null

soortenrijkdom

Is uw investering een aanslag op de natuur? De bank weet nu het antwoord

Beeld Mart Veldhuis

Banken en pensioenfondsen moeten iets met biodiversiteit, want natuurverlies bedreigt hun balansen. Maar de meesten weten niet precies hoe ze dat moeten aanpakken. Voor het eerst zijn er nu openbare praktijkvoorbeelden, die uitkomst bieden.

Esther Bijlo

Na het klimaat gaat biodiversiteit de financiële sector hoofdbrekens bezorgen. De meeste banken, pensioenfondsen en verzekeraars zijn al wel doordrongen van de risico’s die de uitstoot van broeikasgassen voor hun vermogen betekent: fossiele belangen kunnen verdampen als klimaatbeleid strenger wordt, investeringen in duurzame bedrijven kunnen meer opleveren, en de financiële sector kan de geldstromen een klimaatvriendelijker kant op sturen.

Voor biodiversiteit ligt dat allemaal nog niet zo duidelijk. Het is pas sinds kort dat er in de financiële sector aandacht is voor het behoud van soorten en ecosystemen. De ASN Bank lichtte zijn hele portefeuille door op de effecten op de biodiversiteit. Die waren, alles bij elkaar opgeteld, negatief. De bank probeert nu met de opgedane kennis zijn ecologische voetafdruk te verkleinen.

De Nederlandsche Bank (DNB) verdiept zich, als hoeder van de financiële sector, sinds een paar jaar in biodiversiteit. Samen met het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) maakte DNB een jaar geleden duidelijk dat het verlies van natuurlijke soortenrijkdom een belangrijk risico vormt voor de financiële sector. Er zijn inmiddels rekenmethoden ontwikkeld, en financiële instellingen werken in het Partnership for Biodiversity Accounting Financials (PBAF) aan internationale richtlijnen.

De financiële sector wakker schudden

Die ontwikkelingen moeten de sector wakker schudden om verlies van soorten en ecosystemen serieus te nemen. Het bestaan van mensen hangt immers af van de natuur. Voedselproductie, drinkwater, schone lucht, om maar wat te noemen, zijn essentieel om te kunnen leven. Het wetenschappelijk panel voor de biodiversiteit, IPBES, heeft net als zusterclub IPCC voor het klimaat, code rood afgegeven. Daar komt bij dat het inzicht groeit dat klimaatverandering tegengaan niet gaat slagen als niet tegelijk de toestand van de natuur verbetert.

Maar waar het uitrekenen van klimaatrisico’s voor financiële instellingen nog relatief simpel is, geldt dat niet voor biodiversiteit. Uitstoot van broeikasgassen is overzichtelijk uit te drukken in één getal: de uitstoot van CO2 of CO2-equivalenten. Bij biodiversiteit is een hele reeks aan factoren in het spel, zoals landgebruik, vervuiling door chemische middelen, onttrekking van water, uitputting van grondstoffen. Maak daar dan maar eens een overzichtelijk tabelletje van.

De complexiteit is de reden dat een groot deel van de financiële sector aanhikt tegen het onderwerp, ziet Wijnand Broer, die met bureau CREM betrokken is bij ASN Bank. “Er is een flinke drempel om ermee aan de slag te gaan. Binnen financiële instellingen zijn er wel mensen te vinden die aanslaan op biodiversiteit. Maar ze weten vaak niet hoe ze verder moeten.”

Voorbeelden waren niet openbaar

De Nederlandse overheid financierde daarom een studie met concrete voorbeelden, onlangs gepubliceerd. “Een laagdrempelige manier om kennis te maken met de methodes”, zegt Broer.

Zulke voorbeelden zijn in de wereld nog nauwelijks voorhanden, al helemaal niet openbaar. “Het is de eerste keer dat een groepje financiële instellingen meedoet en onderling kennis hierover uitwisselt”, constateert Broer. Zo doet ING mee met het doorrekenen van een lening voor een zonnepark. Financier FMO met een lening aan de Peruaanse producent van groenten en fruit Agrovision, en de Nederlandse Waterschapsbank wil weten hoe het zit met Waternet, het waterbedrijf voor Amstel, Gooi en Vecht.

Een aantal grote beleggers, zoals APG (vermogensbeheerder van pensioenfonds ABP), Achmea en ASN Bank, willen weten wat er gebeurt als je een hele index door de rekenmachine van de biodiversiteit haalt. De MSCI World Index bevat ruim 1500 bedrijven en is internationaal een belangrijke maatstaf voor beleggers. “Wat doen mijn beleggingen, afgezet tegen die index, dat is een standaardvraag”, legt Roel Nozeman van ASN Bank uit. “Dat gaat dan over rendement, wat leveren ze op in euro’s. Nu kunnen we ook kijken: doen mijn investeringen het op gebied van biodiversiteit beter dan de MSCI?”

Aanslag op de natuur, uitgedrukt in een maatstaf

Het is de eerste keer in de wereld dat zo’n index op de effecten voor biodiversiteit is nageplozen. De aanslag op de natuur is hierbij omgerekend naar een maatstaf in hectares, de oppervlakte waar alle soorten gedurende een jaar zijn verdwenen, de manier waarop ook ASN de balans heeft doorgecijferd. De ruim 1500 bedrijven uit de MSCI blijken gezamenlijk verantwoordelijk voor een verlies van 15 miljoen vierkante kilometer, een gebied iets kleiner dan de oppervlakte van Rusland. Pas als dat getal op nul uitkomt, is de uitkomst ‘biodiversiteitsneutraal’, oftewel geen negatieve impact, net als bij klimaat.

De sommen laten zien dat klimaat en biodiversiteit elkaar overlappen: 41 procent van het verlies van biodiversiteit is veroorzaakt door klimaatverandering. De tweede grote factor is landgebruik. Andere redenen voor slechtere natuur zijn verzuring van de bodem en watergebruik. Volgens Nozeman zijn de gegevens direct bruikbaar. “Van die 1500 bedrijven is nu de ecologische voetafdruk bekend. Daarmee kun je al zien waar de grootste risico’s zitten en hoe dit komt, zoals in de ketens van de detailhandel. Die bedrijven kun je extra in de gaten gaan houden als belegger: wat doen ze er aan?”

Het onderzoek van Waternet levert op dat de productie van chemicaliën voor de waterzuivering een grote invloed op de biodiversiteit heeft. Ook wordt duidelijk dat sommige positieve effecten op de natuur nog niet goed te meten zijn. Zo verwijdert Waternet ook de invasieve soorten uit het water en het duingebied zoals de Amerikaanse vogelkers. Dat is goed voor andere soorten, maar dat effect is nog niet te becijferen.

De klant erop aanspreken

Bij landbouwbedrijf Agrovision blijkt het transport van werknemers met vervuilende bussen een verrassend grote bron van verlies aan biodiversiteit te zijn. “Met dit inzicht kan meteen iets gedaan worden: overschakelen naar schoon vervoer”, stelt Nozeman. “Dat illustreert meteen de waarde van zo’n berekening, je kunt als investeerder je klant er op aanspreken.”

Bij zonnepark De Rietstap blijkt dat het nogal uitmaakt op welk soort grond de zonnepanelen gelegd worden. Heeft het terrein het label ‘industriegebied’, dan pakt het minder negatief uit om daar panelen op te leggen dan wanneer het etiket landbouwgrond of natuur is. De productie van de zonnepanelen zelf tikt echter het hardst aan als het om natuurverlies gaat, dat was voor de ontwikkelaar van het zonnepark een verrassing. De productie in China gaat namelijk gepaard met veel vuile energie. Er staat ook een positief effect tegenover: de opgewekte stroom is groen, waardoor er minder belastende fossiele brandstoffen nodig zijn. Dat laatste tikt aan, waardoor het uiteindelijke sommetje positief is.

Nozeman waarschuwt wel dat bij biodiversiteit, anders dan bij CO2-uitstoot, niet zomaar de minnen en de plussen tegen elkaar kunnen worden weggestreept. De uitputting van de bodem, door steeds één gewas te telen, wegstrepen tegen de aanplant van bomen duizend kilometer verderop, is geen eerlijke rekensom. “De positieve en negatieve effecten moeten altijd los van elkaar gerapporteerd worden. Maar in dezelfde regio zou je het wel bij elkaar kunnen optellen. Als je dichtbij aan bosbouw doet bijvoorbeeld, dan kan de biodiversiteit in die regio er in totaal op vooruitgaan.”

Data zijn soms jaren oud

Dat nog lang niet alles te kwantificeren valt, is lastig, maar nog geen reden om niet al te beginnen, vinden Broer en Nozeman. Data zijn soms jaren oud, cijfers alleen beschikbaar op het niveau van een sector of een groot gebied.

Er komen echter steeds meer cijfers voorhanden, door de toenemende urgentie om verlies van biodiversiteit tegen te gaan en door regelgeving. Bedrijven zullen veel opener moeten publiceren wat ze aanrichten op de planeet. “Volgens de nieuwe regelgeving in de EU zullen bedrijven over biodiversiteit moeten gaan rapporteren”, zegt Nozeman. “Ook vanuit De Nederlandsche Bank neemt de druk toe om te gaan meten, zodat de risico’s voor de financiële sector duidelijker worden.”

Broer hoopt op een ‘sneeuwbaleffect’, nu een aantal praktische voorbeelden voorhanden zijn. “Dat verlaagt de drempel. De methodes zullen steeds geavanceerder worden, maar het is niet zo dat je eerst alles moet weten voordat je wat kunt doen aan verlies van biodiversiteit. Tegen de tijd dat we alles weten, valt er waarschijnlijk weinig meer te redden.”

Lees ook:

Met een rekenmethode proberen banken de biodiversiteit te redden

De financiële sector begint oog te krijgen voor de risico’s van soortenverlies en natuurvernietiging. Nederland is voortrekker, een rekenmethode om beleggers en banken te helpen is in de maak.

Hoe langer je wacht hoe meer natuur je verliest

De neerslag van stikstof moet zo snel mogelijk zo veel mogelijk omlaag, zegt emeritus hoogleraar Frank Berendse, mede-opsteller van een nieuw rapport over de ecologische noodzaak van stikstofreductie. Want dan herstelt de natuur zich, zo blijkt uit zijn eigen langjarig onderzoek.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden