Loonprijsspiraal
Jagen hebberige werknemers en vakbonden de inflatie op?
Terwijl de vakbonden 10 procent extra loon eisen, waarschuwt DNB-president Klaas Knot voor een loonprijsspiraal. Maar wat is dat eigenlijk? En is het risico daarop net zo groot als in de jaren zeventig?
DNB-president Klaas Knot pleitte lange tijd voor loonverhogingen. Dat was goed voor werknemers en zou helpen om de inflatie in te dammen. Maar nu de vakbonden vasthouden aan een loonverhoging van minimaal 10 procent, leidt dat bij Knot ‘toch tot een eerste beetje zorg’, zei hij bij het tv-programma Buitenhof.
Hij wijst erop dat de lonen al aan het stijgen zijn. Sterker nog, er is sprake van een ‘versnelling’. De loonstijging afgelopen april was hoger dan die in maart, en die was weer hoger dan die in februari en januari. Sinds enkele maanden verdienen werkende Nederlanders iedere maand een beetje meer – gemiddeld genomen dan. Bij loonstijgingen van nog eens 10 procent of meer, dreigt volgens Knot een loonprijsspiraal.
Loonprijsspiraal jaagt de inflatie op twee manieren op
Zo’n spiraal wakkert op twee manieren de inflatie aan. Ten eerste willen werkgevers de hogere loonkosten terugverdienen. Dat doen ze door de prijzen van hun diensten en producten te verhogen. Dat leidt weer tot hogere loonkosten, wat weer leidt tot nieuwe prijsverhogingen, die weer leiden tot loonverhogingen, enzovoorts. Vandaar de naam ‘loonprijsspiraal’.
De hogere lonen drijven de prijzen ook op doordat burgers meer te besteden krijgen. Voor dat geld willen ze leuke dingen kopen. Er is dus meer vraag, wat leidt tot hogere prijzen, zegt macro-econoom Marcel Klok van ING.
Zo’n loonprijsspiraal kan de concurrentiepositie van Nederland schaden, omdat producten en diensten duurder worden en het voor afnemers aantrekkelijker wordt om producten en diensten af te nemen van bedrijven uit een ander land. Bovendien leiden de hoge arbeidskosten tot een prikkel om te automatiseren, zegt hoogleraar arbeidseconomie Joop Schippers (Universiteit Utrecht). Hogere loonkosten leiden dan dus tot het schrappen van banen.
Knot houdt vast aan loonstijging van 6 tot 7 procent
Knot roept werkgevers en werknemers daarom op om ‘het hoofd koel te houden’. Er is beslist ruimte voor een loonsverhoging, maar die zou beperkt moeten blijven tot 6 of 7 procent. Met name in de dienstensector moet men zuinig zijn, omdat arbeidskosten daar naar verhouding veel zwaarder drukken op de prijzen. Banken, architectenbureaus en accountskantoren hoeven immers geen dure grondstoffen en apparaten te kopen om producten te maken.
De vakbonden stellen daartegenover dat de aandeelhouders- en bestuurdersbeloningen veel harder zijn gestegen dan de lonen. Graaiflatie, noemen ze dat. Werkenden betalen de toegenomen welvaart van de rijken. Een loonsverhoging van 10 procent ‘is uiterst goed te verdedigen’, schrijft CNV in reactie op Knot.
Laatste loonprijsspiraal was in de jaren zeventig
De laatste keer keer dat Nederland gevangen zat in een loonprijsspiraal was in de jaren zeventig. Ook toen waren de inflatie en de loonstijgingen het gevolg van hoge energiekosten. Destijds ging het om de olieprijs. Nu de gasprijs.
Maar daar houdt de vergelijking wel op, zegt Klok. Destijds was in veel cao’s een automatische inflatiecorrectie afgesproken. Ging de inflatie met 2 procent omhoog, dan volgde het loon eveneens met 2 procent. Stegen de prijzen met 20 procent, dan ook het salaris.
Lees verder onder de grafiek
Nog maar een paar CAO’s hebben automatische inflatiecorrectie
Dat soort afspraken bestaan nu niet of nauwelijks meer, zegt Jannes van der Velde van werkgeversvereniging AWVN. In 2022 werd in maar twee cao’s zo’n afspraak gemaakt, namelijk in de collectieve arbeidsovereenkomsten van grondstoffenhandelaar Cargill en in die van Tate & Lyle, dat ingrediënten levert aan de voedingsindustrie. “Ook zijn er nog een paar bedrijven rondom de Rotterdamse haven die dit soort afspraken hebben, maar die hebben dat nog uit de jaren zeventig – die afspraken staan dus al vijftig jaar. De werkgevers willen er wel vanaf, maar de bonden gaan daar niet in mee”, zegt Van der Velde.
De kans op ‘ongelukken’, dus een ongeremde loonprijsspiraal, is nu dan ook een stuk kleiner dan toen, zegt Schippers. “Werkgevers en werknemers moeten bij iedere onderhandelronde keuzes maken of ze de lonen gaan corrigeren en hoever.” Dat de lonen nog een stukje zullen stijgen, acht Klok van ING daarbij wel aannemelijk. “Zolang het personeelstekort aanhoudt, hebben bonden een grotere kans om loonsverhogingen af te spreken. Maar het is niet zo dat de bonden automatisch krijgen wat ze vragen.”
Lees ook:
Werkgevers in de stress: personeelstekort zorgt voor nog groter personeelstekort
Als het werk moet worden gedaan door minder mensen neemt de druk toe. Gevolg: uitval en dus nog minder medewerkers. Hoe gaan werkgevers om met werkdruk?