Opinie
'Met een Milieugerechtshof kunnen we duurzaamheid afdwingen'
In juni vindt de Wereld Duurzaamheids Top van de Verenigde Naties Rio+20 plaats. Wereldwijde afspraken over duurzame energie, water, landgebruik, oceanen en grondstoffen zijn cruciaal. Eerdere milieuconferenties lieten echter zien dat praten alleen niet de oplossing biedt.
Ook afspraken maken is niet genoeg, leert twintig jaar duurzaamheidsoverleg. De duurzaamheidsdoelen moeten afdwingbaar worden. Ik ben daarom voorstander van de oprichting van een Internationaal Milieugerechtshof.
Net als mensenrechten is het recht op een schoon milieu en het behoud van planten en dieren universeel. Alleen als we die rechten internationaal kunnen afdwingen, kunnen we de mooie woorden over duurzaamheid omzetten in daden.
In 2000 spraken de regeringsleiders van 189 landen af om vóór 2015 de belangrijkste wereldproblemen aan te pakken: de Millenniumdoelen Dat er in New York al weken wordt onderhandeld over duurzame ontwikkelingsdoelen die in Rio de Janeiro die Milenniumdoelen moeten vervangen, wordt in Nederland ten onrechte nauwelijks besproken.
In voorbereiding op Rio bespreken afgevaardigden daar hoe ze de overgang naar een wereldwijde groene economie kunnen versnellen en armoede bestrijden. Rio+20 komt op een cruciaal moment nu internationale overleggen over klimaat, milieu en natuur dreigen vast te lopen.
De problemen zijn duidelijk. Met de groeiende wereldpopulatie en het stijgende welvaartsniveau hebben we in 2050 meer dan twee planeten nodig om de mensheid te onderhouden. Rio+20 is dé kans om analoog aan de Millennium Ontwikkelingsdoelen concrete wereldwijde afspraken te maken over duurzame ontwikkeling.
Als we nu slimme keuzes maken, verduurzaamt de economie. Het is de enige manier om onze welvaart en die van komende generaties te garanderen, ook van Nederland.
In 1992, tijdens de eerste Earth Summit in Rio, had Europa met ambitieuze voorstellen een soort motorfunctie en speelde Nederland een belangrijke rol. Maar waar is Nederland nu? We horen weinig van dit kabinet als het gaat om milieuambities.
Het Europees Parlement en de Raad, met de Denen als halfjaarlijks voorzitter, hebben zich wel al uitgesproken voor concrete duurzame ontwikkelingsdoelen.
Politici krijgen in Rio de Janeiro een unieke kans om te bewijzen dat ze de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de aarde aankunnen. Dat vereist het vermogen over een korte termijn eigenbelang heen te stappen. Burgers en een deel van het bedrijfsleven lijken op dit moment over meer verantwoordelijkheidsgevoel te beschikken dan de daarvoor gekozen politici.
Gisteren sprak ik samen met Eurocommissaris Potocnik met de Tweede Kamer over de Europese milieuambities voor Rio+20. Als leider van de delegatie van het Europees Parlement riep ik de Nederlandse regering op actie te ondernemen.
Als dit kabinet de milieuproblematiek serieus neemt, dan moet premier Rutte toch op zijn minst bij de top aanwezig zijn. De stilte in Nederland is een gemiste kans.