'Max Havelaar is meer ideologie dan realiteit'
"Max Havelaar heeft zich veel te kwetsbaar gemaakt. De uitgangspunten passen niet meer bij de huidige marktsituatie." Nico Roozen, directeur van Solidaridad en in 1988 geestelijk vader van Max Havelaar, ziet al jarenlang met pijn in het hart toe hoe het keurmerk zich vastbijt in bepaalde principes die volgens hem "meer ideologie dan realiteit" zijn. Al sinds eind jaren negentig roept hij op tot vernieuwing van het keurmerk, dat internationaal als Fairtrade wordt verkocht.
Deze week kwam Max Havelaar-chocola slecht in het nieuws: Afrikaanse onderzoeksjournalisten concludeerden dat cacaoboeren in West-Afrika die voor fairtrade-cooperaties werken geen cent wijzer worden van de 'eerlijke' handelwijze. Zij zouden voor hun cacao net zoveel (of weinig) krijgen van fairtrade-kopers als van reguliere afnemers.
In het onderzoek van het Forum for African Investigative Reporters (Fair), dat gisteren verscheen, staat verder dat de fairtrade-bewuste westerse chocoladeconsument meer betaalt voor het overeind houden van de Max Havelaar-organisatie zelf dan voor de boer voor wie het keurmerk toch bedacht is.
De directeur van Max Havelaar, Peter d'Angremond, zet grote vraagtekens bij het onderzoek.
Utz
"Hoe pijnlijk ook, ik ben blij met deze externe druk", zegt Roozen, wiens Solidaridad-organisatie zich tegenwoordig onder meer inzet voor het Utz-keurmerk voor duurzame producten. Dat is wat breder van opzet en marktgerichter: het keurmerk werkt onder meer samen met grote concerns zoals Mars. "Als Max Havelaar destijds voldoende had geïnnoveerd, was de komst van Utz niet nodig geweest", zegt Roozen.
Volgens de Solidaridad-directeur zijn de twee belangrijkste pijlers onder het Max Havelaar-systeem - een gegarandeerde minimumprijs voor de boer en een fairtrade-premie daarbovenop - 'volstrekt achterhaald'. En niet alleen voor cacao. "In de jaren tachtig, toen we ermee begonnen, bood de minimumprijs nog wel een bestaanszekerheid voor de boer", zegt Roozen. "Zo lag de koffieprijs toen tussen de 60 en 90 dollar per baal, terwijl de Max Havelaar-prijs daar flink boven lag. Nu is de prijs op de wereldmarkt gestegen naar 160 à 220 dollar, maar de minimum Max Havelaar-prijs is niet veranderd en is nu juist lager."
De Afrikaanse journalisten constateerden ook dat de fairtrade-premies die aan de cacao-coöperaties worden uitgekeerd, nauwelijks bij deelnemende boeren terechtkomen.
Hiërarchisch
Roozen nuanceert deze kritiek door het op te nemen voor de cooperaties, die in zijn ogen onmisbaar zijn, vooral door de schaalvoordelen. Maar dat er in sommige gevallen het nodige ontbreekt aan de zeggenschap van de deelnemende boeren, staat voor hem buiten kijf. "Veel cacao-coöperaties in bijvoorbeeld Ivoorkust zijn heel hiërarchisch georganiseerd."
Ook in een ander kritiekpunt uit het onderzoek, de hoge kosten van het Max Havelaar-merk, kan Roozen zich vinden. "Het Max Havelaar-systeem is extreem duur. In 2011 haalde Max Havelaar in Nederland voor 3,1 miljoen euro op voor de fairtrade-premies, terwijl de organisatie in Nederland 2,1 miljoen euro kostte. Dat is geen goede verhouding. De consument betaalt voor de verkeerde dingen. Ter vergelijking: de kosten van het Utz-keurmerk zijn een zesde van die van Max Havelaar."
Hoewel het onderzoek van deze week alleen over de chocola van Max Havelaar ging, gaat het Roozen aan het hart dat nu alle fairtrade-keurmerken een slechte naam dreigen te krijgen. "Dat cynisme over de keurmerken is echt killing. Ik raak er een beetje geëmotioneerd van. Dit is toch nog steeds mijn grote passie. Max Havelaar kan wel degelijk een rol spelen. Het is een voorloper geweest, maar de wet van de remmende voorsprong is genadeloos. Het is hoog tijd om te innoveren."
'Meer investeringen, meer toegang tot krediet'
Peter d'Angremond, directeur van de stichting Max Havelaar, spreekt tegen dat de gegarandeerde minimumprijs voor de boer niet meer relevant is door de gestegen wereldmarktprijzen, zoals Nico Roozen beweert. "Die minimumprijs blijft belangrijk. Mogelijk daalt de koffieprijs dit jaar weer. Je ziet dat de prijzen van tropische grondstoffen enorm fluctueren. Doordat ons vangnet er is, heeft de coöperatie de zekerheid van inkomsten, ook in een periode van lage prijzen. Ze hebben daardoor meer mogelijkheden om in de toekomst te investeren. En, misschien nog wel belangrijker, ze hebben makkelijker toegang tot krediet. Als je sec kijkt naar nu, zijn de wereldmarktprijzen inderdaad hoger, maar deze positieve bij-effecten zijn er wel degelijk."
d'Angremond wijst op de controlemechanismen binnen Fairtrade die ervoor moeten zorgen dat de leden van de coöperaties invloed hebben op wat er met de fairtrade-premies gebeurt. "Maar of dat een garantie is dat de boeren altijd weten wat er in de coöperatie speelt? Nee. Natuurlijk zijn er de nodige uitdagingen waar we ons van bewust zijn, en waaraan gewerkt wordt."
De directeur kan niets met de opmerkingen dat de doelstellingen van het keurmerk achterhaald zijn. "We werken continu aan innovatie en zitten niet stil. Zo hebben boeren binnen Fairtrade 50 procent zeggenschap over het gevoerde beleid, komen er nieuwe productcategorieën en werken we aan thema's als klimaatverandering."
undefined