Kastanjes, pecannoten en appelbessen: het voedselbos is de nieuwe bosbouwtrend

Voedselbos Ketelbroek in Groesbeek. Beeld Wouter van Eck
Voedselbos Ketelbroek in Groesbeek.Beeld Wouter van Eck

Ze verrijzen her en der bij steden en op voormalige landbouwgrond, maar ook een groot stuk naaldbos op landgoed Welna op de Veluwe wordt omgevormd tot voedselbos. Al die saaie dennenakkers op de Veluwe, zeggen de initiatiefnemers, zouden er ook van opknappen.

Koen Moons

Nu staat er nog een eentonig bestand aan grove dennen, maar binnen enkele tientallen jaren worden uit het bos op landgoed Welna tamme kastanjes en walnoten geoogst. En wat te denken van pecannoot, monnikspeper, appelbes, hibiscus en schijnaugurk? Het wordt het eerste bestaande bos op de Veluwe dat wordt omgevormd tot een voedselbos.

“Wij zijn bosbouwers en dit is een nieuwe manier om naar bosbouw te kijken. Voedselbossen hebben veel potentie, zowel economisch als ecologisch”, vertelt Frank Gorter, rentmeester van het landgoed en ‘ecopreneur’. “Ik ben rentmeester 2.0, ik geloof niet meer in de stelregel dat vastgoed de natuur moet bekostigen. De natuur zelf kan ook economisch waardevol zijn.”

Gorter werd bij zijn plannen onder andere geholpen door Wouter van Eck van de Stichting Voedselbosbouw. Die zette in 2009 een stuk landbouwgrond bij Groesbeek om in Nederlands eerste voedselbos, het Ketelbroek. Onlangs begon hij met de aanleg van maar liefst twintig hectare nieuw voedselbos bij Schijndel. “In het Ketelbroek hebben we vierhonderd eetbare soorten”, zegt Van Eck. “Denk aan noten en fruit, maar ook aan eetbare bladeren en bloemen, zoals Chinese mahonie, waarvan de bladeren smaken naar Franse uiensoep.”

Exoten

Maar het gaat bij voedselbossen niet alleen om de producten, benadrukt Van Eck, ook de natuurwaarden zijn hoog. Dat het grotendeels om exoten gaat, doet daar volgens hem niets aan af. “Die naaldboomplantages staan ook vol met uitheemse soorten. En die zijn soms zelfs aangewezen als Natura 2000-gebied, met doelstellingen gericht op het behoud ervan. In een voedselbos planten we ook inheemse soorten, zodat die voedsel kunnen leveren aan nuttige insecten en andere dieren.”

Nashiperen in Ketelbroek. Beeld Pieter Jansen
Nashiperen in Ketelbroek.Beeld Pieter Jansen

De Stichting Voedselbosbouw beschreef samen met projectnetwerk The Plant, de Bosgroepen (verenigingen van boseigenaren) en en studenten van hogeschool Van Hall Larenstein vier businesscases voor landgoed Welna, gericht op volumeproductie, beleving, biodiversiteit en gastronomie. Dat leverde vier secenario’s op. “Alle scenario’s dragen wel in enige mate bij aan biodiversiteit, beleving en economie, maar de accenten zijn verschillend”, zegt Van Eck. “Als je vooral inzet op volumeproductie, dan teel je op grotere schaal hazelnoot, appel, peer en kweepeer, terwijl het bij gastronomie om veel soorten in kleinere aantallen gaat, waarmee je nichemarkten kunt bedienen. Denk aan honingbes, olijfwilg of de thee-virburnum.”

Welna gaat met alle vier scenario’s aan de slag. “We willen laten zien dat het kan en dat alle vier de manieren hun eigen specifieke waarden hebben”, aldus Gorter.

Veertig jaar

Het kan nog wel even duren voor bossen echt al hun voedsel leveren. “Sommige struiken dragen na twee jaar al vruchten, maar de boom die pijnboompitten levert, doet dat pas na veertig jaar. Voor ons bosbouwers is dat niet vreemd, wij zijn gewend om naar de langere termijn te kijken.”

Bang dat bosbezoekers zelf hun mandje volladen met noten is Gorter niet. “Dat gebeurt bij de huidige landbouw toch ook niet? Er liggen kilometers land waarvan je zou kunnen oogsten. Misschien moeten we de mensen nog wel een beetje opvoeden. In het begin staat er sowieso een hek omheen, anders wordt het een groot restaurant voor herten, al die bomen met frisgroene blaadjes. Maar we hopen die na 25 jaar weg te kunnen halen, als het bos een beetje volwassen is.”

Van Eck denkt dat zonering van de verschillende type voedselbossen het probleem van wildpluk door recreanten verhelpt. “Vlakbij parkeerterreinen kun je plukbossen aanleggen waar mensen kastanjes kunnen rapen en bessen plukken. Die kun je ook voor educatie en excursies gebruiken. Meer afgelegen staan dan de echte productiebossen.”

null Beeld Wouter van Eck
Beeld Wouter van Eck

Wat hem betreft komen er veel meer voedselbossen op de Veluwe. “Een groot deel van de Veluwe bestaat uit een categorie die het afvoerputje van het Nederlandse natuurbeheer vormen: droge bossen met houtproductie. Dat type bos komt op de Veluwe schrikbarend veel voor. Het heeft weinig natuurwaarde en economisch levert het niet zoveel meer op. Hier is voedselbosbouw heel goed mogelijk, die zou een enorme verrijking zijn voor de biodiversiteit en meer opleveren dan wat het hout nu oplevert.”

Plukbos

Of dat op grote schaal zal gebeuren, is nog de vraag. Andere landgoedeigenaren tonen interesse. Maar Staatsbosbeheer, grootgrondbezitter op de Veluwe, ziet weinig in het omvormen van dennenbossen tot plukbos. “Wij zien meer kansen voor kleinschalige voedselbossen in de buurt van dorpen en steden”, zegt woordvoerder Marcel van Dun. “En we vinden dat de uitgestrekte naaldbossen op de Veluwe ook hun waarde hebben.”

Ook Natuurmonumenten, beheerder van veel bossen op de Veluwe, ziet niet veel in voedselbosbouw. “Als een boer op gronden die wij aan hem verpachten een voedselbos wil, kunnen we het daar wel over hebben. Op een weiland met alleen maar Engels raaigras kun je misschien inderdaad beter een voedselbos neerzetten”, zegt woordvoerder Marjolein Koek. “Maar wij beheren vooral natuurgebieden die een leefgebied vormen voor bepaalde planten- en diersoorten. Die komen niet in aanmerking voor het omvormen naar voedselbossen. Daar zou je het leefgebied van die soorten mee vernietigen.”

Oogsten uit de natuur is voor Natuurmonumenten geen doel, zegt Koek. “Soms gebeurt dat, maar we hebben geen bos omdat het hout of fruit produceert. Op stukken waarop wij van oudsher nog wel productiebos hebben, zijn we bezig dat om te vormen naar gemengd bos om de biodiversiteit te vergroten.”

Duindoorn Beeld Wouter van Eck
DuindoornBeeld Wouter van Eck

Geelgors

Van Eck blijft erbij dat ook een voedselbos een bijdrage kan leveren aan biodiversiteit. Voedselbossen hebben meer natuurwaarde dan veel van de huidige bossen, zegt hij, en hij verwijst naar onderzoek in het Ketelbroek. Daar werden 22 soorten broedvogels aangetroffen, tegen slechts twaalf in het ruim zes keer zo grote Welna.

“Op Ketelbroek nestelen onder andere de geelgors, roodborsttapuit, bosrietzanger en spotvogel. Die staan op de rode lijst van bedreigde soorten. En verder foerageren dassen, er leven ringslangen, er vliegen vuurvliegjes...”, somt hij op. “Met de soorten die hier voorkomen, steken we menig natuurreservaat naar de kroon.”

Lees ook:

Met beter bosbeheer zou Nederland veel meer CO2 kunnen compenseren

Bossen compenseren 10 procent van de totale uitstoot van broeikasgassen doordat ze CO2 vastleggen, zegt de Wageningse bosexpert Gert-Jan Nabuurs. Die bijdrage kan dubbel zo groot.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden