NatuurdagboekKoos Dijksterhuis
Hoe slecht het ook met de spreeuwen gaat, ze blijven opgewekt neuriën
Vond ik spreeuwen altijd al leuk, sinds ik het boek De spreeuw schreef ben ik helemaal gek op ze. Hoe slecht het ook met ze gaat, ze blijven opgewekt neuriën, zingen en zwermen. Dat zwermen zetten ze nu een paar weken in de vakantiestand. Tijd om te broeden!
Spreeuwen broeden tegelijkertijd. Dat geldt voor meer soorten, maar zo tegelijkertijd als spreeuwen wordt er zelden gebroed. In drie aprildagen tijd komen bijna alle spreeuwenkuikens uit, en in drie meidagen verlaten ze massaal hun holen.
Massaal is tegenwoordig helaas een overstatement. In mijn kindertijd waren spreeuwen ’s lands talrijkste broedvogels, inmiddels zijn ze met 80 procent gezakt en uit de top-10 gekukeld. Ze eten emelten, de larven van langpootmuggen, en die leven in grasland. Het meeste grasland echter is boerenland en daar hebben insecten en hun larven het zwaar.
Vogels met een verpletterend arbeidsethos
Tien jaar geleden had ik twee paar spreeuwen onder mijn dak. Dat halveerde tot één paar. De laatste jaren broedden er geen spreeuwen meer, tot mijn verdriet. Ik genoot altijd van hun gevlieg met grassprieten in maart/april, van hun verpletterende arbeidsethos om larven uit het gras (en rupsen uit de struiken) te halen en van 4 tot 23 uur naar hun schmierende gezin onder de dakpannen te brengen, en hoe ze in mei de kersenboom stripten, alvorens de buurt, de stad uit te vliegen. In september kwamen ze dan even langs. Dat stopte. Wat een gemis.
Tot er afgelopen herfst weer spreeuwen kwamen buurten. En nu hoor ik ze al maanden zingen en pruttelen. Ze scharrelen soms door de tuin maar naar het dak vliegen ze niet.
Tijdens de orkaan van oktober 2013 knapte een enorme treurwilg af. De boom viel precies in de richting van mijn huis, met zijn top in mijn tuin. Er kwamen lieden met motorzagen. Er bleef een 7 meter hoge stam achter. Daarin hamerden spechten vorig jaar een hol. En nu hebben de spreeuwen het gekraakt. Ik zie ze in- en uitvliegen.
Drie keer per week schrijft bioloog Koos Dijksterhuis over iets wat groeit of bloeit. Lees hier zijn eerdere Natuurdagboeken.