Een klimaatactie afgelopen week in Schotland, tegen het gebruik van fossiele brandstoffen, waar leden van de Red Rebel Brigade en Extiction Rebellion samen demonstreerden.

InterviewsKlimaatactivisme

Klimaatwetenschappers tussen wanhoop en actievoeren: is de 1,5 graad opwarming nog wel haalbaar?

Een klimaatactie afgelopen week in Schotland, tegen het gebruik van fossiele brandstoffen, waar leden van de Red Rebel Brigade en Extiction Rebellion samen demonstreerden.Beeld ANP / AFP

Wetenschappers voeren deze week wereldwijd actie voor een beter klimaatbeleid. Onder de noemer Scientist Rebellion grijpen ze de publicatie van het derde deel van het IPCC-onderzoek aan om hun zorgen kenbaar te maken. Drie Nederlandse wetenschappers over hun worsteling tussen zakelijk de feiten presenteren en publiek en politiek wakkerschudden.

Ella Santhagens

Michiel van den Broeke (53)
Hoogleraar polaire meteorologie aan de Universiteit Utrecht

Michiel van den Broeke: ‘Alles wat verandering teweeg kan brengen in het beleid, moeten we proberen’. Beeld
Michiel van den Broeke: ‘Alles wat verandering teweeg kan brengen in het beleid, moeten we proberen’.

“Het is niet de vraag of, maar wanneer we Nederland teruggeven aan de zee, zei een collega laatst. Dat geeft in mijn optiek goed weer wat de stand van zaken is. Ik doe onderzoek naar het klimaat van de poolgebieden. De zeespiegelstijging – die recent van 30 naar bijna 40 centimeter per eeuw is versneld – wordt nu al voor een derde deel veroorzaakt door de smeltende ijskappen op Groenland en Antarctica. Dat komt omdat de uitstoot van broeikasgassen blijft toenemen, en er te weinig actie wordt ondernomen om nog grotere opwarming van de aarde te voorkomen. Ik vind het daarom onze plicht als wetenschappers, onze kennis zo goed mogelijk beschikbaar te maken voor een zo breed mogelijk publiek. De boodschap wordt namelijk steeds urgenter. Dat doe ik door les te geven op de universiteit en middelbare scholen, en voordrachten te geven voor allerlei verenigingen. Maar er blijft een grote groep die lastig te bereiken is. Ik vind dat wij harder moeten werken om ook die groep te bereiken.

“Ik ben gevraagd voor een discussiepanel van de wetenschappelijke tak van Extinction Rebellion, Scientist Rebellion, om te praten over de wenselijkheid van klimaatactivisme door wetenschappers. Daar doe ik graag aan mee. Ik geef zelf liever lezingen en zou niet zo snel een kruispunt blokkeren, maar ik ga mijn collega’s daar niet op aanspreken. Integendeel: ik steun ze daarin. Alles wat verandering teweeg kan brengen in het beleid, moeten we proberen. De bal ligt echt bij de politiek.

“Of dit onze objectiviteit in gevaar brengt? Je kan wat mij betreft heel objectief een kruispunt bezetten. Wetenschappers bepalen hun acties op basis van de kennis die zij hebben en de urgentie die ze voelen. Als zij vinden dat dit de manier is om de urgentie van het probleem aan te kaarten, houd ik ze niet tegen.”

Maarten Kleinhans (50)
Hoogleraar biogeomorfologie (rivieren en delta’s) aan de Universiteit Utrecht

Maarten Kleinhans: ‘Sommige collega‘s spreken zich niet uit omdat ze bang zijn voor repercussies’. Beeld
Maarten Kleinhans: ‘Sommige collega‘s spreken zich niet uit omdat ze bang zijn voor repercussies’.

“Ik maak me erg veel zorgen over de toekomst. De wereld die we achterlaten wordt rampzalig als we zo doorgaan. Ik doe onderzoek naar hoe het Nederlandse landschap is ontstaan en hoe dat verandert, onder andere door klimaatverandering. Ik ben actief bezig om deze kennis te verspreiden. Dat vind ik erg belangrijk. Naast lezingen op de universiteit en scholen, geef ik één keer in de maand publiekslezingen en geef ik vaak interviews in de media. Niet al mijn collega’s gaan op dezelfde manier te werk. Sommige zeggen dat ze nooit met zulke duidelijke taal zouden spreken omdat ze bang zijn voor repercussies, en omdat ze niet meer geloofwaardig zouden overkomen.

“Er zit een heel interessante spanning tussen objectiviteit en activisme. De primitieve mening is dat wetenschappers objectief moeten zijn en dat ze daarom geen normatieve uitspraken mogen doen. Dat is niet hoe het werkt: er zit nu anderhalf keer zo veel CO2 in de atmosfeer als er hoort te zitten, en de stijging versnelt. Om de gevolgen echt te laten doordringen, moet je deze informatie duiden tot in mensen hun achtertuin. Dat wil niet zeggen dat het niet meer objectief is: want het is gebaseerd op die enorme kennisbasis en consensus in de wetenschap. Het heeft alleen een lading die vergt dat men daar politieke keuzes in gaat maken. Daar worstelen sommige mensen mee. Die denken dan dat ik niet meer betrouwbaar ben, en bestempelen me als activist zodra ik die lading uitleg.

“Deze wereldwijde actieweek van wetenschappers vind ik erg goed. Het is erg dapper, want ze zullen er niet automatisch punten mee scoren bij hun collega’s. Bovendien is het moeilijker om aan tafel te zitten met beleidsmakers en bedrijven als je zichtbaar activistisch bent geweest. Aan de andere kant: ik weet niet meer wat we nog anders kunnen doen. Iedere keer worden de IPCC-rapporten weer erger. Ondertussen gebeurt er bijna niks. Een beter milieu begint niet bij jezelf, het begint bij overheidsingrijpen en grote bedrijven die hun verantwoordelijkheid nemen, en kiezers die dat ook doen.”

Marjan Smeulders: ‘Niet in actie komen is het ontlopen van je verantwoordelijkheid als wetenschapper’. Beeld
Marjan Smeulders: ‘Niet in actie komen is het ontlopen van je verantwoordelijkheid als wetenschapper’.Beeld

Marjan Smeulders (49)
Ecologisch microbioloog, wetenschapper bij de Radboud Universiteit

“Er wordt vaak gezegd dat wetenschappers zich niet met de politiek mogen bemoeien. Maar wanneer wij onze doctorstitel ontvangen, krijgen wij een opdracht om de maatschappij te dienen met de wetenschap: die verantwoordelijkheid voel ik nu meer dan ooit. Nu ik merk dat het publiceren van onderzoek niet werkt om de urgentie door te laten dringen, zie ik het als mijn taak om verdere actie te ondernemen.

“Niet in actie komen is wat mij betreft het ontlopen van je verantwoordelijkheid als wetenschapper. Toch ziet niet iedereen dat zo: als ik jongere collega’s probeer te activeren, krijg ik van enkele te horen dat ze bang zijn om mee te doen vanwege hun latere carrièrekansen. Maar ik denk juist dat je daardoor sterker overkomt: je neemt je eigen wetenschap serieus. Daarom ga ik deze week tijdens de klimaatmars van Scientists Rebellion publiekelijk spreken.

“Ik vind het heftig dat we op een punt zijn gekomen dat wij als wetenschappers gaan protesteren. Dit ligt echt ver buiten onze comfortzone. Wij komen namelijk niet vaak buiten de universiteiten om te demonstreren. Ik vind het bijzonder, spannend en angstaanjagend, maar heel belangrijk dat het gebeurt. Lees de IPCC-conclusies maar: er moet écht meer actie komen. We zitten vast in een systeem waarbij wordt gezien en gehoord wat wetenschappers ontdekken, maar er nauwelijks actie wordt ondernomen. Dat moet anders. Door corona en de oorlog in Oekraïne zien we nu dat snelle actie best kan, maar de overheden en bedrijven zien nog niet dat hun huis in brand staat. De urgentie mist in het klimaatdebat.

“Ik hoop hiermee dat wij een signaal afgeven naar de samenleving, de overheden en de grote financiële instellingen: het moet nu echt gebeuren.”

Lees ook:

Klimaatwetenschappers herkennen zichzelf in Don’t Look Up – en dat is geen feest

De Netflix-film Don’t Look Up laat zien wat er gebeurt als wetenschappers waarschuwen voor een mondiale ramp. Rara, waar zou dat over gaan? Klimaatwetenschappers zien de parallel met hun pogingen om mensen wakker te schudden.

Waarom het klimaat juist geen baat heeft bij uitgelekte rapporten

Delen uit klimaatstudies van het IPCC lekken vaak voortijdig uit. Het activistische Scientists Rebellion juicht dit toe, want hoe meer alarmbellen voor het klimaat hoe beter. Maar klopt dat wel?

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden