De Dickinsonia is uiteindelijk in een apart gecreëerde diergroep ondergebracht.  Beeld ANP / Science Photo Library
De Dickinsonia is uiteindelijk in een apart gecreëerde diergroep ondergebracht.Beeld ANP / Science Photo Library

Jelles WeekdierDickinsonia

Iets als een kruising tussen een obese regenworm, een fietswieltje en een platgeslagen papieren vouwlampionnetje

Jelle Reumer

Dat een kreeft een dier is en een brandnetel een plant, is voor iedereen duidelijk. Het bezit van bladgroen is het eenvoudigste kenmerk om een plant van een dier te onderscheiden, maar er zijn planten zonder bladgroen, zoals bremrapen, en er zijn zelfs dieren die zich van bladgroen bedienen om in een deel van hun voedingsbehoefte te voorzien. Vroeger wist men het ook niet allemaal duidelijk en gaf men dieren plantennamen als zeelelie en zeeanemoon.

Bij fossielen die niet meteen herkenbaar zijn als een dinosaurus of de afdruk van een varenblad kan het ook lastig zijn. Fossielen van vroege levensvormen lijken soms zo weinig op wat wij dieren plegen te noemen, dat er flinke discussies kunnen ontstaan over de vraag wat het nou eigenlijk is. Een mooi voorbeeld daarvan is Dickinsonia.

Dit vreemde organisme lijkt nergens op en bijgevolg is het diverse malen door paleontologen aan andere takken van de stamboom van het leven gehangen. Er is nu zelfs gerede twijfel ontstaan of Dickinsonia überhaupt wel een dier was.

550 miljoen jaar oude zandsteenformatie

Dickinsonia ziet eruit als de kruising tussen een obese regenworm, een fietswieltje, een platgeslagen papieren vouwlampionnetje en de voetafdruk van een zeeanemoon. Het fossiel werd ontdekt in een 550 miljoen jaar oude zandsteenformatie in de Australische deelstaat South Australia. De ontdekker, de geoloog Reginald Sprigg, noemde het fossiel naar de directeur van het mijnbouwbedrijf van de deelstaat, Ben Dickinson.

Sprigg dacht dat het een kwal was, of in elk geval de afdruk van een kwal. Daardoor was het eigenlijk meteen een dier dat in zee had geleefd (kwallen zijn tenslotte zeedieren) en hoewel steeds duidelijker werd dat het geen kwal was, leidde dat idee sindsdien een eigen leven. Successieve onderzoekers maakten er een oerkwal van of een mariene ringworm, of wellicht een onbekende afdruk van ‘iets’.

Er werd uiteindelijk een compromis gevonden en samen met een aantal andere bizarre fossiele levensvormen werd Dickinsonia in een apart gecreëerde diergroep ondergebracht, de Vendobionta. Daarvan wist men echter weer niet of het een apart rijk was, of een stam binnen het dierenrijk, of een klasse daar weer binnen.

Een schimmel of korstmos

Een recente publicatie van de Amerikaanse paleontoloog Gregory Retallack levert bewijs dat Dickinsonia zelfs geen dier was, maar vermoedelijk een schimmel of een korstmos, en niet in zee leefde maar op land.

Dickinsonia groeide aan de voorzijde door telkens links en rechts nieuwe geledingen te maken; hoe ouder hoe meer van die spaken. Maar soms ontstond er een beschadiging. Was het een gevolg van vraat? Of het resultaat van uitdroging? Of zonnebrand? In elk geval zien we dat bij een deel van de fossielen de ontstane beschadiging werd hersteld en de groei doorging.

Retallack vergeleek het regeneratieproces met wat we bij algen, bij korstmossen, bij wormen, trilobieten en kreeftachtigen waarnemen wanneer een beschadiging wordt hersteld. Wat bij Dickinsonia optrad, lijkt niet op regeneratie die we bij dieren zien, maar juist wel op wat er gebeurt bij een beschadigd korstmos of alg. Het was eerst een dier en is dat nu dus niet meer, maar deze week nog wel een weekdier.

Jelle Reumer is paleontoloog. Voor Trouw bespreekt hij iedere week een dier dat het nieuws haalt.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden