Minder recreatie om de natuur te beschermen, maar door de lockdown willen we vaker naar buiten

Met je neus in de wind over het strand, klauteren door stuifduinen, struinen door drassig weideland of paddenstoelen zoeken in het bos. Nu het meeste vertier uit voorzorg op slot is gegaan, biedt de natuur weer uitkomst tijdens de kerstvakantie. Beheerders verwachten dat Nederlanders hun terreinen deze lockdown opnieuw massaal zullen opzoeken.

“Daar zijn onze gebieden ook voor”, zegt boswachter Laurens Jansen van Staatsbosbeheer. “Net als eerder tijdens de pandemie zullen veel nieuwe bezoekers kennismaken met de natuur. Ze zijn van harte welkom, zolang ze zich maar aan de openingstijden en de gebiedsregels houden.”

We gaan weer vaker het terrein in

In eerdere lockdowns ging dat niet altijd goed. “Wandelen of fietsen buiten de route, loslopende honden en vuilnis op het terrein”, somt Jansen op. “Dat zijn de overtredingen waar onze boa’s het meest tegen optreden, zoals mijn collega Bart Smit onlangs al vertelde in Trouw. Nu het weer drukker zal worden, gaan we weer vaker het terrein in, als gastheer natuurlijk, maar ook om op te treden. We kiezen de locaties uit waar we aanwezig willen zijn.”

In de eerste lockdown was het soms zo druk dat paden moesten worden afgesloten omdat het onmogelijk was er voldoende afstand te houden. Sommige gebieden waren niet goed meer bereikbaar omdat parkeerterreinen vol raakten. Of dat nu weer het geval zal zijn, hangt deels af van het weer, zegt de boswachter. “Vandaag is het prachtig en op mooie dagen is het altijd drukker, ook zonder corona. Maar als het nat is, zoals in november, valt het mee.”

Calamiteiten door de drukte heeft Jansen nog niet meegemaakt in zijn gebied, de Midden-Veluwe, tussen Hoenderloo en Apeldoorn tot aan Stroe en de Harskamp. “Veel mensen zien de Veluwe als één gebied, maar je kunt het Kootwijkerzand niet vergelijken met de Posbank bij Rheden, er zijn grote verschillen tussen het stuifzand en de heide hier of meer bosrijke gebieden.”

Dichtbij stedelijk gebied is meer recreatie mogelijk dan verderop

Juist daar op de Midden-Veluwe is de natuur kwetsbaarder. Om die reden werkte Staatsbosbeheer net als de andere terreineigenaren op de Veluwe mee aan het recreatiezoneringsplan van de provincie Gelderland. Op een gebiedskaart zijn verschillende zones aangebracht, waarin andere maatregelen worden genomen. Dicht bij stedelijk gebied is meer recreatie mogelijk dan verderop, in rustgebieden.

“Het spanningsveld is groot”, legt Jansen uit. “Sowieso stijgen de bezoekersaantallen, dat deden ze al vóór corona, bijvoorbeeld door een toenemend aantal mountainbikers. Tegelijk moeten we de druk op de Veluwe verlichten want het gaat met de natuur niet top. Het is internationaal beschermd Natura 2000-gebied en volgens het beheersplan gaat het niet goed met een aantal vogelsoorten.

“Een van de knoppen waar we aan kunnen draaien is het verminderen van de recreatiedruk. Het is niet zo dat je straks nergens meer terecht kunt, wel krijgen bezoekers minder bewegingsruimte in het broedseizoen, tussen 15 maart en 15 juli. We willen de beleefbaarheid zo veel mogelijk intact laten, maar ook de natuur beschermen en soms bijt dat elkaar.”

Lees ook:

Boswachters delen meer boetes uit, tot onvrede van hondenbaasjes. ‘Ik stak mijn middelvinger naar hem op’

Tweeënhalf keer zoveel parkeerbonnen, veel meer boetes voor loslopende honden, en ruzie met natuurbezoekers die hun ID-kaart niet willen tonen. Boswachters hebben twee pittige jaren achter de rug.

Om de stemming erin te houden, nam deze boswachter een Netflix-abonnement

Het land is gesloten. Hoe brengen Nederlanders de lockdown door? Boswachter Robbert Ouwerkerk ziet wandelaars buiten de paden gaan.

Zwijn ontsnapt aan jager door topdrukte Veluwe

Wilde dieren die zich dieper terugtrekken in het bos, bezoekers die zich aan elkaar ergeren, slingerende rotzooi in de natuur. De Veluwe piept en kraakt onder het grote aantal bezoekers.

Drukte in de natuur vraagt om creatieve oplossingen

Het is hartverwarmend dat zoveel mensen nu de natuur opzoeken, maar het vergt wel creatieve oplossingen, betoogt Marc van den Tweel, directeur van Natuurmonumenten.