Recensie
Hoe de mens het landschap van Nederland veranderde
Door het afgraven van veengronden is met name in Noord-Nederland een totaal nieuw landschap ontstaan. De veengronden zijn afgegraven omdat daarmee de kostbare turf kon worden gemaakt, in die tijd een gewilde brandstof. Door die uitgravingen ontstonden er veel plassen, want om veen te kunnen afgraven, moesten er eerst waterwegen worden aangelegd voor de ontwatering en het transport. Zo ontstonden kanalen, waarlangs mensen huizen en boerderijen gingen bouwen. Hieruit komen de zogenaamde lintdorpen voort.
Zo zijn er verscheidene landschappen in Nederland gevormd door mensenhand. Al deze verschillende landschappen, van het zandlandschap tot het veenlandschap, komen aan bod in het onlangs verschenen 'Landschappen van Nederland'.
Illustraties
De atlas bestaat uit twee boekdelen, waarin de auteurs in ruim twintig hoofdstukken ingaan op het Nederlandse landschap en de ontwikkeling daarvan. Het vijftal besteedt aandacht aan de interactie tussen geologie, klimaatverandering, landschapsontwikkeling, bodem en landgebruik. Deze combinatie maakt het boek uniek, zegt een van de samenstellers Toine Jongmans. "Ook is ons werk helemaal in kleur, inclusief alle illustraties, wat bij oudere werken niet zo is."
En illustraties zijn er. Vrijwel elke bladzijde bevat een landschapsfoto, kaartfragment of bodemkundige doorsnede. Deze helpen bij het verhelderen van de soms ingewikkelde concepten en processen. Want gemakkelijk is dit omvangrijke naslagwerk zeker niet.
Het boek is dan ook vooral bedoeld voor mensen die zich in hun werk of studie bezighouden met het landschap. Wel blijkt uit het inleidende hoofdstuk en het uitgebreide glossarium dat de auteurs hun atlas toegankelijk wilden houden. Zelf denkt Jongmans dat het boek daardoor geschikt is voor een breder publiek. "Je moet wel enige kennis van landschappen hebben, maar we hebben geprobeerd het boek leesbaar te maken, zodat het ook leuk is voor mensen die uit zichzelf interesse voor het landschap hebben."
Toch is het boek vooral geschikt voor wetenschappers. Zomaar door het boek bladeren is geen optie, daarvoor is de atlas lastig navigeerbaar.
Dijkenbouw
De auteurs, verbonden aan de Wageningen Universiteit, besteden veel aandacht aan de invloed die de mens op zijn omgeving heeft gehad. "Zeker in de lager gelegen gebieden heeft de mens hier door zijn landgebruik buitengewoon veel invloed gehad op het landschap. Dat maakt het Nederlandse landschap zo bijzonder", zegt Jongmans.
Ook de dijkenbouw rond rivieren is een duidelijke illustratie van hoe de mens ons landschap heeft beïnvloed. In de Middeleeuwen begonnen Nederlanders met het bouwen van dijken parallel aan de rivieren, waardoor er uiterwaarden ontstonden: het gebied tussen dijk en rivierbedding. Daarin kan overtollig rivierwater 's winters, wanneer het water hoger staat dan in de zomer, veilig overstromen.
Vaak werken mensen bij dergelijke landschapsbeïnvloeding voort op wat de natuur al doet, zegt Jongmans. "Zo gooit de zee op bepaalde plaatsen zand op een hoop, waarna mensen daar een dijk bovenop bouwen. Ook nu maken we nog gebruik van de natuur bij de zogenaamde zandmotor bij Hoek van Holland. Daar hebben mensen een zandplaat voor de kust gelegd, waarna de zee het zand langs de kust moet verspreiden."
Bij zulke vormen van natuurontwikkeling is voldoende kennis van landschappen belangrijk, schrijven de auteurs in hun inleiding. "We zijn qua landschappen nog steeds intensief bezig", aldus Jongmans. Volgens hem is het goed dat er in Nederland zoveel aandacht is voor natuurontwikkeling. "Maar het is wel belangrijk goed na te denken wat je daarmee doet, want je kunt daarna niet meer terug."
Jongmans en zijn collega's zijn zes jaar bezig geweest met het maken van de atlas. Gelukkig ging hij in 2008 met pensioen, anders had hij het boek nooit kunnen maken, lacht Jongmans.
Wat hem heeft getroffen, is het feit dat hij na veertig jaar werken in dit vakgebied toch nog nieuwe dingen ontdekte. "Je denkt dat je dat boek wel even schrijft, maar dat was helemaal niet zo. Soms dacht ik: bliksems, dat wist ik helemaal niet."
'Landschappen van Nederland - geologie, bodem en landgebruik', door A.G. Jongmans, M.W. van den Berg, M.P.W. Sonneveld, G.J.W.C. Peek, R.M. van den Berg van Saparoea, 942 blz, € 99,50, uitgeverij Wageningen Academic Publishers.
Natuurprocessen
In de atlas 'Landschappen van Nederland' beschrijven de auteurs behalve menselijke invloeden ook veel natuurprocessen die ons landschap hebben gevormd. Zo is onder meer te lezen hoe pingo's en pingoruïnes ontstaan. Pingo's (vorstheuvels) bestaan uit bodem-ijs met daarop een meters dikke laag van omhooggeduwde grond. Zulke ijsheuvels kunnen tot 50 meter hoog worden. Letterlijk betekent het woord pingo in een Inuittaal 'de heuvel die groeit'. Vroeger kwamen pingo's in delen van Nederland massaal voor, zoals op het grensgebied van Groningen, Drenthe en Friesland. Wanneer een pingo helemaal wegsmelt, blijft er een diep gat over: een pingoruïne. Zulke pingoruïnes zijn tegenwoordig nog te zien op de Duurswouderheide in Friesland. Meestal hebben pingoruïnes een diameter van 100 tot 350 meter en zijn ze tussen de 2 en 17 meter diep.