffen én van de afhankelijkheid van landen als Rusland.

“Nederland is zelf ook interessant (voor waterstofproductie, red.) vanwege de wind op zee, maar we kunnen nooit genoeg produceren voor onze eigen behoefte”, zegt minister Jetten. “Je hebt eigenlijk de wind uit het noorden van Europa nodig, de waterkracht uit Scandinavië en de zon uit het zuiden. Het is ook niet erg een deel buiten Europa te halen, uiteindelijk wil je dat de hele wereld mee kan doen met de energietransitie.”

Lees ook:

Klimaatverandering, wetshervorming en ‘toerismofobie’, de strijd om de Spaanse kust woedt voort

Een kustwet uit 1988 moest duidelijkheid verschaffen over woningbouw en bedrijvigheid langs de Spaanse kust. Maar de toepassing van deze wet zorgt juist vaak voor onzekerheid. Nu klimaatverandering de kusten bedreigt, lijkt verdere wetshervorming noodzakelijk.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden