Miljoenennota
Miljarden voor klimaat oogsten lof en kritiek
Op Prinsjesdag kreeg de klimaatcrisis prominent aandacht. De belofte van 6,8 miljard voor oplossingen oogst lof. Toch klinken er ook zorgen, over CO2-opslag.
Als iémand er niet voor terugdeinst om het kabinet te bekritiseren om falend klimaatbeleid, dan is het directeur Marjan Minnesma van Urgenda, de stichting die in 2015 de klimaatzaak tegen de staat won. Dus als zij milde woorden spreekt over het landelijke beleid voor CO2-reductie dan wil dat iets zeggen. En dat doet ze, terugblikkend op Prinsjesdag. “Ik zie wel een kantelpunt”, zegt Minnesma.
Dat heeft vooral te maken met de hoge prioriteit die het klimaat kreeg. Zowel in de toelichting van de plannen in ‘het koffertje’, als in de rede van de koning. “De Troonrede had veel aandacht voor de klimaatcrisis.” Even turven. Twaalf keer verwees koning Willem-Alexander naar de bedreigingen als gevolg van klimaatverandering. Eerst vrij algemeen, maar later in de rede ging hij in op het alarmerende IPCC-rapport. Hij zei dat het klimaat internationaal gezien ‘zonder twijfel het meest dringend’ op het bord van een nieuw kabinet ligt. Jarenlang mocht de milieubeweging blij zijn als het woord ‘milieu’ of ‘klimaat’ een keertje viel in de Troonrede.
Ondanks haar positieve blik op Prinsjesdag sluit Minnesma niet uit de staat nogmaals voor de rechter te dagen. Dit keer om klimaatbeleid voor 2030 af te dwingen. “Maar alles komt aan op concrete uitvoering. We liggen verre van op koers.” Als een nieuw kabinet echt teleurstelt, heeft ze ook nog een kort geding klaarliggen om met terugwerkende kracht klimaatactie te eisen.
CO2-opslag in de bodem van de zee: ‘onverteerbaar’, vindt Greenpeace
Toch geeft ze het demissionaire kabinet, in formatietijd, het voordeel van de twijfel. “Dat er veel geld wordt uitgetrokken geeft een serieus signaal”, zegt Minnesma. Een aanvullende pot van in totaal 6,8 miljard beloofde het demissionaire kabinet. Met die miljarden moet van alles gebeuren: huizen van warmtepompen voorzien, duurzame energie produceren met windmolens en zonnepanelen, elektrisch rijden. Ook de industrie, een grote bron van broeikasgassen, moet aanspraak kunnen maken op de geldpot. Bedrijven kunnen zo sneller technische investeringen doen waardoor er minder broeikasgas uit de schoorstenen komt, is het idee.
Dat kan óók door CO2 met filters op te vangen en in een lege holte, diep in de bodem onder zee weg te pompen. Die techniek – in jargon: carbon capture and storage (CCS) – krijgt meer ruimte, bleek op Prinsjesdag. ‘Onverteerbaar’, reageerde Greenpeace op de mogelijkheid voor fabrieken om ‘nog meer CO2 dan eerder afgesproken gesubsidieerd onder de Noordzee te mogen stoppen’. Ook Natuur & Milieu is ontstemd. Meer CCS staat niet in het Klimaatakkoord uit 2019, zegt de milieubeweging. Maar dreigen dat ze uit het Klimaatakkoord zullen stappen, dat kunnen de organisaties niet. Ze tekenden het Klimaatakkoord immers nooit, juist omdat ze al vonden dat de zware industrie er te veel in gespekt werd.
Dikke woorden, niets uitvoeren
De Vereniging voor Energie, Milieu en Water, de belangenvereniging van de industrie, vindt het begrijpelijk dat het demissionaire kabinet, behalve op waterstof, sterker wil gaan inzetten op CO2-opslag. Daarmee zijn potentieel veel megatonnen CO2 uit de lucht te halen.
“Als dat in de Rotterdamse haven binnen vijf jaar veel broeikasgas uit de schoorsteen opvangt, prima”, zegt Minnesma van Urgenda over de uitgewerkte plannen die op de Maasvlakte klaarliggen. Zij vindt het niet verstandig om principieel tegen CCS-subsidie te zijn, zoals Greenpeace. Pas wel op voor verre toekomstbeloften, voegt ze toe. “Plannen van de industrie om pas in 2028 de eerste megaton CO2 onder de grond te bergen, daar is geen tijd voor.” Aan CCS kleeft het imago van: dikke woorden, niets uitvoeren. Een nieuw internationaal wetenschappelijk overzicht bevestigt dit idee. CO2-opslag is hoogst onzeker en slaagt internationaal nauwelijks.
Lees ook:
De politieke onmacht spatte van de Troonrede af
Nederland staat voor enorme beslissingen, erkende het vertrekkende kabinet in de Troonrede. Maar de weg wijzen kan Rutte III niet meer.