Milieu
Het is lastig, maar toch beter om alle milieuproblemen tegelijk te lijf gaan
Onderzoekers van de Universiteit Wageningen schetsen in een nieuwe studie hoe diverse milieu-doelen gehaald kunnen worden. ‘Er moet een schepje bovenop.’
Uit een nieuwe studie van de Wageningen Universiteit blijkt dat het lastig is om diverse doelen zoals reductie van stikstofuitstoot en verbetering van de waterkwaliteit in samenhang te realiseren. De wetenschappers gingen aan de slag met een aantal mogelijke maatregelen en onderzoeker landelijk gebied, Edo Gies, concludeert dat daarmee niet altijd het gewenste resultaat wordt bereikt: “We zijn nog te voorzichtig geweest.”
“De maatregelen hebben grote gevolgen voor hoe boeren in de toekomst kunnen en misschien wel moeten gaan werken. Toch hebben de maatregelen die wij als uitgangspunt namen soms te weinig effect en moet er een schepje bovenop”, zegt Gies.
Als vingeroefening maakte de Wageningen Universiteit een schets van de manier waarop de landbouw anders kan omgaan met de natuur. Het kabinet wil tot 2030 een scala aan verbeteringen tegelijkertijd realiseren zoals minder stikstof, minder uitstoot van broeikasgassen en een hogere waterkwaliteit. Het vroeg aan de wetenschap: hoe zou dat kunnen werken en hoe kan elke regio daaraan bijdragen?
De onderzoekers zetten de landelijke doelstellingen voor bijvoorbeeld stikstof, kooldioxide en water op een rij en koppelen daar maatregelen aan die al op tafel liggen bij het ministerie van landbouw of die door de onderzoekers zelf zijn vastgesteld om in ieder geval een uitgangspunt te hebben waarmee gerekend kan worden. De onderzoekers gaan uit van maatregelen zoals eitwitarmer voer voor koeien, meer weidegang, onbemeste bufferstroken, emissiearme stallen, verspreiding van mest op het land waarbij minder stikstof vrij komt, gemiddeld 20 procent minder vee, meer natuurgebieden en brede beekdalen.
Redelijk goed
De conclusie luidt dat de doelen in 2030 niet overal worden gehaald: “Gerichtere of zwaardere maatregelen dan toegepast in deze studie zijn daarvoor nodig.” Wat betreft reductie van emissies van stikstof en broeikasgassen gaat het redelijk goed volgens de onderzoekers, maar met name verbetering van de kwaliteit van het water lukt onvoldoende door hoge hoeveelheden mest die er in het verleden in terecht zijn gekomen. Op korte termijn is dat eventueel op te lossen met het weghalen van drainagebuizen zodat mest minder uitspoelt, zegt Gies. Ook het meer vastleggen van koolstof in de bodem om kooldioxide in de lucht te reduceren is lastig.
In een brief aan de Tweede Kamer verwijst minister Christianne van der Wal (natuur en stikstof) vrijdag naar de studie en schrijft: “Door gelijktijdig te werken aan biodiversiteitsherstel, reductie van broeikasgasuitstoot en waterkwaliteit maken we het Nederlandse landelijke gebied zo snel mogelijk klaar voor een economisch en ecologisch gezonde toekomst.”
“Het is behoorlijk ingewikkeld om diverse doelstelling tegelijk te realiseren”, zegt Gies. Heel veel studies en ook technische maatregelen zoals emissiearme stallen en emissiearm voer gaan uit van slechts één doelstelling, bijvoorbeeld minder stikstof. “Het is toch belangrijk om maatregelen in hun samenhang te zien. Anders gaat de overheid of een boer nu investeren in stikstofmaatregelen en komen er later maatregelen voor bijvoorbeeld het reduceren van broeikasgasemissies. Je kunt het beter in één keer aanpakken. Wij laten in deze studie zien hoe dat kan. De politiek moet keuzes maken.”
Lees ook:
Halvering stikstofuitstoot van de baan, maar boerenvlag kan niet uit
In het uiterst complexe stikstofdossier leek afgelopen jaren in ieder geval één doel duidelijk: in 2030 moet de totale uitstoot zijn gehalveerd. Dat klopt niet, blijkt nu.