InterviewDuurzame samenleving
In de strijd tegen klimaatverandering kunnen burgers meer doen dan ze denken, vindt hoogleraar Patrick Huntjens
Voor een eerlijker en duurzamer samenleving hebben we dringend een nieuw maatschappelijk contract nodig, zegt hoogleraar Patrick Huntjens.
“We zitten op een doodlopend spoor. Als we met alle crises van deze tijd willen omgaan – van klimaatverandering tot de toegenomen ongelijkheid en de vertrouwenscrisis tussen burgers en politiek – moeten we ons gaan richten op de onderliggende systeemcrisis”, zegt Patrick Huntjens (47), hoogleraar governance van duurzaamheidstransities aan de Universiteit Maastricht en lector sociale innovatie bij Hogeschool Inholland.
Hij pleit in zijn boek Towards a Natural Social Contract, waarvoor hij als eerste Nederlander de Nautilus Book Award won, voor een radicale koerswijziging. Die is noodzakelijk, omdat we in het verleden twee keer ‘een verkeerde afslag’ hebben genomen. “Sinds de verlichting zijn we onszelf gaan beschouwen als superieur ten opzichte van de natuur, terwijl we daar onderdeel van zijn.”
Ook zijn we volgens Huntjens van nature een ‘homo ecologicus’, terwijl ons huidige systeem uitgaat van het idee dat de mens een ‘homo economicus’ is, rationeel en gericht op winstmaximalisatie en eigenbelang. Maar het blinde geloof in de markt die iedereen voorspoed en welvaart oplevert, is de afgelopen tijd als een ballon lekgeprikt, constateert hij. “Niet alleen de lage inkomens, ook de middenklasse voelt dat het systeem vastloopt. Dat roept angst en onzekerheid op en versterkt polarisatie.” Daarom is volgens Huntjens een nieuw verbindend verhaal nodig.
Wie moet dat gaan realiseren? De politiek?
“In de politiek is er vooral de behoefte om verschillen te benadrukken, omwille van identiteit en macht. Maar je kunt de verantwoordelijkheid voor gedragsverandering niet alleen bij burger of consument neerleggen en aan de markt overlaten, zoals nu gebruikelijk is.
“De overheid heeft effectieve instrumenten in handen, waaronder normering, belasting en beloning om zaken te veranderen, maar zet die nauwelijks in. Ondertussen ontstaan in de samenleving allerlei prachtige initiatieven die laten zien hoe het anders kan, zoals agro-ecologie in voedselbossen. Korte voedselketens hebben sinds de coronacrisis een enorme boost gekregen, ook in grote steden.
“De huidige coalitie zet wel vol in op klimaat, maar de fossiele industrie in Nederland ontvangt jaarlijks nog steeds miljarden euro’s aan steun. Als volksvertegenwoordiger heb je dan wat uit te leggen, aangezien driekwart van de Nederlandse bevolking stevig klimaatbeleid wil, zoals blijkt uit recent Ipsos-onderzoek.”
Transities duren vaak decennia, schrijft u. Maar dat duurt toch veel te lang?
“We zitten al tien tot vijftien jaar in een transitie, vergeet dat niet. De Club van Rome maakte vijftig jaar geleden al duidelijk dat eindeloze groei niet mogelijk is. Dat besef is er steeds meer, al is daar natuurlijk nog veel te weinig op geacteerd. De financiële crisis van 2009 was een wake-upcall en heeft geleid tot meer ideeën voor een andere economie.
“In 2015 zijn de Sustainable Development Goals geformuleerd en in 2018 is het Klimaatakkoord van Parijs ondertekend. Dat zijn belangrijke mijlpalen van een koersverandering. Al leunen ze voor een belangrijk deel nog steeds op het geloof dat we het met economische groei, marktwerking en technologie wel kunnen oplossen. Dat is een gevaarlijke miskenning van de noodzaak van systeemverandering.
“Doordat Poetin ons nu – onbedoeld – heeft laten beseffen dat we zo snel mogelijk van het Russische gas af moeten, is er opeens veel meer animo om de energietransitie te versnellen. Soms is een externe shock nodig.”
Na corona zouden we het ook al anders gaan doen. Mensen gaan weer massaal op vliegvakantie en blijven online goedkope spullen bestellen. Hoe wilt u de mens veranderen in een ‘homo ecologicus’?
“De mens is al een homo ecologicus, alleen komt dat onvoldoende tot zijn recht, omdat we nu noodgedwongen onderdeel zijn van een systeem dat is ingericht op een incompleet mensbeeld van de homo economicus. Dat beschouwt de burger slechts als consument, zonder verantwoordelijkheid voor de leefomgeving. Maar de mens is een groepsdier, verweven in een web van afhankelijkheden, zoals álles in de natuur.
“Het is niet houdbaar om te zeggen: ‘Ik heb recht op een jaarlijkse vliegvakantie naar Verweggistan en ik wil dagelijks vlees eten’. Dat staat volledig los van de realiteit waar we in zitten. Dat mensen het nog zeggen, snap ik wel. Dat heeft met bewustzijn en informatievoorziening te maken. Daar schort het aan. We maken als samenleving onvoldoende duidelijk wat de gevolgen zijn van onze leefstijl. Niet alleen hier, maar ook aan de andere kant van de wereld en voor toekomstige generaties.
“Betrouwbare keurmerken die kijken naar milieu-footprint, dierenwelzijn en eerlijke werkomstandigheden helpen producenten en consumenten bewustere keuzes te maken. Ook moeten we toewerken naar true cost pricing, dus de verborgen sociale en ecologische kosten meenemen in de prijs van producten en diensten. Maar de overheid loopt hier hopeloos in achter. Ik vind echt dat we als burger meer mogen verwachten van de overheid.”
En hoe zit het met de verantwoordelijkheid van burgers?
“Veel mensen zeggen: wat maakt het uit of ik zonnepanelen op het dak leg, of twee dagen per week geen vlees eet, als honderd bedrijven wereldwijd verantwoordelijk zijn voor 70 procent van de CO2-uitstoot? Maar als burger kunnen we heel veel veranderen. Als we samen de handschoen oppakken, zijn we een regenbui op een gloeiende plaat, geen druppel.
“Wie roepen – naast de overheid – bedrijven op om duurzaam of sociaal te ondernemen? Dat zijn burgers, burgerinitiatieven, coöperaties, verenigingen, maatschappelijke organisaties, partijen als MVO Nederland en Urgenda en Milieudefensie, die de overheid of Shell voor de rechter slepen als ze over de schreef gaan.”
Hoe valt eerlijke beprijzing te realiseren als een vleestaks al een te hoge horde blijkt?
“Wat zou helpen, is op Europees niveau belasting heffen op onduurzame, oneerlijke en ongezonde producten. Dan heb je het over een suikertaks en een vleestaks voor alle EU-landen. Dat zou ook zorgen voor enorme winst op het vlak van preventieve gezondheid.
“Dat de motie tegen een vleestaks is aangenomen is echt twee stappen terug. Een probleem van de politiek is dat ze te veel luistert naar een luidruchtige groep en naar lobbyisten die slechts een klein deel van de boeren vertegenwoordigen. De meeste veehouders staan niet onwelwillend tegenover verandering, als het maar goed geregeld wordt.
“Een vleestaks had daarbij kunnen helpen, omdat er dan een eerlijker prijs wordt betaald voor een product met een enorme ecologische footprint, waarmee boeren gecompenseerd kunnen worden voor hun investeringen in verduurzaming. We zijn in Nederland voornamelijk bezig om een veel te grote veestapel in stand te houden, met allerlei ongewenste gevolgen voor biodiversiteit, CO2- en methaanuitstoot, risico op nieuwe zoönosen en een stikstofcrisis. Je ontkomt niet aan inkrimpen van de veestapel.”
Aan welke belangrijke knoppen valt nog meer te draaien om de overgang naar een duurzame samenleving te versnellen?
“De grootste winst is waarschijnlijk te halen met een drastische hervorming van ons belastingstelsel. Daarbij denk ik vooral aan het aanpakken van ongelijkheid door kapitaal te belasten in plaats van arbeid.
“Op internationaal niveau vind ik het een Nederlandse schandvlek dat we al decennia lobbyen bij de VN om ecocide – het grootschalig beschadigen of vernietigen van ecosystemen – niet als misdaad tegen de menselijkheid op te nemen in het internationale recht. Dat heeft direct met de belangen van de fossiele industrie te maken.
“Niet alleen de overheid, alle partijen moeten aan de bak om een eerlijker, gezonder en duurzamere samenleving te realiseren.”
Patrick Huntjens: Towards a Natural Social Contract. Transformative Social-Ecological Innovation for a Sustainable, Healthy and Just Society. Springer; 205 blz. €34.
Lees ook:
Politici gaan onze klimaatproblemen niet oplossen, zegt Katharine Hayhoe: ‘Verandering begint bij burgers’
De tijd van praten is voorbij, het is tijd voor actie! Deze oproep klinkt zo lekker daadkrachtig in het klimaatdebat, maar volgens Katharine Hayhoe werkt het niet zo. ‘Begin zelf met iets kleins en práát er met anderen over.’