VN-akkoord

‘Het echte werk begint nu pas, na het afsluiten van het oceaanverdrag’

Ingevroren tonijnen op de vismarkt in Tokio. Het nieuwe VN-akkoord over de bescherming van de oceanen zal weinig veranderen aan een groot deel van de industriële visserij. Beeld AFP
Ingevroren tonijnen op de vismarkt in Tokio. Het nieuwe VN-akkoord over de bescherming van de oceanen zal weinig veranderen aan een groot deel van de industriële visserij.Beeld AFP

Na een bejubeld akkoord over de bescherming van de oceanen dat afgelopen weekeind in New York werd bereikt, begint nu een nog lastigere klus: het ratificeren en implementeren van het verdrag.

Rob Buiter

Het leven in twee derde van de oceanen moet beter worden beschermd. Dat was de uitkomst van het bereikte VN-akkoord afgelopen weekend over de gebieden die buiten de exclusieve economische zone van kuststaten vallen. De ‘volle zee’ en de ‘internationale zeebodem’ dus. Daar varen vooral vissersboten van zes landen: China, Taiwan, Japan, Indonesië, Spanje en Zuid-Korea. Zij maken voor 80 procent de dienst uit in deze internationale wateren.

Er varen jaarlijks enkele duizenden schepen op de oceaan. Vissen vangen daar is gek genoeg niet winstgevend. Meer dan de helft van de visserij daar wordt zwaar gesubsidieerd door de regeringen. Uit een studie uit 2016 gepubliceerd in het vakblad Science Advances blijkt dat er op de internationale wateren ook veel uitbuiting van arbeidskrachten plaatsvindt, en dat de opbrengst van de vangsten vaak niet correct worden opgegeven.

Er zijn geen regels voor vissen op de open oceaan, mede een reden dat de nieuwe afspraken dit weekend over meer natuurbescherming juichend werden ontvangen. Ook Erik Molenaar van het Nederlands instituut voor het recht van de zee (Nilos) van de Universiteit Utrecht was opgetogen toen hij hoorde van het bereikte akkoord. “Maar zeker niet zo enthousiast als maatschappelijke organisaties als Greenpeace of het Wereld Natuur Fonds”, voegt hij daaraan toe.

null Beeld

“De natuurbeschermers geven vooral hoog op over de 30 procent van de internationale wateren die in 2030 beschermd moeten zijn, maar eigenlijk was dat in het biodiversiteitsverdrag van afgelopen december in Montreal al afgesproken”, aldus Molenaar. Toch voegen de nieuwe afspraken wel iets toe. “Behalve over beschermde zeegebieden, gaat dit verdrag bijvoorbeeld ook over de verplichting om milieueffectrapportages op te stellen. En het gaat over het beschermen van al het leven in de zeeën.”

Er zijn nu al veel mondiale en regionale verdragen over scheepvaart, visserij of diepzeemijnbouw. In de Internationale Commissie voor de instandhouding van tonijn in de Atlantische Oceaan (ICCAT) bijvoorbeeld, maken 52 landen afspraken over de visserij op en de bescherming van tonijn in de Atlantische Oceaan. “Die verdragen gaan nu niet ineens overboord. Sterker nog, in een speciaal artikel in dit nieuwe verdrag is afgesproken dat bestaande afspraken niet mogen worden ondermijnd door dit nieuwe akkoord.”

Molenaar: “De komende jaren zal dus heel goed worden gekeken hoe het nieuwe verdrag al dan niet aansluit op de al bestaande afspraken. Ik verwacht daar nog wel een strijd tussen de landen die vooral regionaal al afspraken hebben gemaakt en de landen die straks dit nieuwe verdrag ratificeren. De nieuwe beschermde gebieden zullen in eerste instantie dus vooral in de delen van de oceanen komen waar nog geen regionale afspraken zijn gemaakt.”

Veel visserij juist in de economische zones

Een groot deel van de industriële visserij wordt volgens Molenaar niet door dit akkoord voorkomen. “Voor de kust van West-Afrika vindt de overgrote meerderheid van die problematische visserij plaats in de exclusieve economische zones van kuststaten, die bijvoorbeeld Chinese of Russische fabrieksschepen toegang geven tot hun wateren. Daar verandert dit akkoord helemaal niets aan.”

null Beeld

Wanneer vissersschepen van landen die geen partij zijn van het nieuwe verdrag in de toekomst in de te beschermen gebieden op volle zee komen, is er geen ‘internationale waterpolitie’ die ze daarvoor kan bekeuren. “Net als in de bestaande regionale verdragen, kunnen landen die zich niet aan de afspraken houden wel uit havens worden geweerd.”

Zeker zestig landen moeten ratificeren

“Juridisch gezien is het niet mogelijk om landen tegen hun wil te verbieden om op volle zee te vissen. Maar de landen die het verdrag straks ratificeren zijn vervolgens ook niet verplicht om schepen onder de vlag van die landen in hun havens of hun wateren toe te laten. Die zetten zo’n land dan op een lijst met illegale vissersschepen en spreken vervolgens sancties af.”

Van de 193 landen van de VN moeten tenminste 60 landen het verdrag de komende jaren ratificeren, voor het in werking treedt. Molenaar ziet daar gelukkig geen grote beren op de weg. “Europa was een groot voorstander van dit verdrag, dus als de 27 lidstaten van de EU dit allemaal ratificeren ben je al bijna halverwege.”

Lees ook:

‘Grenzeloze walvissen’ moeten bij de VN oceaanverdrag over walvissnelwegen afdwingen

Veel walvissen komen om door ‘staande’ vissersnetten en aanvaringen met schepen. Nu hun belangrijkste trekroutes in kaart zijn gebracht, hoopt het WWF bij de VN te kunnen lobbyen voor meer bescherming.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden