Kwartels hebben het moeilijk. Aantallen lopen terug en genetisch ligt het beestje ook onder vuur. Tijd dus voor veldonderzoek. Op de buik dan maar.
RU-te-Ru-te-RUUU PrietPrietPriet.
Het geluid van het lokapparaatje is dat van een sexy hennetje, aantrekkelijk voor kwartelmannen. Maar, weet kwartelonderzoeker Jan Staal (73), het is bijna het eind van het broedseizoen. De hormonen van de kwartelmannen zijn weer wat gaan liggen, de belustheid op vrouwen niet meer zo groot. En dat maakt het moeilijker ze te vangen. “Dus moet ik extra aantrekkelijk zijn. PrietPrietpriet.”
Het is begin juli als Staal met zijn leerling Rens Sommers op pad gaat om te proberen de laatste kwartelmannen te vangen en te onderzoeken. Doel is onder meer om erachter te komen of de kwartels die in ons land broeden nog wel raszuiver, beter gezegd ‘soortzuiver’ zijn, vertelt Staal terwijl hij met zijn auto het natuurgebied De Keent bij Ravenstein binnenrijdt. “Het gaat niet best met de kwartel. Het aantal kwartels dat jaarlijks in Nederland aankomt en vervolgens hier broedt, daalt. De vraag is natuurlijk ...”
Midden in de zin houdt hij op met praten, fluistert, wijst ergens waar niets valt te zien, haalt een apparaatje uit zijn broekzak en steekt dit uit het raam. Ru-te-RU-PrietPriet. Staal luistert, roept ‘net’ naar zijn kompaan en samen schieten ze de auto uit. Ze lopen het veld in. Een net – sprei in ‘kwarteltaal’ – komt tevoorschijn en wordt op het gras uitgespreid. Razendsnel gooien ze zich achter het net op de buik en verdwijnen bijna helemaal in het hoge gras. Bijna: alleen Staals billen en zijn pet met een paar plukken wit haar steken er bovenuit.
Er is iets anders aan de hand
Zo liggend speelt Staal weer een lustig kwartelhennetje, maar de kwartelman trapt er niet in. Hij komt geen stap dichterbij. Na een minuut of zeven houden ze het voor gezien. Het net wordt weer opgevouwen. De auto in; op zoek naar een volgend roepend mannetje. Staal vervolgt zijn verhaal. De vraag is wat de oorzaak van de daling is. Is de oorzaak bekend, dan wellicht ook de remedie.
Predatie door vossen, roofvogels en marterachtigen lijkt geen voordehandliggende reden voor de daling, net zomin als het verlies door de jacht. Beide zijn van alle tijden. “De jacht is overigens wel een enorme slachting”, benadrukt Staal. “In Azië, Afrika en zeker ook Zuid- en Oost-Europa eindigen tienduizenden kwartels in de pan.”
Indirect kan die jacht echter wel degelijk een oorzaak zijn. “In veel landen worden kwartels gekweekt en uitgezet om de jagers te plezieren. De gekweekte kwartels zijn dikker dan de onze en leveren dus meer vlees op het bord.”
Donkere keeltekening
‘Onze’ kwartel is de Coturnix coturnix terwijl de gekweekte en uitgezette vogels tot de ondersoort Coturnix coturnix japonica of een hybride daarvan behoren. De dieren verschillen onder meer morfologisch en in trekgedrag. Wijzend op keel en bovenarm: “Onze kwartel heeft een donkere keeltekening, een anker, Coturnix coturnix japonica niet. Ook in de handpennen (vleugelveren) zijn er soms verschillen.” Omdat beide kenmerken dus informatie kunnen geven over de genetische eigenschappen en daarmee over mogelijke kruisingen, noteert de onderzoeker ze van elke gevangen haan. ‘Onze’ Coturnix kan in de natuur ook paren met een uitgezette hybride.
Morfologische verandering door bastaardering is één, – “natuurlijk wel erg; het is immers genetische vervuiling van de soort” – maar het gevolg van die kruisingen voor het gedrag is volgens de vogelman veel bepalender.
Nederland ligt aan de noordwestgrens van het verspreidingsgebied van de kwartel. Het overgrote deel van de populatie broedt zuidelijk van ons. De mannen die gepaard hebben trekken door naar het noorden en laten de hennen broedend achter. Ook de ongepaarde mannen trekken door. Onze kwartels zijn dus trekvogels. Begrijpelijk, maar wat heeft dat met de vervuiling en vooral de achteruitgang van het aantal dat aankomt en daarmee de broedgevallen in ons land te maken?
De spanning stijgt
Het antwoord laat op zich wachten, want Sommers, die van Staal de fijne kneepjes van het kwartels vangen leert, heeft weer een opgewonden kwartel gehoord. En inderdaad; de haan reageert fel op het mechanische hennetje en de twee mannen besluiten het er nog eens op te wagen. Het net wordt weer uitgespreid, het tweetal plat erachter en ook de verslaggever gaat op de buik. Steeds weer doet Staal een verleidend hennetje na, de haan komt almaar dichterbij en de spanning stijgt. Maar niet alleen de haan nadert. Ook een van de paarden die het natuurgebied begraast oogt, bezien vanuit het gras, wel erg groot. Gelukkig is het gras blijkbaar elders groener en het paard loopt door. Minuten verstrijken, maar de haan vertikt het onder het net te kruipen. Staal staakt de poging.
Terug naar het trekgedrag. Onze kwartel is trekker, maar de gekweekte soort vertoont juist nauwelijks trekgedrag. Kruisingen zouden dus de trekneiging kunnen verminderen. De dieren blijven dan zuidelijk hangen, “en komen dus niet meer hier”.
De veer is de sleutel
Het is volgens Staal nog veel te vroeg om die conclusie definitief te trekken. Voor zekerheid over veranderingen in genensamenstelling is DNA-onderzoek nodig. Een verzoek om geld hiervoor, dat Staal samen met het Vogeltrekstation wilde indienen bij het Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk onderzoek, is om allerlei redenen nog niet gedaan.
Het Nederlandse onderzoek van Staal is onderdeel van een veel groter Spaans onderzoek en ook de Spanjaarden kampen met geldgebrek. Samen werken ze als volgt: bij elke vogel trekken ze een veertje uit om die te analyseren. Aan de hand van de chemische samenstelling van dat veertje is veel over het voedsel dat het dier in zijn leven heeft gegeten te zeggen. Omdat bekend is welk voedsel waar voorkomt is zo de trekweg te reconstrueren.
Geen definitieve conclusie, maar een veranderend trekgedrag als oorzaak van de daling van het aantal broedparen, lijkt de kwartelman plausibel. “Al kan het natuurlijk ook aan bijvoorbeeld de klimaatverandering of iets anders liggen. Meer onderzoek is nodig.”
Een half uur verstrijkt zonder dat een haan zich laat horen. Het broedseizoen lijkt echt voorbij. Het mechanisch sexy hennetje valt stil tot volgend voorjaar.
Lees ook:
Lijsters, spreeuwen, kwartels maar ook roofvogels: in Italië belanden ze allemaal op je bord
Lijsters, spreeuwen, kwartels maar ook roofvogels: ze zijn hun leven niet zeker in Italië. Culinaire tradities en stroperij gaan daarbij hand in hand. Op nachtelijke expeditie met twee vogelbeschermers.
‘Flik me dit’ riep de kwartel in het Oekraïense veld
Op de achtergrond van een verslaggever lag een vleugel in een Oekraïense akker. De neergestorte MH-17. Op de achtergrond van het gepraat hoorde ik ineens duidelijk de pittige drieklank ‘tip, te dip’, ook wel ‘flik me dit’ genoemd, van een kwartel.