InterviewMinister Harbers

Minister Harbers: Over water kan Nederland nog veel leren van andere landen

Nederland organiseert de VN-waterconferentie met Tadzjikistan. Minister Harbers: 'Tadzjikistan is een gletsjerland, met besneeuwde bergen waarin rivieren ontspringen'. Beeld Getty Images
Nederland organiseert de VN-waterconferentie met Tadzjikistan. Minister Harbers: 'Tadzjikistan is een gletsjerland, met besneeuwde bergen waarin rivieren ontspringen'.Beeld Getty Images

Woensdag begint in New York de tweede VN-waterconferentie, waarvan Nederland en Tadzjikistan samen gastland zijn. Vanwaar deze combinatie? En waartoe leidt de top? Mark Harbers, minister van infrastructuur en waterstaat, legt uit.

Onno Havermans

Als zelfs een land van watertovenaars zegt dat niet alles overal kan, komt dat bij andere landen wel binnen, zegt Mark Harbers. De minister van infrastructuur en waterstaat doelt op het nieuwe uitgangspunt voor de inrichting van het Nederlandse landschap: ‘Water en bodem sturend’. Bij elk nieuw plan moet dus eerst worden gekeken wat dit betekent voor de bodem en of water de ruimte krijgt die het nodig heeft.

Daar draait het ook om tijdens de waterconferentie van de Verenigde Naties die woensdag in New York begint. Nederland en Tadzjikistan maken samen de conferentie mogelijk.

Vanwaar deze wonderlijke combinatie?

Mark Harbers: “Dit is pas de tweede wereldwaterconferentie in de geschiedenis, de eerste was in 1977. En ze komt geen moment te vroeg, omdat je ziet dat als gevolg van klimaatverandering - en in een aantal werelddelen ook door groeiende bevolking - nagenoeg ieder land wel iets op te lossen heeft met water.

“Er is of te veel of juist te weinig water, het is te vies, en de drinkwatervoorziening hapert in delen van de wereld. Water houdt zich sowieso niet aan grenzen, dus je moet echt met de wereld bij elkaar komen om te kijken wat je van elkaar kunt leren.

“Voor Nederland waterland is het cruciaal om daar een rol in te spelen. Als de VN zo’n conferentie organiseren, vragen ze wie van de lidstaten dat wil doen en behalve Nederland stak ook Tadzjikistan de hand op. Op het gebied van waterproblemen komt daarmee alles bij elkaar. Tadzjikistan is een gletsjerland, met besneeuwde bergen waarin rivieren ontspringen. Het is een bovenstrooms land.

“Het Koninkrijk der Nederlanden is een benedenstrooms land, waar rivieren uitmonden in zee, waar je te maken hebt met delta’s en kustbescherming. En de kleine eilandstaten in het Caribische deel van het koninkrijk ondervinden de bedreigingen van zeespiegelstijging en extreem weer als orkanen en zware regenval.”

Hoe verloopt die samenwerking met zo’n bestuurlijk gezien heel ander land?

“Het is evident, we zijn twee totaal verschillende landen. We zijn het niet op voorhand eens met alles wat in Tadzjikistan gebeurt. Het is een land waarbij je echt wel zorgen kunt hebben over de mensenrechtensituatie en dat gesprek willen we ook voeren. Maar het is onze gezamenlijke taak om te zorgen dat deze conferentie een succes wordt. En daarvoor hebben we samen een programma opgesteld dat staat als een huis.

Mark Harbers, minister van Infrastructuur en waterstaat. Beeld ANP /  Bart Maat
Mark Harbers, minister van Infrastructuur en waterstaat.Beeld ANP / Bart Maat

“We werken toe naar een actieagenda, waarbij landen, instellingen, kennisinstituten en bedrijven verplichtingen aangaan om te helpen waterproblemen op te lossen. De conferentie is praktisch en doelgericht, maar de kern is dat de wereld bij elkaar moet komen om de kennis over water veel beter uit te wisselen om daarmee de problemen te lijf te gaan.”

De waterconferentie is dus wat anders dan de klimaattop of die over biodiversiteit, waarop concrete doelen zijn gesteld?

“De oplossing van waterproblemen zit voor een deel al in die andere verdragen. De aanpak van het klimaatprobleem volgens het Verdrag van Parijs is ook zorgen dat structurele waterproblemen niet verergeren. In de wereld zijn we volop bezig met klimaatadaptatie. Maar je ziet dat het tussen landen ontbreekt aan voldoende kennis en een gezamenlijke aanpak. Vandaar die actieagenda. Op de volgende klimaatconferentie kijken we welke verplichtingen landen zijn aangegaan, of we ermee op koers liggen en hoe we elkaar erop kunnen aanspreken. Het is niet vrijblijvend.”

Er is dus niet vanaf nu eens in de zoveel tijd een waterconferentie?

“Er zijn nog geen afspraken over, maar ik zou me zomaar kunnen voorstellen dat er deze week een sfeertje ontstaat van: dat moeten we vaker doen. Sowieso gaat de wereld elkaar vaker treffen op dit gebied. Nederland lanceert deze week bijvoorbeeld het initiatief voor een nieuw type samenwerking, het International Panel on Deltas and Coastal Areas, een netwerk van alle landen die met delta’s en kustzones te maken hebben. Door er ook kennisinstituten als Deltares en technische universiteiten aan te verbinden, kunnen we elkaar helpen bij vragen over waterproblemen.

“Samen kunnen we ook een portfolio van waterprojecten opbouwen, waar grote fondsen van bijvoorbeeld de Wereldbank, de Asian Development Bank en de Inter American Development Bank in willen investeren. Het netwerk moet een keurmerk worden voor die projecten. Tijdens de klimaattop, vorig jaar in Egypte, hebben we al voorwerk gedaan en in New York lanceren we dit netwerk officieel. Daarna ben je niet afhankelijk van weer een nieuwe conferentie, maar kun je dagelijks wereldwijd ideeën uitwisselen.”

En verder?

“Met de stad New York organiseren we de New York Waterweek met meer dan honderd activiteiten, van het tonen van nieuwe innovaties en kennisuitwisseling tot aan de aandacht voor bijzondere doelgroepen. Zeker in de Derde Wereld zijn vrouwen cruciaal als het gaat om water, sanitatie. Hebben ze toegang tot schoon water en genoeg drinkwater voor hun kinderen? Alles komt daar bij elkaar.”

Nederland is wereldberoemd om z’n dijken. Gaat het nu ook leren water vast te houden?

“Nederland heeft traditioneel kennis van de waterbouwkunde, onze Deltawerken en alles wat daarna kwam, maar ook acht eeuwen waterschappen. Wat dat betreft kijkt de rest van de wereld nog een beetje exotisch naar Nederland: er zijn bij mijn weten geen andere landen die een aparte begroting hebben voor de dijken. Daar zit kennis achter die uit te wisselen is.

“Tegelijkertijd moeten wij ook van andere landen leren. Wij zijn traditioneel acht eeuwen lang, vanaf de eerste polders en dijken en waterschappen ingericht op water zo snel mogelijk wegwerken, droge voeten houden. De uitdaging voor Nederland is om die waterveiligheid ook naar een hoger plan te brengen. Want buien zoals in Limburg twee jaar geleden kunnen vaker voorkomen en de zeespiegel kan gaan stijgen.

“We zullen dus onze dijken en kustbescherming moeten verbeteren en tegelijkertijd het landschap zo inrichten dat we het water beter kunnen vasthouden als er zo’n grote dosis komt, zodat we voor droge voorjaren en zomers meer watervoorraad hebben. Ook die kennis komt bij elkaar in New York.”

Hoe zorgen we voor voldoende drinkwater?

“Ik ben niet alleen in New York, ook minister Liesje Schreinemacher van internationale handel en ontwikkelingssamenwerking is op de waterconferentie, om initiatieven te ontplooien met andere landen om te zorgen dat drinkwater voor iedereen op de wereld beschikbaar is.

“In Nederland hebben we het goed geregeld, maar ook hier moeten we zorgen dat het op orde blijft. Voor veel Nederlanders is water vanzelfsprekend. Je hoeft er ook niet wakker van te liggen, maar ook hier is in toenemende mate zorg over voldoende innamepunten van schoon drinkwater. Dit loopt niet voor niets mee in de plannen voor de gebiedsgerichte inrichting voor het landelijk gebied. Waar moeten we de ruimte echt reserveren voor drinkwaterwinning?

“Dat speelt ook een rol voor de planning van de nieuwe woonwijken voor die 900.000 woningen die gebouwd moeten worden. We weten dat het elektriciteitsnet moet worden uitgebreid voor de energietransitie, maar die 900.000 nieuwe woningen hebben ook drinkwater nodig. Je moet dat zo op elkaar afstemmen dat je op dezelfde plekken tegelijkertijd het elektriciteitsnet en het waternet versterkt. Het is niet de bedoeling dat je over een tijdje kunt kiezen tussen een huis met water of eentje met stroom.

“Maar de uitdagingen wereldwijd zijn echt anders dan in Nederland. Wij hebben alle technieken voor waterzuivering, zorgen dat water schoon is. Veel Nederlandse watertechnologiebedrijven verspreiden die kennis over de wereld. In alle landen kom je wel mensen tegen die bezig zijn met watersanitatie en ooit in hun leven die kennis in Delft of in Wageningen hebben opgedaan.”

We zijn nog steeds hét waterland?

“Waar we ook veel kennis en ervaring mee hebben opgedaan de afgelopen twintig, dertig jaar is bouwen met de natuur. Zoals het project Ruimte voor de Rivier: zorgen dat het water meer ruimte krijgt, dat we de uiterwaarden beter benutten, dijken verleggen, van tevoren nadenken welke gebieden mogen overstromen om andere gebieden te sparen.

“Het klinkt heel wrang, want wat Limburg twee jaar geleden in het Geuldal overkwam was natuurlijk een ramp, maar in het Maasgebied, bij Borgharen en Itteren dat traditioneel helemaal onderliep, daar heeft Ruimte voor de Rivier gewerkt, en ook benedenstrooms. En dat is kennis die in China, Bangladesh en India wordt toegepast op dit moment.

“We merken bij nieuwe ontwikkelingen in Nederland dat delegaties weer in de rij staan om te zien hoe we dat hebben gedaan. De Zandmotor bij Den Haag is er een van. De kust van Nederland is niet uniek, als ergens kusten zijn met duin en zand is een kunstmatig schiereiland vanwaar wind en stroming het zand verspreiden dat de kust versterkt, een prima oplossing. Hier was het een experiment, maar we hebben laten zien dat het werkt. Idem dito, maar dan voor herstel van natuurwaarden in het water geldt dat voor de Marker Wadden.”

Hoe zorg je voor een goede waterkwaliteit?

“Aan de ene kant heb je harde, technische maatregelen: waterzuivering, afvalwaterzuivering. Die zullen we altijd nodig hebben. Maar ook de kennis van stoffen waarvan je moet voorkomen dat ze in het water terechtkomen neemt hand over hand toe. Van Pfas weten we inmiddels genoeg om in te grijpen, vergunningen tegen het licht te houden, nieuwe normen vast te stellen. Op Europees niveau is Nederland, samen met Duitsland, Denemarken, Noorwegen en Zweden, druk bezig een verbod op Pfas-lozingen in te stellen.

“De natuur kan ook heel veel troep opruimen, maar dan moet je wel zorgen dat je de natuurwaarden voorrang geeft. Dat is ook een manier om de waterkwaliteit te herstellen. Daar investeren we grootschalig in, omdat we hoe dan ook de doelen van de Kaderrichtlijn Water - de Europese afspraak voor schoon water - moeten halen in 2027.

“Dat is ook kennis die we delen met anderen; de situatie in België en Vlaanderen is echt niet anders dan in Nederland, en ook in de rest van de wereld spelen dit soort opgaven. We hebben ook een samenwerkingsproject met India om de vervuiling in de Ganges te verminderen.

“Waterkwaliteit is voor Nederland zelf een grote opgave, en dat bagatelliseer ik niet. We werken er echt met man en macht aan. En dan bedoel ik Rijkswaterstaat, provincies, waterschappen én drinkwaterbedrijven.”

Is ook hierbij water en bodem sturend?

“Eind vorig jaar hebben we dat nieuwe beleid afgekondigd. Wij moeten in Nederland echt pas op de plaats maken omdat het niet overal allemaal tegelijk kan. In iedere Nederlander zit een beetje van de ambitie ‘we hebben iedere vierkante meter land zelf gemaakt’ en er vervolgens ook met elkaar vijf functies aan gegeven. Maar dat kan dus niet altijd.

“In een dichtbevolkt land met veel bedrijvigheid zoals Nederland moet je water en bodem wat meer z’n gang laten gaan, omdat water nu eenmaal ruimte nodig heeft. Ook dat zal andere landen te denken geven. Dat zelfs Nederland zegt: je kunt niet alles doen met water, je moet zorgen dat het zijn weg kan vinden en dat je je voorbereidt op bijzonderheden met teveel of te weinig water.”

Lees ook:

‘Het is de hoogste tijd dat bedrijven hun watervoetafdruk gaan compenseren’

Een groep Nederlandse waterexperts lanceert deze week een nieuwe methode voor bedrijven om hun watervoetafdruk te verkleinen. Dat gebeurt op de VN-waterconferentie in New York, die deze week voor het eerst sinds 46 jaar wordt gehouden.

PBL: Landen moeten anders kijken naar water om klimaatverandering tegen te gaan

Om klimaatverandering tegen te gaan, moeten overheden wereldwijd meer rekening houden met water in de inrichting van hun land. Dat schrijft het Planbureau voor de Leefomgeving.

De economie werkt tegen de natuur. ‘Hoe viezer het water, hoe hoger het bbp. Dat is heel gek’

Op de internationale top over biodiversiteit die volgende week begint, zal het ook over de economie gaan. Als natuur de waarde krijgt die zij echt verdient, kan verlies van soorten en ecosystemen effectiever gestopt worden.

Water sparen nu het valt, dat is de kwestie

Het regent veel, dus dit is hét moment om te bufferen. Water vasthouden helpt om droogte in de zomer zo lang mogelijk uit te stellen. Bergingsgebieden lopen vol, maar de beste spons is de bodem, zegt Robin Lomulder, specialist hydrologie bij Fugro.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden