Stroomnetwerk
Hoe de verkoop van een groot stroomnet aan Nederland de Duitse energietransitie remde
Tennet kocht een groot deel van het Duitse hoogspanningsnet in 2010, met als droom om een groot Europees stroomnetwerk te realiseren. Dat is niet gelukt.
Grote gele tonnen met waarschuwingstekens voor kernafval rollen door de straten van het Duitse Lingen, vlak over de Nederlandse grens. Daarachter volgt een stoet van ongeveer tweehonderd anti-kernenergie-demonstranten, bewapend met de kenmerkende gele vlaggen met de leus ‘Kernenergie, nee bedankt’. Ze protesteren, eind 2022, tegen het openblijven van een dichtbij gelegen kernreactor. Op het stadsplein van Lingen schrijven ze met grote gele letters: ‘Atoom eruit, hernieuwbaar nu.’
Bijna was het protest niet nodig geweest. Duitsland zou vorig jaar de laatste drie kerncentrales definitief sluiten. De Duitse politiek besloot bijna twaalf jaar geleden om volledig te stoppen met kernenergie. Dat besluit volgde op de kernramp bij Fukushima in 2011 en maakte Duitsland een mondiale voorloper in de energietransitie. In hoog tempo verrezen grootschalige windparken in de Noordzee. De Bundestag legde wettelijk vast dat het stroomnet versterkt moest worden, zodat de energie van windmolens uit het noorden straks ook de industrie in het zuiden van Duitsland zou bereiken.
De windmolens kwamen er, maar het stroomnet niet. De Duitse minister van economie en klimaat Robert Habeck bestelde vorig jaar een ‘stresstest’ van het stroomnet, vanwege de naderende energiecrisis. Daaruit bleek dat het hoogspanningsnet nog steeds niet sterk genoeg is om heel Duitsland van hernieuwbare energie te voorzien, als de gastoevoer zou stilvallen. Dus besloot Habeck dat de kerncentrales nog één winter open moeten blijven, ook die bij Lingen.
Ondertussen staan windmolens in het noorden van het land op winderige dagen stil omdat ze anders meer stroom opwekken dan het elektriciteitsnet aankan. Op die momenten springen de gascentrales in het zuiden van het land aan om dat deel toch van elektriciteit te voorzien. Deze problemen spelen overal in Duitsland, maar vooral op het hoogspanningsnet dat in bezit is van Tennet: een Nederlands staatsbedrijf.
Netbeheerder Tennet was het afgelopen jaar veel in het nieuws vanwege de dreigende overbelasting van het Nederlandse stroomnet. Wat minder aandacht krijgt, is dat hetzelfde bedrijf in Duitsland met vergelijkbare problemen kampt. Daar kocht Tennet, dat het ministerie van financiën als enige aandeelhouder heeft, in 2010 het grootste hoogspanningsnet. De gedachte daarachter was dat Europese samenwerking ervoor zou zorgen dat groene stroom makkelijker en sneller over landsgrenzen zou gaan waardoor elektriciteit goedkoper werd.
Inmiddels staat Nederland op het punt het net te verkopen aan de Duitse staat. Deze verkoop wordt binnen het Nederlandse ministerie van financiën besproken als ‘de grootste verkoop’ van een staatsdeelneming ‘ooit’. Maar de verkoop blijkt tegelijk bittere noodzaak. Het bedrijf dat essentieel is voor de Duitse energietransitie is namelijk financieel verzwakt – door toedoen van de Nederlandse staat, de aandeelhouder.
Powerhub
De aankoop van het Duitse stroomnet in 2010 paste volledig in de Nederlandse energiestrategie. Ingegeven door de Brusselse eis voor meer marktwerking in de energiesector, zou Noordwest-Europa uitgroeien tot één grote elektriciteitsmarkt. Windenergie en zonnestroom zouden zich vrij – ongehinderd door landsgrenzen en nationale markten – door Europa bewegen. Het centrale knooppunt in deze markt moest Nederland worden.
Tennet kocht met het Duitse stroomnet, eerder eigendom van Eon, een compleet bedrijf met meer dan duizend werknemers en 11.000 kilometer aan stroomkabels. In één klap werd het bedrijf de grootste netbeheerder van Duitsland, met 40 procent van het stroomnet. Het net, dat slechts op één punt aan de grens van de provincie Groningen geknoopt is aan het Nederlandse stroomnet, strekt zich uit van het noordwesten van Duitsland, diagonaal over de landkaart naar de Duits-Tsjechische grens. Het gebied dat deze stroomkabels bedienen is bijna vier keer zo groot als de totale oppervlakte van Nederland.
“Nederland zet hiermee een grote stap op weg naar dé powerhub in Europa”, zei toenmalig Tennet-directeur Mel Kroon over de aankoop van het Duitse net. Ook het ministerie van economische zaken is in 2010 verheugd. “Deze overname draagt bij aan de vorming van de Noordwest-Europese markt, waar Nederland een voortrekkersrol in speelt”, zei minister van economische zaken Maria van der Hoeven bij de aankoop. Tennet is dan de eerste netbeheerder die de grens over gaat. Later zou het Belgische staatsbedrijf Elia volgen, met de overname van stroomnet 50hertz in het oosten van Duitsland.
Nooit één bedrijf
De overname van het Duitse net moet uiteindelijk leiden tot het samensmelten tot één bedrijf. Teams moeten grensoverschrijdend gaan werken zodat Nederlandse en Duitse collega’s van elkaar kunnen leren. Tijdens een online bijeenkomst in maart 2021 zegt financieel directeur Otto Jager tegen zijn werknemers: “Het gaat niet om een Nederlands, Duits of Nederlands-Duits bedrijf, maar om een Europees bedrijf.”
In de praktijk is dat lastig, zegt Jager daar gelijk bij. “Ik herken ook dat mensen in Duitsland zich soms alleen kunnen voelen omdat we drie bestuursleden hebben die in Nederland wonen.” Een jaar eerder al bleek dat het merendeel van de organisatie die reorganisatie negatief beoordeelde. Slechts één derde van de medewerkers zegt dat de samensmelting van beide bedrijven bijdraagt aan een betere samenwerking, blijkt uit een interne enquête in handen van Trouw en Investico.
Gescheiden boekhouding
Ook financieel zijn de bedrijven nooit met elkaar versmolten. De boekhouding werd altijd strikt gescheiden gehouden. Het ministerie van financiën bepaalde al vroeg dat de staat nooit geld beschikbaar zou stellen voor het Duitse net, in tegenstelling tot het Nederlandse net.
Dat was ook de nadrukkelijke wens van de Tweede Kamer. Want kort voor de aankoop van het Duitse stroomnet, had Gasunie al een belangrijke Duitse gaspijpleiding gekocht. Dit ‘Gasunie-avontuur’ zoals VVD-kamerlid Aukje de Vries het in 2013 noemde, bleek een financiële tegenvaller.
“Wij zijn nog wel benieuwd naar de wijze waarop de minister de lessen die hij heeft geleerd ten aanzien van dit dossier, bij Tennet gebruikt”, zei De Vries tijdens een debat over het financiële debacle bij Gasunie, dat veel geld verloor in Duitsland. “Kan de minister garanderen dat er geen geld van de Nederlandse belastingbetaler naar het netwerk in Duitsland gaat, ook niet om de Energiewende in Duitsland via Tennet te financieren?”
Die houding van de Nederlandse politiek zorgde al direct na de aankoop voor problemen. Zonder financiële garanties van de aandeelhouder blijkt het moeilijk om geldschieters te vinden voor de immense verbouwing van het stroomnet. Tennet heeft het geld niet om de windmolens in de Noordzee op zijn net aan te sluiten.
Het is de eerste patstelling tussen de Nederlandse en Duitse staat, die uiteindelijk drie jaar zou duren. De Nederlandse staat weigert te investeren, de Duitse toezichthouder weigert Tennet te certificeren als netbeheerder zolang ze niet het benodigde geld hebben. Uiteindelijk is het Duitsland dat de wet verandert waardoor Tennet makkelijker private geldschieters kan vinden.
De schuldenberg van Tennet Duitsland groeit jaar na jaar. Sinds 2019 is de financiële positie van het Duitse bedrijf zelfs slechter dan de wet in Nederland zou toestaan, blijkt uit berekeningen van Investico. In Nederland is wettelijk bepaald hoeveel eigen geld netbeheerders moeten hebben om hun leningen te dekken. In Duitsland bestaat zulke wetgeving niet.
Onderhandelingen
Het jaar daarop stopt de geldstroom vanuit Duitsland naar de Nederlandse staatskas. Dat jaar erkent ook toenmalig minister van financiën Wopke Hoekstra: het Duitse Tennet kan niet meer verder zonder geld van de aandeelhouder. In plaats van de portemonnee te trekken, begint hij onderhandelingen met Duitsland over mogelijke verkoop.
Begin dit jaar blijkt Nederland bereid het Duitse net volledig te verkopen, een standpunt waar onderhandelingen een jaar eerder op waren stukgelopen. “Ik denk dat er geen andere oplossing meer was”, zegt Frans Rooijers van onderzoeksbureau CE Delft. “Duitsland wil snel stappen maken voor de energietransitie, maar Nederland biedt die ruimte niet. Verkoop is de enige optie.”
Duitsland is bereid miljarden te betalen voor het stroomnet, om de energietransitie te versnellen. Duitse experts zijn kritisch op de houding van de Nederlanders. Zo ook de hoogleraar energie-economie Claudia Kemfert. “Het is echt verbijsterend dat een staat als Nederland het grootste Duitse elektriciteitsnet heeft gekocht, terwijl ze ook wisten dat er een Energiewende op komst was en dat er veel geïnvesteerd zou moeten worden.”
“Natuurlijk was het voor Nederland lucratief”, zegt Kemfert. “Een net levert veel geld op en je kunt er veel rendement uit halen. Maar tegelijkertijd stond hier ook de energietransitie op de agenda. Daar moet je dan ook in investeren en dat is niet gebeurd.”
De Duitse politiek had deze uitkomst volgens Kemfert moeten voorzien. “Als je kritieke infrastructuur gekocht wordt door de Nederlandse staat, die altijd onder druk staat om zijn investeringen te rechtvaardigen en waar de motivatie duidelijk is om het rendement te maximaliseren, dan had je dat moeten tegenhouden”, zegt Kemfert. “Het was een grote fout. Er is gewoon geld weggesluisd en onvoldoende geïnvesteerd.”
Nederland droomde van ‘een powerhub’, maar energie blijkt van te groot nationaal belang om onder het mom van Europese integratie over te laten aan een ander land. “Het is altijd een balans tussen het Europese belang en het belang van één staat”, zegt Rooijers “In dit geval bleek nationale politiek achteraf een te groot obstakel.”
Lees ook:
Tennet ging als eerste de grens over met koop Duits netwerk
De Nederlandse beheerder van het hoogspanningsnet Tennet kocht een groot Duits stroomnet. De overname door het staatsbedrijf, waarmee circa 1 miljard euro was gemoeid, werd eind 2009 goedgekeurd.