ReportageDuurzaamheid
Lokale energieprojecten krijgen koninklijke erkenning in Bussum
Zorgen de gestegen olie- en gasprijzen voor meer belangstelling in lokale duurzame energie initiatieven? Niet elke coöperatie merkt dat. ‘Er is vooral vraag naar isolatie.’
Koning Willem-Alexander staat op het podium van het Spant! Theater in Bussum en krijgt de instructie om een zwiep aan de 2 meter hoge windmolen te geven. Na een zacht duwtje – de wieken draaien nog niet één keer om hun as – verschijnt het aantal leden van Nederlandse energiecoörporaties op het grote scherm en dwarrelt er confetti uit het plafond. Bijna 112.000. Deze projecten wekken genoeg energie op voor 380.000 huishoudens, 65.000 via zon en 315.000 via wind.
Gestegen olieprijzen gesprek van de dag
Nu de gas- en olieprijzen zijn gestegen door de onrustige geopolitieke situatie, zijn dure energierekeningen het gesprek van de dag. Een mogelijke oplossing is het lokaal opwekken van energie: het hoofdthema van evenement ‘HIER opgewekt’ dat op woensdag plaatsvond in het Spant! Theater in Bussum. Op deze dag kunnen initiatiefnemers van lokale energieprojecten contact met elkaar leggen en verschillende sessies over duurzame energie bijwonen.
Dat er de laatste tijd meer belangstelling is voor lokale energieprojecten, is iets dat Ron Poppen, energiecoach en initiatiefnemer van een lokaal zonneproject in Heiloo, opvalt. Samen met 80 anderen regelde hij dat er in drie jaar tijd 800 zonnepanelen op verschillende locaties, waaronder een sporthal, ziekenhuis en een GGZ-instelling, zijn geïnstalleerd. “Door de grote hoeveelheid aanvragen hebben wij inmiddels een wachtlijst.”
Of zij zich hebben aangesloten door de situatie in Rusland, durft hij niet zo te stellen. “Mensen doen mee aan projecten zoals deze om bij te dragen aan een schonere wereld, solidair te zijn richting Groningen, maar het gaat ze ook om de centen”, concludeert hij.
Uitbreiden is niet makkelijk
Omdat lokaal energie opwekken steeds belangrijker wordt, probeert Poppen uit te breiden. Maar dat gaat niet altijd even makkelijk. “Dat heeft te maken met de gestegen energieprijzen en de energiebelasting. Als deelnemer van dit project kun je deze belasting terugkrijgen, maar die gaat elk jaar naar beneden. Hierdoor wordt de zogenaamde terugverdientijd langer.”
Koen van Swam, projectmanager bij Deltawind, de energiecoöperatie van Goeree-Overflakkee, neemt een hap van zijn groene cupcake. Hij is naar het evenement toe gekomen om kennis te maken met andere coöperaties. “Ik ben relatief nieuw, dus ik wil horen wat hun successen en de tegenvallers zijn: uiteindelijk probeer je elkaar helpen.”
Van Swam is een groot voorstander van lokaal energie opwekken. “Dat verkleint de volledige afhankelijkheid van buitenlandse energieproducenten.” De afgelopen maanden wilden er niet per se meer mensen aansluiten bij de coöperatie vertelt, Van Swam. “Wat ik vooral zie is dat de vraag naar ‘hoe verduurzaam ik mijn huis?’ heel erg is toegenomen. Sommige bedrijven, zoals leveranciers van warmtepompen, hebben wachtlijsten van langer dan een half jaar.”
Waterstof produceren
Omdat we minder gas moeten gebruiken, is de vraag naar groene energie groot. Daarom kijkt Van Zwam naast hun eigen windparken, ook of er andere manieren zijn om energie op te wekken en op te slaan. “Bijvoorbeeld door het produceren van waterstof en aanleg van lokale warmtenetten.”
Ook Poppen ziet dat de situatie in Rusland er vooral voor zorgt dat mensen eerder geneigd zijn om te investeren in de isolatie van hun eigen huis, dan dat ze investeren in een lokaal energieproject. Alhoewel steeds meer huishoudens hun huis verduurzamen, moeten meer mensen dit doen, volgens Poppen. “De manier waarop je energie opwekt is belangrijk, maar hoe je je huidige energievraag kan terugdringen, is veel belangrijker. Die bewustwording, dáár draait het om.”
De meeste gemeenten hebben wel één of meerdere energieprojecten
Het aantal leden van energiecoöperaties is vijf jaar tijd meer dan verdubbeld. In Nederland zijn inmiddels 112.000 mensen lid van een lokaal energie-initiatief. Die projecten wekken samen energie op voor 380.000 huishoudens, 65.000 via zon en 315.000 via wind. Afgelopen kwamen er 39 nieuwe coöperaties bij, de teller staat nu op 676. Het grootste deel van de gemeenten, 84 procent, kent één of meer lokale energieprojecten. De cijfers komen uit de Lokale Energie Monitor, woensdag gepubliceerd door klimaatstichting HIER.
• Zon: er zijn nu 927 lokale zonne-energieprojecten in werking. Er zijn 365 projecten in de pijplijn. Dat betekent dat het coöperatief zonvermogen de komende jaren zal verdubbelen. Het overgrote deel ligt op daken (93 procent), maar ook zijn 13 nieuwe zonnevelden in gebruik genomen. Voorbeeld: Enschede Energie telt nu achttien zonnedaken. Daar komt nog een groot zonnedak bij op drie hangars bij vliegbasis Twente en nog drie zonneparken.
• Wind: Het coöperatieve windvermogen nam in 2021 toe met 35 procent vergeleken met een jaar eerder. Twaalf nieuwe windparken kwamen erbij. Er zit nog 75 megawatt aan wind in de pijplijn. Voorbeeld: Het kostte windpark Kookepan in Limburg vijf jaar om van tekentafel tot productie te komen. 150 leden van coöperatie Leudal Energie zorgden voor 2,2 miljoen euro eigen vermogen.
• Warmte: Lokaal warmte regelen is veel ingewikkelder dan energie uit wind of zon halen. Projecten beginnen wel van de grond te komen. Er zijn nu honderd actieve initiatieven, twee zijn helemaal klaar, vier in aanbouw.