Speedboten van het patrouilleschip Sea Shepherd komt langszij van een Chinees vissersschip in de wateren van Gambia.

ReportageOverbevissing

Hoe een Chinese visvoerfabriek in Gambia schade veroorzaakt

Speedboten van het patrouilleschip Sea Shepherd komt langszij van een Chinees vissersschip in de wateren van Gambia.Beeld Fábio Nascimento/The Outlaw Ocean Project

Wereldwijd investeert China langs een nieuwe Zijderoute om grondstoffen en handelsroutes veilig te stellen. Zoals in Gambia, waar het visfabrieken bouwt voor zijn kweekvis. De ecologische gevolgen zijn enorm.

Ian Urbina

Op het witte zandstrand van de Gambiaanse kustplaats Gunjur gonst het van de activiteit. Vissers varen af en aan in hun kleurige houten pirogues en dragen de manden met nog spartelende vangst over aan de wachtende vrouwen. Die sjouwen de manden op hun hoofd landinwaarts, naar de markt waar de vissen worden verkocht. Zo gaat dat tot in de avond, als de vuren worden ontstoken, de kinderen voetballen en de toeristen toekijken vanuit hun luie stoel.

Vijf minuten verderop, in het natuurpark Bolong Fenyo, is het stil. Het park is vergeven van mangrovebossen, moerassen en savannes. Het is een toevluchtsoord voor trekvogels, dolfijnen, krokodillen en apen en werd in 2008 door Gunjur tot natuurpark uitgeroepen om de biodiversiteit te beschermen en toeristen te lokken. Het is daarmee ook economisch belangrijk voor de regio.

Maar in mei 2017 ging het mis. De fraaie lagune van Bolong Fenyo kleurde paarsrood, overal dreven dode vissen. Oorzaak was een overdosis aan arsenicum, fosfaten en nitraten, die zorgde voor een zuurstoftekort in het water, wat watervlooien rood laat kleuren en vissen laat sterven. Na laboratoriumonderzoek concludeerde de lokale microbioloog Ahmed Manjang dat er maar één oorzaak kon zijn: vervuiling door de visvoerfabriek Golden Lead, iets verderop. De gemeente Gunjur was het met hem eens, het bedrijf kreeg omgerekend 25.000 dollar boete – een schijntje, volgens Manjang.

China schold Gambia 14 miljoen dollar kwijt

Want Golden Lead is niet zomaar een klein bedrijfje. Het is een schakel in de nieuwe Zijderoute – nog bekender onder zijn Engelse naam Belt and Road Initiative – waarmee China overal ter wereld havens en fabrieken aanlegt en landen financieel en economisch aan zich bindt. Zo probeert China zijn handelsnetwerk te beschermen en een gestage toevoer van voedsel en grondstoffen te garanderen. Voor Gambia schrapte China in 2017 in dat kader 14 miljoen dollar aan schuld en investeerde in een moeite door 33 miljoen in landbouw en visserij. De visvoerfabriek Golden Lead in Gunjur was daar onderdeel van en moet tegemoetkomen aan de snel toenemende vraag naar visvoer van Chinese viskwekers.

Videocredits: Ryan Ffrench / The Outlaw Ocean Project

Dat hebben de vissers van Gunjur gemerkt, want het gaat om grote volumes. Een fabriek als Golden Lead verwerkt meer dan 7500 ton vis per jaar. En het gaat meestal om bonga, een (lokale) haringsoort. Naast de kleurige pirogues van waaruit de vissers hun netten met de hand uitgooien, varen er nu ook legale en illegale vistrawlers in de wateren van Gambia, die de lokale visstand decimeren en de inkomens van de vissers uithollen. Bovendien komt de voedselvoorziening in gevaar: vis, met name bonga, levert de helft van de proteïnebehoefte van de Gambiaanse bevolking.

Abdul Sisai, een handelaar op de lokale vismarkt, weet alles van de gevolgen. Hij vertelt dat er decennialang bonga in overvloed was, maar dat de vangsten nu zo beperkt zijn en de prijzen ervoor zo hoog, dat gewone dorpelingen zich de vis niet meer kunnen veroorloven. Sisai verdient nog wat bij met de verkoop van snuisterijen aan toeristen.

Na de boete werd het beter, tenminste voor de lagune. Golden Lead stopte met het lozen van afval daar en legde een pijp aan direct naar zee. Maar daar ontstonden nieuwe problemen: zwemmers klaagden over jeuk na het zwemmen, de hoeveelheid zeewier nam toe en er begonnen dode dieren aan te spoelen – vissen, dolfijnen, schildpadden, et cetera. Ook de stank nam toe, toeristen moesten mondkapjes dragen om de sterke geur van rotte vis te kunnen verdragen.

null Beeld Louman & Friso
Beeld Louman & Friso

In de Britse krant The Guardian stelde Jojo Huang, directeur van Golden Lead, dat het bedrijf geen chemicaliën loost in zee en dat de lokale gemeenschap veel profijt heeft van de fabriek. Ook topambtenaar Bamba Banja van het ministerie van visserij en water reageerde afwijzend op de klachten en omschreef tegen een lokale Gambiaanse krant de stank als ‘de geur van geld’.

Microbioloog Manjang is er woedend over. “Het slaat nergens op”, zegt hij. “De Chinezen exporteren onze bonga om die te voeren aan hun tilapia, die ze vervolgens hiernaartoe brengen om ons duur te verkopen – maar pas nadat die vissen zijn volgestopt met hormonen en antibiotica.” Hij voegt eraan toe dat – absurd genoeg – tilapia normaal gesproken leven op algen en zee-planten, en ze dus moeten leren om de verwerkte visresten te eten. En dat is wereldwijd gaande. Viskweek is sterk in opkomst, en noodzakelijk ook om de wereldbevolking te voeden, maar om dat mogelijk te maken worden de zeeën leeggevist (zie kader). Om soorten in de supermarkt te krijgen die mensen lekker vinden, worden andere vissoorten in hun voortbestaan bedreigd.

Volgens de Nederlandse visserijbioloog Ad Corten is het lastig de totale omvang van vispopulaties in te schatten, zeker in regio’s als West-Afrika. Over Mauritanië zijn wel relatief betrouwbare cijfers voorhanden en die laten zien dat de populaties sterk dalen door de visvoerindustrie. “Gambia is het ergst”, schetst hij, ook omdat het ministerie van visserij niet bijhoudt hoeveel vis er door schepen met een vergunning wordt gevangen, laat staan door schepen zonder vergunning. Waar in rijkere landen veel controles in de haven plaatsvinden en ook camera’s aan boord hangen of schepen met satellieten worden gevolgd, is dat in armere landen geen optie – deels door politieke onwil, deels door gebrek aan middelen.

Illegale schepen opsporen

Maar er zijn uitzonderingen. Het is 2019 als deze verslaggever deelneemt aan een patrouille van het Gambiaanse visserijagentschap in samenwerking met de actiegroep Sea Shepherd. Hun schip, de Sam Simon, is versterkt en geschikt voor lange missies. Doel is om illegale schepen op te sporen in de negenmijlzone uit de kust, een gebied dat Gambia heeft gereserveerd voor lokale vissers. Ook willen ze de schepen controleren op illegale vangst, zoals van haaien of ondermaatse exemplaren. De Gambiaanse officieren en controleurs zijn in het geheim met speedboten naar de Sam Simon gebracht, niemand mag weten van de geplande inspecties.

Drie uur na vertrek blijken alle illegale kleine buitenlandse trawlers het gebied al te hebben verlaten, in een kennelijk gecoördineerde vlucht. Nu de patrouille is uitgelekt verandert de kapitein van Sea Shepherd van strategie en gaat op zoek naar een van de 55 schepen die formeel wel een vergunning hebben om bij de Gambiaanse kust te vissen. Zoals de Lu Lao Yuan Yu 010, een roestige blauwe trawler van Chinese eigenaren die vis levert aan alle drie de visfabrieken van Gambia. Het schip heeft een bemanning van zeven Chinezen, onder wie kapitein Shenzhong Qui, en 35 Senegalezen en vier Gambianen.

Acht Gambiaanse inspecteurs gaan aan boord, hun kalasjnikovs over hun schouder geslingerd. Benedendeks staan tien Afrikaanse bemanningsleden de vis te sorteren aan een lopende band. Er zijn vriezers, maar die zijn nauwelijks koel, en op plekken waar visresten op de vloer liggen schieten kakkerlakken in het rond. Een van de bemanningsleden, Lamin Jarju, vertelt onder dekking van het harde geluid van de lopende band dat ze wel degelijk in de verboden negenmijlszone hebben gevist. Hij toont de rommelige en vuile slaapvertrekken. “Ze behandelen ons als honden”, zegt hij.

Bovendeks is inmiddels ruzie ontstaan. De Gambiaanse marineofficier heeft ontdekt dat het vislogboek van de trawler leeg is. Daarin zou alle informatie moeten staan over wat er waar is gevangen, en met welk vistuig. Die informatie helpt bepalen waar de visstanden nog op peil zijn.

Overweldigende stank

De Chinese kapitein Qui is woedend dat het schip om dit vergrijp naar de haven wordt gedirigeerd: “Niemand houdt dat bij”, schreeuwt hij. En daarin heeft hij gelijk, wat dit één van de redenen maakt waarom niemand kan bepalen hoe het met de visstand in Gambia is gesteld. In de weken die volgen zijn er vergelijkbare taferelen op nog dertien schepen, de meeste Chinees en met een vergunning om in de wateren van Gambia te vissen.

Terug aan land is de weg naar de visfabriek bezaaid met kuilen – de beloofde verharding is er nog niet van gekomen. Golden Lead ligt zo’n 500 meter van het strand, verscholen achter een drie meter hoge muur. De stank is overweldigend. Op het complex liggen grote gebouwen en silo’s voor de opslag van het visvoer en chemicaliën. In het geheim geschoten beelden laten zien hoe werknemers in die gebouwen vissen in stalen trechters gooien. Daar worden ze verwerkt tot een soort pasta, waarna de visolie eruit wordt geperst en de gedroogde goudkleurige visresten op een berg worden uitgestort en in zakken geschept. Dagelijks wordt er voor twintig tot veertig containers aan zakken visvoer geproduceerd, vierhonderd zakken van vijftig kilogram per container. En maand na maand stijgt volgens de lokale activisten de hoeveelheid vis die de visfabrieken verwerken.

Protesten tegen de fabriek helpen niet, en er zijn beschuldigingen van corruptie. In de lokale pers doken opnames op van gesprekken tussen mensen van Golden Lead en Bamba Banja van het ministerie van visserij, of de fabriek toch niet open kon blijven ondanks een toen opgestarte corona-lockdown in de regio. De politie ontdekte dat Banja tienduizend dollar had gekregen van visbedrijven. De topambtenaar is inmiddels met verlof.

Aan de kust is Dawda Jack Jabang (57), eigenaar van de Treehouse Lodge, er kort over: “Ik heb twee jaar aan dit hotel gewerkt, en van de ene op de andere dag heeft Golden Lead mijn leven verwoest”. Het aantal boekingen is ingestort, de stank is zo heftig dat gasten vaak het restaurant verlaten nog voor ze hun maaltijd hebben beëindigd. Maar al die werknemers in de fabriek dan, heeft de lokale economie daar geen baat bij? “Dat is niet de werkgelegenheid die we willen”, zegt Jabang. “Ze maken ons tot werkezels.”

Vertaling: Martijn Roessingh

Viskweek

De vraag naar vis is ruim verdubbeld sinds jaren zestig. Mede daardoor is de populatie van meer dan tachtig procent van de vissoorten zodanig gekrompen dat er eigenlijk op die soorten niet meer gevist zou moeten worden. Kweken van vis is een alternatief. De sector is 250 miljard dollar waard per jaar, berekende de voedsel- en landbouworganisatie van de VN. Het levert ongeveer de helft van de jaarlijkse visconsumptie.

China is met afstand de grootste producent van kweekvis, in bassins op land en in grote gebieden langs de kust. Maar het is zeker niet de enige producent, een land als Gambia exporteert bijvoorbeeld ook vismeel naar Noorwegen. Voordelen van kweekvis zijn onder meer dat bijvangsten worden beperkt en dat de kweek voor veel werkgelegenheid zorgt. De kweek veroorzaakt veel minder uitstoot van CO2 dan bijvoorbeeld het fokken van vee.

Nadelen zijn er ook. De miljoenen vissen in zo’n kweekgebied produceren veel afval, wat het bodemleven ter plekke verstikt. Soms ontsnappen kweekvissen en bedreigen de wilde soortgenoten. Maar het grootste probleem is het voederen van de dieren. Tot nu toe is vismeel het enige voedsel dat commercieel haalbaar is. De kweekvissen eten echter veel meer visresten dan hun eigen lichaamsgewicht, en inmiddels is een kwart van alle wereldwijd gevangen vis voor die kweek bestemd. Alternatief voedsel als menselijke uitwerpselen, larven of plantenresten is nog te duur.

Lees ook:

De Chinese visserijvloot vist niet alleen, zij intimideert ook

De Chinese overheid heeft afgelopen jaren veel geld gestoken in de opbouw van de vissersvloot. De gevolgen zijn op zee waar te nemen: overbevissing ligt op de loer, net als confrontaties met andere landen.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden