Stijging zeespiegel
Meebewegen met het water dat stijgt of opeens valt
Waar kan ik heen, als de zee straks ruim een meter hoger staat? Blijf gerust waar je bent, zeggen kenners. Maar blijf wel alert.
Elke schop die de grond ingaat, moet klimaatbestendig zijn, zegt Deltacommissaris Peter Glas in reactie op het Klimaatsignaal’21 van het KNMI. Precies die gedachte koestert Rogier van der Sande, dijkgraaf van Hoogheemraadschap Rijnland en voorzitter van de Unie van Waterschappen. “Water moet sturend zijn in de ruimtelijke ordening. En dan niet vrijblijvend. Het Rijk moet met richtlijnen komen hoe je kunt bouwen.”
Als we niets doen, loopt het koninkrijk onder, stelt Van der Sande vast. Maar we doen juist van alles. Nederland kan al eeuwen leven met water en er zijn genoeg innovatieve technieken om ons aan te passen aan nieuwe ontwikkelingen, adaptief te zijn. “Maar die worden overgelaten aan de dialoog. Het is allemaal gedecentraliseerd, alle 352 gemeenten en twaalf provincies maken hun eigen inschatting. Dat zou anders moeten. We hebben één regeling voor brandveiligheid, we gaan ook niet meer palaveren over dijkveiligheid, zo moet je ook waterveiligheid vooraf meenemen in elk bouwplan.”
Daarbij maakt Van der Sande zich nu vooral zorgen om weerextremen. “Die heftige buien en droogtes zijn er nu al. Of dat nou in de Randstad is of in hoog Nederland. Houd rekening met hittestress of met wateroverlast zoals in Limburg deze zomer. Dat kan in heel het land gebeuren.”
Vooruitverdedigen
Hoe alarmerend dat ook klinkt, zorgen hoeven we ons volgens directeur Erik Wagener van het Hoogwaterbeschermingsprogramma (Hwbp) nog niet te maken. Alles wat het Klimaatsignaal schetst, past in de scenario’s van zijn programma, zegt hij. “Het KNMI onderstreept de noodzaak van het Hwbp. Eigenlijk zijn we al aan de slag. Vóór 2050 moet 1500 kilometer dijk zijn verbeterd. Ik noem dat vooruitverdedigen. Deze scenario’s passen in onze aanpak, maar we zijn altijd adaptief en de aanpak is flexibel, altijd gericht op uitbreidbaarheid op de lange termijn. Onze ontwerpcriteria zijn gericht op extremen. Dus we schrikken niet, maar we zijn altijd alert.”
Kim Cohen, fysisch geograaf aan de Universiteit Utrecht, noemt het juist ‘lastig om op dezelfde voet door te gaan als het water blijft stijgen’. Er zitten limieten aan het aanpassen en ophogen van dijken, stormvloedkeringen en zandduinen, zegt hij. “Het wordt steeds duurder om de dijken op te hogen en het kost energie om water uit ‘de badkuip Nederland’ de zee in te pompen. Polderland achter de dijk verzilt en het wordt risicovoller er te blijven wonen. Je kunt je afvragen of mensen straks wel tien meter onder de zeespiegel durven wonen.”
Maar wat zijn dan de alternatieven? Het Deltaprogramma van de rijksoverheid beschrijft een aantal toekomstperspectieven, waarop wordt ingezet als de zeespiegel inderdaad voorbij een meter lijkt te stijgen. Allereerst moet het water meer ruimte krijgen. Geen harde scheidingen tussen land en water, maar meebewegen met de grillen van de zee en de rivieren. Marjolijn Haasnoot, die als geograaf aan de Universiteit Utrecht is gespecialiseerd in klimaatadaptatie en werkzaam is bij Deltares, stelt zich een landschap voor waar niet alles is volgebouwd, maar ruimte voor overstromingen wordt gelaten: “Een dubbele dijk kan helpen, waarbij de voorste soms overstroomt. Het gebied daartussen moet dan niet bewoond zijn.”
Meer zilte landbouw
Volgens Cohen leggen zulke reserveringen extra druk op ruimtelijke opgaven. “De uitdaging is niet alleen aan de kust, maar op de inrichting van het hele land.” Door verzilting of een hoge grondwaterstand zullen we het land anders moeten gebruiken. Meer zilte landbouw en meer leven met draslanden.
Een andere optie zou zijn om mee omhoog te bewegen en te gaan wonen op het wateroppervlak. Een moeilijk voor te stellen scenario: huizen op palen, drijvende woningen op zee of op stukken land die mogen overstromen. Er zijn ook ideeën voor een grote dijk in zee. “Dan kies je de aanval als beste verdediging”, zegt Cohen. Rivieren monden dan in het nieuwe randmeer tussen de dijk en de huidige kust. Zo blijft het water aan het strand lager en hoeft het rivierwater niet over een metershoge dijk te worden gepompt.
Volgens Haasnoot zal het in de praktijk gaan om een combinatie van deze alternatieven en het ophogen van de dijken. De Randstad verlaten en naar Nijmegen, Maastricht of Duitsland trekken hoeft voorlopig nog niet, maar voor de alternatieve plannen is wel een versnelling nodig. Het wordt steeds lastiger om droge voeten te houden. Haasnoot: “De noodzaak wordt steeds groter, ook als we de afspraken van Parijs halen. Het kan nog, maar we hebben geen zeeën van tijd.”
Lees ook:
Klimaatrapport KNMI: in ergste scenario’s ‘zul je delen van Nederland moeten opgeven’
Het KNMI waarschuwt dat de gevolgen van ongebreidelde klimaatverandering voor Nederland groter zijn dan voorzien. ‘Met 6 meter kom je wel voorbij het punt dat dijken nog bescherming kunnen bieden.’