De cavia (Cavia porcellus) is oorspronkelijk een Zuid-Amerikaans knaagdier dat al duizenden jaren geleden door de Inca’s in Peru werd gedomesticeerd. Beeld Universal Images Group via Getty
De cavia (Cavia porcellus) is oorspronkelijk een Zuid-Amerikaans knaagdier dat al duizenden jaren geleden door de Inca’s in Peru werd gedomesticeerd.Beeld Universal Images Group via Getty

Jelles WeekdierCavia's

Het Zwolse asiel is ineens het Ter Apel van de dierenopvang

Jelle Reumer

Er zijn soms dingen die mijn voorstellingsvermogen te boven gaan. Uit een rijtjeshuis ergens in Overijssel zijn 417 cavia’s tevoorschijn gekomen. Vierhonderdenzeventien knaagdieren!

Meteen begin ik me er een beeld bij te vormen. De volwassen cavia is tussen de 20 en 40 centimeter lang, dat is gemiddeld dus 30 centimeter. Bij een geschatte breedte van 10 centimeter per cavia passen er zonder enige tussenruimte ongeveer dertig cavia’s op één vierkante meter. Dan is er voor 417 cavia’s niet minder dan veertien vierkante meter vloeroppervlak nodig.

In theorie dan, want cavia’s laten zich niet als tapijttegeltjes over de vloer verdelen; het zijn tenslotte dieren en die willen bewegen. Alle 417 cavia’s zijn inmiddels overgebracht naar een dierenasiel dat ineens het Ter Apel van de opvangbranche is geworden.

Knaagdierbiodiversiteit

Maar wat is een cavia eigenlijk? De cavia (Cavia porcellus) is oorspronkelijk een Zuid-Amerikaans knaagdier dat al duizenden jaren geleden door de Inca’s in Peru werd gedomesticeerd. In Zuid-Amerika is in de loop van de tijd een geheel aparte groep knaagdieren ontstaan, Caviomorpha genoemd, die in de verte verwant is aan de stekelvarkens en molratten van de Oude Wereld.

Doordat Zuid-Amerika vele miljoenen jaren een eilandcontinent was, zoiets wat Australië nog altijd is, kon er zich een geheel eigen knaagdierbiodiversiteit ontwikkelen. Er leven nu nog ongeveer 250 soorten Caviomorpha maar het aantal fossiele soorten is groter. De verscheidenheid in vorm en afmeting is enorm.

Bekende soorten zijn onder andere de meer op konijntjes lijkende degoe (Octodon degus) die hier te lande ook wel als huisdier wordt gehouden, de chinchilla (Chinchilla lanigera) die lang populair was als leverancier van pelsjes voor bontjassen, de beverrat (Myocastor coypus) die in Europa wordt beschouwd als een invasieve exoot, en het grootste nog levende knaagdier, de capibara of waterzwijn (Hydrochoerus hydrochaeris).

Knorrend geluid

Dit waterzwijn valt qua maat echter in het niet bij een uitgestorven soort die luistert naar de naam Josephoartigasia monesi. Dit knaagdier was zo groot als een koe; de schedel had een lengte van 53 centimeter en het hele dier woog, zo heeft men uitgerekend, vermoedelijk ongeveer een halve ton. De kiezen leken op die van een mammoet. Hij is helaas uitgestorven.

Terug naar de cavia. Ze worden ook wel Guinees biggetje genoemd, hoewel ze net als het waterzwijn totaal niet aan varkens verwant zijn. Ook in de meeste andere Europese talen wordt aan varkens gerefereerd: Guinea pig, Meerschwein, cochon d’Inde. Naar verluidt komt dat door het knorrende geluid dat ze maken en het zorgt er ook voor dat we de vrouwelijke cavia’s ‘zeugjes’ noemen.

In Peru, waar de gedomesticeerde cavia vandaan komt, werden en worden de diertjes gegeten zoals wij in Europa gestoofd konijn of gegrilde kip eten. Ze staan er op de menukaart: gestoofd (cuy asado) of gegrild (cuy a la plancha). Met kleine aardappeltjes erbij, want ook dat is een Zuid-Amerikaanse delicatesse. Trouwens, ook in delen van Afrika worden cavia’s voor het vlees gefokt. Die oplossing wil ik voor de Zwolse caviacrisis echter niet voorstellen. Dat past niet in onze cultuur.

Jelle Reumer is paleontoloog. Voor Trouw bespreekt hij iedere week een dier dat het nieuws haalt.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden