In de Amercentrale van Essent, bij Geertruidenberg, worden kolen en biomassa gestookt. De centrale sluit waarschijnlijk volgend jaar.

InterviewMichael Norton

‘Met biomassa subsidieer je klimaatverandering’

In de Amercentrale van Essent, bij Geertruidenberg, worden kolen en biomassa gestookt. De centrale sluit waarschijnlijk volgend jaar.Beeld anp

Nederland komt van de regen in de drup als de subsidiëring van biomassacentrales doorgaat, waarschuwt hoogleraar Michael Norton, directeur milieu van de Europese wetenschapskoepel Easac. ‘Biomassa is in een veel te groen jasje in de EU-regelgeving terechtgekomen.’

Rosanne Kropman

Het kabinet trekt de komende twintig jaar 14 miljard aan subsidies uit om te investeren in energie uit biomassa. Volgens verantwoordelijk minister Eric Wiebes is dat nodig om de klimaatdoelen te halen, zo schreef hij ­vorige week aan de Tweede Kamer. Zijn voornemen stuit op verzet. Vooral op lokaal niveau roeren burgers en belangengroepen zich uit angst voor luchtverontreiniging.

Maar het probleem met biomassa is vele malen groter en ernstiger dan alleen dat, zegt hoogleraar Michael Norton, directeur van ­wetenschapskoepel Easac, die de Europese Commissie adviseert over klimaat- en energiebeleid. De vlucht die biomassa nu neemt, versnelt klimaatverandering en zorgt voor vergaande ontbossing.

Wanneer ontdekte u dat er iets mis was?

“Dat was in 2016, toen we onderzoek ­deden naar hoe Europa zijn bosgebieden ­gebruikt. Steeds vaker zagen we dat bossen in beeld kwamen om gebruikt te worden als biomassa en dat die nieuwe manier van gebruik concurreerde met de ecologische functies van bossen.”

Hoe is de opkomst biomassa te verklaren?

“In de EU-regelgeving geldt het verstoken van biomassa nog steeds als CO2-neutraal. De ­gedachte is dat een boom of plant tijdens zijn leven evenveel CO2 opneemt als vrijkomt bij verbranding. Een energiebedrijf hoeft door die CO2-neutrale status geen emissierechten te betalen bij verbranding en tegelijk kunnen overheden zeggen dat ze investeren in hernieuwbare energie en hoeven ze minder te investeren in windparken, zonne-energie of andere duurzame bronnen. Het gevolg is dat overal in Europa plannen zijn ontstaan om ­kolencentrales om te bouwen tot biomassacentrales.”

Waarom maakt u bezwaar tegen de term CO2-neutraal?

“Toen dit bedacht werd, ergens begin deze eeuw, was het idee dat een bos in een jaar of dertig wel weer aangegroeid zou zijn. Nu weten we dat veel langer duurt – decennia, misschien wel eeuwen – tot dezelfde hoeveelheid CO2 die vrijkomt bij verbranding van bos weer is opgenomen. Die overgangsperiode dat er netto meer CO2 in de lucht zit, heet de carbon payback period. En de tijd voor zo’n overbruggingsperiode tussen kap en teruggroei hebben we niet. Wellicht zitten we er al binnen tien of twintig jaar aan een opwarming van 1,5 graad. Daarna komen we in een gevaarlijk, onomkeerbaar stadium van klimaatverandering. Waarom zou je iets subsidiëren dat de CO2 in de atmosfeer vermeerdert in een cruciale periode, waarin klimaatverandering al richting een gevaarlijk stadium gaat?”

Michael Norton, directeur milieu van de Europese wetenschapskoepel Easac.  Beeld
Michael Norton, directeur milieu van de Europese wetenschapskoepel Easac.

Vorige week schreef minister Eric Wiebes aan de Tweede Kamer, naar aanleiding van kritiek van Easac op de geplande biomassacentrales in Nederland, dat die draaien op reststromen. Slechts een kwart van de subsidie voor biomassacentrales gaat naar geïmporteerd hout.

“Ah ja, dat heb ik vaker gehoord. Dat is nu misschien zo, maar als de grote geplande kolencentrales die worden omgebouwd tot biomassacentrales in Nederland in bedrijf zijn, kun je niet langer driekwart van wat je nodig hebt om die centrales te stoken uit Nederland halen en zal je een aanzienlijk deel uit het buitenland moeten importeren.

“Wij willen hier graag geloven dat wat we in huis halen alleen de reststromen uit de houtindustrie zijn, maar de praktijk is anders nu ­biomassa op grote schaal wordt gebruikt. In de VS is er veel onderzoek gedaan naar waar die geïmporteerde houtpallets van gemaakt zijn: ze bestaan voor 80 procent uit hele bomen.”

Wiebes schrijft bovendien dat het importhout goed gecontroleerd wordt op duurzaamheid. Hoe realistisch is dat?

Die EU-duurzaamheidsprincipes zien er op ­papier indrukwekkend uit, maar in de praktijk blijkt het moeilijk te checken of er bij het kappen van een stuk bos, zeker ver buiten de EU-grenzen, voldaan is aan de criteria.”

In Nederland is er weerstand tegen de ­biomassacentrales, maar dan vooral vanwege de gevolgen voor de luchtkwaliteit.

“Ik ben verbaasd over hoe weinig ik hoor van boze burgers. Hun belastinggeld gaat naar een doel dat klimaatverandering verergert, terwijl dat nu juist bedoeld is om klimaatverandering te stoppen. Dat is een boodschap die meer ­publieke impact zou moeten hebben. Ook ­milieugroepen zien lang niet altijd dat het grootste probleem is dat de biomassacentrales het klimaatprobleem verergeren.”

In Nederland heb je een opstand als een lokaal bestuurder bomen laat omhakken. Misschien kijken we er anders tegenaan als het niet in onze ­achtertuin is?

“Ja, uit het oog, uit het hart is hier wel van toepassing. En er is een conflict tussen lange- en kortetermijnbelangen. Er staan banen en veel geld op het spel, dus je ziet de politieke steun toenemen om de situatie te houden ­zoals die is en om het gebruik van biomassa zelfs uit te breiden. Een zorgelijke ontwikkeling, want het momentum vervliegt om het anders te doen, nu de belangen van overheden en de industrie groeien.”

Hoe heeft het gebruik van biomassa zo’n vlucht kunnen nemen als er zoveel bezwaren aan kleven?

“Dat hebben wij ons ook afgevraagd, omdat het zo onlogisch is. Het idee om de reststromen te gebruiken uit de bosbouw leek een goed idee voor lokaal gebruik en op kleine schaal. Maar toen biomassa in een veel te groen jasje in de EU-regelgeving terechtkwam, zag je er een internationale industrie omheen ontstaan.

“Daarmee kwam ook de lobby van energie- en houtbedrijven op gang. In 2018 heeft de Europese Commissie behoorlijk wat wetenschappelijke input gekregen om de term CO2-neutraal in nieuwe wetgeving te schrappen. Maar in het beslisproces bleef het overeind. Het gevolg is dat zo’n 60 procent van de energie uit hernieuwbare bronnen nu uit biomassa komt.

“Daardoor willen ook landen niet meer terug: hun klimaatdoelen zijn nog steeds dezelfde, maar de helft van wat ze verduurzaamd hebben, telt dan niet meer. Dit alles zorgt ervoor dat biomassa aardig gevestigd is. Toch gebeurt er wel wat. Slowakije heeft ­inmiddels eigen ­regelgeving gemaakt om te zorgen dat er echt alleen reststromen in de biomassacentrales verdwijnen. Wellicht kan dat als voorbeeld ­dienen voor andere Europese landen.”

Wiebes concludeert in zijn brief dat het ­kabinet tot doel heeft op een verantwoorde manier duurzame biomassa te benutten.

“Er staat nogal vaak ‘duurzaam’ in, hè. En het woord ‘verantwoord’ is ook mooi gevonden. Maar hoe definieer je dat? Ik doe verantwoord en jij niet? Dit soort woorden hebben maar een beperkte waarde en klinken naïef. Als we hiermee doorgaan, schieten we onszelf in onze voet en we betalen er nog voor ook.”

Lees ook:

Biomassa blijkt schadelijker dan gas en kolen

Biomassacentrales stoten meer stikstof, fijnstof en koolstof uit dan een kolencentrale, berekent adviesbureau DNV GL. Het stoken van hout geldt als groene energieoplossing in het Klimaatakkoord, maar dat is nu onderuitgehaald.

Biomassa ligt onder vuur. Is dat terecht?

Eén van de pijlers onder het klimaatakkoord, biomassa, ligt onder vuur. Is dat terecht, en zouden we ook zonder kunnen?

Verzet groeit tegen houtverbranding in biomassacentrales

Biomassa stoken is in opkomst, actiegroepen verzetten zich. Een juridische strijd met Vattenfall is al zeker.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden