Hoogveen, er is weinig van over in Nederland en de restanten staan zwaar onder druk. Maar herstel is mogelijk en nodig, laten ecologen zien in een nieuw vuistdik boek.
“Je kunt het je bijna niet voorstellen, maar op deze plek lag een laag hoogveen tot tweeënhalve meter boven dit pad”, zegt landschapsecoloog André Jansen, staand aan de rand van het Aamsveen bij Enschede. “Na de laatste ijstijd is de veenontwikkeling hier begonnen en vanaf 4000 voor Christus groeide het hoogveen de hoogte in. Dat is grotendeels afgegraven, maar onder onze voeten ligt nog eens drie meter veen.” Jansen, die de redactie voerde over het nieuwe standaardwerk ‘Hoogvenen’, praat vol enthousiasme over het natuurtype dat ooit grote delen van Oost- en Noord-Nederland bedekte. “Het hoogveen is een extreme omgeving.
Het ontstaat wanneer de vegetatie zo hoog gegroeid is, dat er alleen nog invloed is van regenwater. Daardoor is het van nature heel voedselarm. Er is alleen veel water, maar het is er zuur, en verder is echt alles schaars. Dus er komen soorten voor die als enige daar uit de voeten kunnen en ook alleen maar daar.”
Zijn fascinatie voor hoogvenen begon al in zijn jeugd. “Ik fietste met mijn vriendje gerust 50 kilometer naar het Korenburgerveen en het Wooldse veen”, zegt Jansen. Dit werd tijdens zijn biologiestudie verder aangewakkerd door de man met wie hij nu dit boek heeft gemaakt, de Groningse hoogleraar Ab Grootjans. In zijn latere werk zijn hoogvenen een rode draad geweest en ook in zijn huidige baan bij Stichting Bargerveen adviseert hij geregeld over hoogveenherstel. Nu brengt hij met Grootjans alle kennis uit onderzoek en herstelprojecten samen. Plus een beschrijving van vrijwel alle hoogveengebieden in Nederland.
Een bijzondere overgang
Jansen wil daarvan niet voor niets juist het Aamsveen, een grensoverschrijdend gebied met Duitsland, laten zien. “Het is een van de weinige gebieden in Nederland waar herstel van een compleet hoogveenlandschap mogelijk is”, stelt Jansen. “Al onze hoogvenen zijn eigenlijk restanten van wat ooit een compleet hoogveenlandschap was met verschillende overgangszones. Het ziet er van oorsprong uit als een horlogeglas. Het is een afgeplatte bult die bovenop nagenoeg vlak is en aan de randen iets gaat hellen. Het hoogste deel is gek genoeg het natst. Naar buiten toe bestaat het veen uit slenken en bulten, die samen heel geleidelijk precies genoeg water doorlaten. Verder naar de rand wordt de helling steiler en kom je langzaam in die overgangszone.” Het bijzondere aan het Aamsveen is dat er naast het echte hoogveengedeelte ook een overgangszone is naar de minerale gronden van de stuwwal bij Enschede. “Die zone noem je een lagg, een Zweedse term”, legt Jansen uit. “Aan de ene kant heb je de invloed van het zure hoogveen, aan de andere kant het kalkrijke grondwater dat van onder het veen naar boven komt. Dat zorgt voor een heel bijzondere overgang met zowel planten die van zuur houden als planten die in basische milieus groeien, met alle dieren die daarbij horen.”
Echt enthousiast wordt Jansen in de kern van het hoogveengebied, op zo’n honderd meter van de landsgrens met Duitsland. “Er groeien hier wel tien soorten veenmos”, zegt Jansen. “Een van de bulten steekt wat hoger uit het veld naar boven. “Kijk, dat rode mos is hoogveenmos. Dat is een soort die alleen van regenwater leeft, dus dit is nou echt een stukje levend hoogveen. Hier ontstaat gewoon weer actief hoogveen, fantastisch”, zegt Jansen enthousiast. “Lange tijd was het Bargerveen de enige plek in Nederland waar nog actief hoogveen was, maar sinds er in de jaren negentig maatregelen zijn genomen om water vast te houden, is het hier ook weer aan het ontstaan.”
Heischraal grasland
Op een drassig veldje verderop wijst Jansen tussen de grassen naar wat uitgebloeide bloemen. De eerdergenoemde lagg mag dan nog aanwezig zijn, hij blijkt wel van karakter veranderd. “Je ziet hier blauwe knoop, klokjesgentiaan, blauwe zegge, allemaal soorten van het blauwgrasland. Een deel is zelfs heischraal grasland geworden. Allemaal waardevolle begroeiing, maar niet het kalkmoeras dat er van oorsprong voorkwam.” De overgangszone ontvangt nu vooral veel zuur regenwater. De beheerders dachten dat dat zure water vanuit het hoogveen toestroomde, het hoogveen leek daarmee dus een bedreiging voor heischrale graslanden. Maar de oplossing is juist verder herstel van het hoogveen, weet Jansen. “Als het hoogveen herstelt, wordt het regenwater daar vastgehouden, en komt er een enorme druk op het water in de ondergrond te staan. Het water in de ondergrond was oorspronkelijk regenwater. Door contact met kalk in de ondergrond wordt het kalkrijk en door de druk naar de zijkant geperst. Daardoor komt het in de lagg naar boven. Herstel van het hoogveen zorgt dus juist voor herstel van de overgangszone.”
In de huidige discussie over stikstof gaan stemmen op om sommige van die hoogveenrestanten, zoals het Wierdense veld, de Natura 2000-status te ontnemen. Vergelijkbare geluiden doen de ronde over het Aamsveen, weet Jansen. “Er wordt gezegd ‘ach, dat is toch geen echt hoogveen meer’, maar dat is absoluut niet waar. Als je water vasthoudt, zie je al dat het gewoon nog leeft en er actief hoogveen ontstaat. Dit gebied heeft echt potentie om een compleet hoogveenlandschap te laten herstellen. Dat is in het Wierdense Veld ook mogelijk, maar dan moet er wel, naast vermindering van stikstof, eindelijk iets aan de waterhuishouding rondom het gebied gebeuren. Daar is veel weerstand tegen, maar om dan te zeggen dat het gebied geen potentie meer heeft, dat is niet waar.”
CO2-uitstoot voorkomen
Een extra reden om hoogveenrestanten te behouden en ontwikkelen van nieuw hoogveen te stimuleren is CO2. “Er ligt hier een enorme massa organisch materiaal waarin ooit CO2 is vastgelegd”, zegt Jansen. “Die koolstof is in 5500 jaar geleidelijk vastgelegd en het komt niet opnieuw in de kringloop, zoals bij hout. We moeten die koolstof dus ook echt proberen vast te houden. Ontwatering van het Nederlandse veen, hoog- en laagveen, stoot momenteel evenveel CO2 uit als een kolencentrale. Dat kunnen we stoppen door onze veengebieden te vernatten, en het liefst dus ook nieuw actief hoogveen te laten ontstaan, waardoor er opnieuw CO2 wordt vastgelegd.”
André Jansen en Ab Grootjans
Hoogvenen
Uitgeverij Noordboek
392 bladzijden, € 49,90.
Lees ook:
Het Bargerveen is eindelijk klimaatbestendig
Natuurgebied Bargerveen in het oosten van het land is jarig: vijftig jaar geleden kocht Staatsbosbeheer het aan. Decennialang worstelde het veen hier met de waterstand, maar nu lijkt het klimaatbestendig.
Omhoog met nieuw levend veen
Landschap Noord-Holland haalde vier jaar geleden de bovenlaag van vier hectare zwaar bemest grasland af en strooide er snippertjes veenmos op. Nu groeien er orchideeën en zonnedauw.