Het Nationale Klimaatakkoord: nog geen reden voor een feestje
Dinsdag verschijnt het Nationale Klimaatakkoord. Reden voor een feestje? Nog even niet. Er wordt een vrij vage deal verwacht. Pijnlijke keuzes in de industrie en verkeer worden vooruit geschoven.
Een overlegcircus was het. Eerst gemoedelijk, daarna verhit, zoals dat gaat met onderhandelingen die de eindstreep naderen. Toch kropen tientallen milieuorganisaties, overheden en bedrijven de afgelopen maanden steeds weer samen om het belangrijke Nationale Klimaatakkoord te kunnen sluiten.
Volgende week dinsdag zal blijken wat het vergadercircuit exact heeft opgeleverd, op een presentatie in het kantoor van de Ser, waar oud-minister Nijpels de onderhandeling in het gareel moest houden. Daar wordt het document overhandigd aan minister Eric Wiebes van economische zaken en klimaat. Een ferme waarschuwing vooraf is op zijn plaats. Er ligt nog lang geen definitief akkoord.
De betrokkenen onderhandelden aan vijf 'klimaattafels': industrie, wonen, mobiliteit, landbouw en elektriciteit. Er is wel degelijk vooruitgang geboekt. De partijen die praten over wonen en elektriciteit weten zo ongeveer hoe zij de CO2-uitstoot kunnen terugbrengen. Maar op het gebied van industrie en verkeer, zeggen bronnen, staan bitter weinig concrete maatregelen op papier. En aan de landbouw-tafel weigert de sector pijnlijke besluiten te nemen. Wat dinsdag wordt gepresenteerd is niet meer dan een schets van een akkoord, bestaande uit hoofdlijnen, notities en scenario's.
'Het groenste kabinet ooit'
Voor het kabinet is het van groot belang dat er uiteindelijk wel een breed gedragen Klimaatakkoord komt. Het moet Nederland de weg wijzen naar 49 procent CO2-reductie in 2030 en uiteindelijk zelfs 95 procent in 2050. Dit is essentieel om te kunnen voldoen aan het internationale Klimaatverdrag van Parijs.
Het kabinet-Rutte III heeft zich bij de start, oktober vorig jaar, gepresenteerd als ‘het groenste kabinet ooit’. Die belofte kan alleen worden waargemaakt met een succesvol Klimaatakkoord, daar is ook minister Wiebes van doordrongen. De ‘polder’ moet hem hierbij helpen. Het idee leende Wiebes van zijn voorganger Henk Kamp, die tijdens de vorige regeerperiode met succes een Energieakkoord wist te sluiten met milieuclubs en bedrijfsleven. De huidige minister legt de lat hoger. Dit nieuwe Klimaatakkoord wordt ingrijpender, omdat het zo veelomvattend is, ook al blijft vliegen weer buiten schot.
Wiebes temperde vorige maand al de verwachtingen. Hij meldde de Tweede Kamer dat het ‘streven’ is om deze dinsdag ‘de hoofdlijnen’ te presenteren. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) kan in de zomer alle voorstellen doorrekenen op effectiviteit, het Centraal Planbureau (CPB) rekent kosten na.
Tussenresultaat
Daarna buigt de Tweede Kamer zich erover. De Haagse fracties hameren op betaalbaarheid en draagvlak. Ze zullen zeker hun zegje willen doen over het Klimaatakkoord. Bij het sluiten van Kamps Energieakkoord stond de Kamer inhoudelijk aan de zijlijn, terwijl de partijen er daarna wel jaren mee vooruit moesten. Dat wil de Kamer niet nog eens laten gebeuren.
Aan het einde van dit jaar moet het akkoord helemaal afgehamerd zijn. Dan kunnen er geen belangrijke hiaten meer inzitten. Voor elk wolkje CO2-verlaging, 48,7 Megaton totaal, moet een gedegen paragraaf vastliggen. Om dat te bereiken moet het onderhandelingscircus van de laatste drie maanden vervolgsessies krijgen, na de zomer. Komende dinsdag zal nog geen dag zijn voor uitbundige felicitaties en klinkende glazen.
Toch is een hoofdlijnenakkoord, hoe mager misschien ook, belangrijk voor alle betrokkenen. Een tussenresultaat, zo kun je het zien. Elke deal die er dinsdag ligt, betekent in elk geval dat de moeilijke onderhandelingen niet zijn gestrand. De partijen hebben het komende half jaar de tijd om de afspraken tot op de komma uit te werken, op hun jacht naar 'CO2-tonnen’. Voor Wiebes staat er veel op het spel: eind 2018 vindt de jaarlijkse, internationale klimaattop plaats, in Polen dit keer. Voor het kabinet hét moment om de wereld te laten zien dat Nederland hard op weg is de milieudoelen te halen.
1. Industrie
Hier parelden de meeste zweetdruppels op de voorhoofden van de onderhandelaars. Niet zo gek. Aan deze sectortafel moet qua CO2-verlaging een klapper bereikt worden, 14,3 van de 48,7 Megaton. En de gesprekspartners zijn sowieso al tegenpolen. Uitbaters van de zware industrie botsen hier met milieubeschermers. Ze moeten het samen eens zien te worden over het aanpakken van vervuiling door fabrieken. Shell-topvrouw Marjan van Loon liet zich ontvallen: “Iedereen staat aan de rand van het zwembad met de vraag: wie springt als eerst?”
Milieuorganisaties gunnen de industrie bitter weinig, en omgekeerd. Aan tafel heeft het geknetterd over een voorstel van de bedrijven om de vervuiling deels in stand te laten. Met CO2-opslag willen industrie en chemie broeikasgas opvangen en onder de grond opbergen (CCS). Een schijnoplossing, volgens Greenpeace en Natuur&Milieu. Zij eisten volledig groene oplossingen. Groene stroom en duurzame waterstof moeten olie en gas vervangen, is hun pleidooi. Maar de vereniging van industriebedrijven bleef erbij; CCS geldt als een van de ‘werkpaarden’ voor het akkoord, dus een onmisbare maatregel.
De partijen hebben nu afgesproken dat ze de kwestie niet op de spits drijven, uit angst dat de onderhandelingen klappen. Na de zomer praten de partijen verder. Voorlopig is ondergrondse CO2-opslag als 'optie' opgenomen in het conceptakkoord.
2. Wonen
Dit onderdeel heet officieel ‘gebouwde omgeving’. Maar de gastafel was een betere titel geweest. Onder leiding van voormalig PvdA-leider Diederik Samsom moesten onderhandelaars het eens worden over het stoppen met aardgas in huizen en gebouwen. Dat dit nodig is staat vast, voor het door aardbevingen geplaagde Groningen en om de klimaatdoelen van Parijs te halen. Alleen: hoe en hoe snel?
Er lijkt een pluriform afsprakenpakket uit te rollen voor twee miljoen gasloze huizen in 2030, goed voor 3,4 van de 48,7 Megaton CO2-verlaging. In 2021 moeten gemeenten per wijk een plan presenteren. Het afscheid van gas moet wijk voor wijk gebeuren. De ene keer met een warmtenet, de andere keer met schone stroom van zonnepanelen. Een enkele keer kan groen gas de wijk instromen, zodat de buizen blijven. Heikel punt aan deze tafel was ook hier de kostenverdeling. Niemand wil een te hoge rekening. Bouwers en techneuten niet, gemeenten, woningeigenaren en corporaties evenmin. Nieuwe ‘gebouwgebonden’ financieringsvormen kunnen die patstelling soms doorbreken, is de hoop.
Daarbij schiet bijvoorbeeld een investeerder de verbouwingskosten in een speciale groene lening voor. De bewoner gaat duurzaam wonen, de energierekening valt weg. Met het geld dat hierdoor vrijvalt kan de bewoner of gebouweigenaar de lening terugbetalen. Ook geleidelijke verhoging van belasting op gas (en verlaging voor stroom) gasloos wonen aanmoedigen.
3. Mobiliteit
De auto uit, de trein en de bus in. Of elektrisch gaan rijden. Of vaker de fiets pakken. De omschakeling van vuile vervoersmiddelen naar schonere alternatieven lijkt overzichtelijk. Maar het is een monsterklus, bleek de afgelopen maanden aan deze onderhandelingstafel. Wie maatregelen wil opschrijven voor schoner vervoer loopt tegen twee knelpunten aan. Emotie, want wie bepaalt hoe iemand van A naar B reist? Het tweede knelpunt: belasting veranderen. Dat ligt uiterst moeilijk, terwijl motiveren van schoner reisgedrag valt of staat ook met financiële verleiding.
Rekeningrijden, dat gaat er niet komen. Daar is geen politiek draagvlak voor, gezien de weerstand bij coalitiepartijen VVD en CDA. Ook het vliegverkeer aanpakken lag niet op tafel bij het klimaatakkoord, al was het maar omdat het kabinet al een kleine vliegtickettaks belooft per 2021. Risicovol is dat partijen aan de 'mobiliteitstafel' fors willen inzetten op het gebruik van duurzame biobrandstoffen, terwijl het onzeker dat dit ook in serieuze hoeveelheden beschikbaar komt.
Met alleen aanmoediging van fietsen en autodelen redden de onderhandelaars het niet. Want ze moeten wel aan de 7,3 Megaton CO2-vermindering zien te komen. Het lijkt erop dat vooral de elektrische auto daar zicht op gaat bieden in het hoofdlijnenakkoord. Het moet voor consumenten aantrekkelijker worden in een stekkerauto te rijden. Ook leasemaatschappijen kunnen hiertoe verleid worden, is de hoop. Ook hier is geld het grote twistpunt. Want wie betaalt de stimuleringsmaatregelen voor elektrisch rijden?
4. Landbouw
Elke nieuwe afspraak die hier op tafel komt is pure winst. Want de verwachtingen bij deze onderhandeltafel zijn niet bepaald hooggespannen. Ten eerste omdat de doelstelling vrij laag is voor zo’n grote sector; Wiebes hoopt in de landbouw 3,5 van de 48,7 Megaton CO2-vermindering te vinden.
Het lijkt erop dat dit doel wordt gehaald door her en der wat kleine maatregelen door te voeren. De winst komt voornamelijk bij de glastuinbouw vandaan. Kassen worden steeds energiezuiniger, boeren halen hun de warmte in toenemende mate uit de grond (geothermie).
Het hele landbouwbeleid openbreken is geen optie. Er komt geen vleesbelasting of sanering van de veestapel. Voor onderhandelingsvoorzitter Pieter van Geel is dat geen onderwerp van gesprek. In het regeerakkoord is al afgesproken dat er een 'warme sanering' van de varkenshouderij komt. Veel meer wordt niet verwacht in het akkoord.
Toch kan de landbouwsector niet wegkomen met handreikingen. Afspraken over hervorming lijken nodig, ook om een gezonde toekomst van de sector veilig te stellen. Niet voor niks riep het Planbureau voor de Leefomgeving vorige week nog op tot het opstellen van een Nationaal Landbouwakkoord, in de wetenschap dat het Klimaatakkoord die hervorming niet dichterbij zal brengen.
5. Elektriciteit
In cijfers hadden de onderhandelaars hier de zwaarste klus. Hun afspraken moeten optellen tot 20,2 van de 48,7 Megaton CO2-verlaging in 2030. Veel meer productie van groene stroom is van groot belang om de opwarming te remmen. Veruit de meeste energie uit stopcontacten is nu nog het resultaat van opwekking met vuile brandstof. Steenkool, olie, aardgas. Omdat voor vervuilende brandstoffen de toekomst geen plek meer is, moet er wel voldoende schone vervangende elektriciteit klaar staan. Grote windparken op zee, bio-centrales, zonnepanelen en – weides kunnen allemaal een rol gaan spelen. Net als innovatieve stroomopwekking, uit afval of met onderwaterturbines.
Alle bronnen zijn hard nodig, omdat de stroomvraag alleen maar op zal gaan lopen. Dat heeft alles te maken met de andere afspraken van het Klimaatakkoord. Huizen en bedrijven van het gas halen leidt deels tot extra stroomvraag, voor pompen en ketels. Dat geldt ook voor het inruilen van benzine- voor stekkerauto’s. Dit levert alleen maar werkelijke milieuwinst op als alle extra elektriciteit van een groene bron komt. Onder leiding van Triodos-econoom Kees Vendrik moeten energiebedrijven maatregelen aankondigen.
Er zullen nog meer windmolenparken op zee komen, zoveel is zeker. Maar ook dan zal er op land duurzame energie moeten worden opgewekt. In het conceptakkoord is afgesproken dat gemeenten zelf mogen beslissen hoe ze groene stroom opwekken; met (velden vol) zonnepanelen of windmolens. Zolang het maar genoeg groene stroom oplevert.
In zijn weblog Vincent wil Zon belicht Vincent Dekker allerlei innovaties en ontwikkelingen op het gebied van groene energie, dichtbij en ver van huis.
Nieuwe batterij kan de doorbraak van elektrisch vliegen versnellen
Elektrische fietsen en elektrische auto's zijn inmiddels realiteit, elektrische bussen beginnen op de weg te verschijnen en elektrische vrachtwagens zullen niet lang meer op zich laten wachten. Wat nog een hele uitdaging lijkt, zijn elektrische vliegtuigen.
Helft van extra stroom was vorig jaar al duurzaam
Vrijwel de helft van alle stroom die vorig jaar wereldwijd meer werd geproduceerd, kwam uit duurzame bronnen.