Klimaatbos
Het CO2-compensatiebos van Shell: brandstichting en ruzie met de lokale bevolking
Het Indonesische klimaatbos van Shell komt in het nauw door landbouwers en palmolieplantages die er vuurtjes stoken. Omwonenden zitten helemaal niet te wachten op een CO2-compensatiebos.
Verkoolde veengrond en boomstompen, om de zoveel meter zelfgemaakte houten bordjes erin geplaatst met namen van dorpelingen. Zo omschrijft de Indonesische onderzoeksjournalist Aqwam Fiazmi Hanifan van mediaplatform Narasi de zuidgrens van reservaat Katingan Mentaya op Kalimantan, Borneo. Het is het bosproject waarin Shell investeert om de CO2-uitstoot van klanten te compenseren, dit in ruil voor een cent extra per liter aan de pomp.
Hanifan vertelt over zijn bevindingen vanachter een laptop in het centrum van Jakarta. Hij is net terug van een bezoek aan het Shell-bosproject met collega-journalist Gabriel Wahyu Titiyoga van tijdschrift Tempo. Ze wilden poolshoogte nemen, nadat satellietbeelden van Nasa in september en oktober brandplekken in het reservaat lieten zien. De ontwikkelaars van het Shell-project, Engelse investeerder Permian Global en het Indonesische bedrijf Rimba Makmur Utama, erkennen dat het bos in brand heeft gestaan. Daarbij is naar schatting 2000 hectare in vlammen opgegaan. Het natuurgebied is in totaal 160.000 hectare groot, zo groot als de provincie Utrecht.
Naambordjes
Een deel van het bos wordt geclaimd door de Dayak-gemeenschap, zo blijkt bijvoorbeeld uit het bord bij de entree van het reservaat: ‘Dit gebied wordt gecontroleerd door de Dayak-stam’. Hanifan: “In het bos stuiten we op tientallen landbouwpercelen, elk met een eigen houten naambordje van leden van de stam.”
Dat is verklaarbaar. Al in 2014 belooft de gouverneur van Centraal-Kalimantan elke Dayak-familie vijf hectare landbouwgrond. De locatie hiervan is dan nog niet duidelijk. Tijdens de provinciale verkiezingen, twee jaar geleden, belooft een lokale politicus hun hetzelfde. De brieven en documenten waar dit op staat, gebruikt de Dayak-gemeenschap om het toegezegde land op te eisen. Het gebied is waarschijnlijk aangestoken om er vruchtbare landbouwgrond van te maken, naast het vuur dat is overgeslagen van aangrenzende akkers. Hanifan: “Elke maandag gaan ze naar hun akkers om daar groenten en rijst te verbouwen, zo bevestigt ons de lokale Dayak-leider Bahrudin. Maar juridisch hebben zij geen poot om op te staan.”
Volgens het Indonesische ministerie van bosbouw heeft het reservaat een officiële beheerder: het Indonesische bedrijf Rimba Makmur Utama. Dat zou de boeren dus van hun land mogen verdrijven, maar dat doet het niet. “Het reservaat wil liever de vrede bewaren en kiest voor samenwerking met de lokale bevolking”, stelt desgevraagd de eigenaar van het reservaat Dharsono Hartono.
Zo kreeg elk dorp rondom het bos 80 tot 200 miljoen roepia, tussen de vijf- en tienduizend euro, aangeboden per jaar. In ruil daarvoor zouden dorpelingen trainingen krijgen om het omringende land te bewerken zonder vuur of chemicaliën. Omwonenden uit vier westelijk gelegen dorpen weigerden. “Ze vonden het bedrag te laag”, zegt Hanifan.
Daar komt bij dat de dorpelingen menen dat ze nooit goed geïnformeerd zijn over de grenzen van het Shell-reservaat, dat in het zuidoosten grenst aan palmolieplantages. Daarop wordt grond ontgonnen door die in brand te steken, vuur dat gemakkelijk overslaat, bevestigt ook de Britse projectontwikkelaar van het Shell-bos Permian Global. De palmolie-industrie is een grote veroorzaker van tropische ontbossing, wat veel CO2-uitstoot oplevert. Indonesië is mede hierom de vierde grootste uitstoter van broeikasgassen ter wereld.
Kwetsbare droge grond
Hanifan: “Van alle kanten staat het gebied dus onder druk.” Om brand te voorkomen zijn er wel uitkijktorens, waterputten en brandslangen tegen ondergrondse veenbrand, zegt managing partner Gerry Elias van Permian Global. Vanuit Londen worden er ook satellietbeelden in de gaten gehouden. De risico’s zijn en blijven groot, beaamt Elias: “De droge veengrond in en rond het bos is kwetsbaar voor vuur, dat zich daar snel kan verspreiden.”
Op de grond moet de eerder genoemde landbouwcursus voorkomen dat omwonenden hun akkers in brand zetten. In de drogere seizoenen staan een paar honderd dorpelingen het vaste brandweerteam van vijftig man bij. Elias: “Zij zijn omgeschoold tot brandweerman en uitgerust met maskers en schoenen met stalen neuzen.” De meesten zijn boer en krijgen voor hun neventaak als brandwacht zes euro en drie maaltijden per dag.
“Zelfs nadat we zo ons best hebben gedaan, heeft brand het bos geraakt”, erkent eigenaar van het reservaat Hartono. Journalist Hanifan betwijfelt dan ook of de inspanningen wel genoeg zijn. “Het reservaat doet zijn best het bos in de gaten te houden”, zegt hij. “Maar met een aangrenzende palmoliegigant, de politieke cultuur in het land en een lokale gemeenschap die niet zit te wachten op een klimaatbos, is dit een haast onmogelijke opgave.”
Wat is CO2-compensatie?
Wie tankt bij Shell kan zijn autorit ‘compenseren’. Shell investeert daartoe in bosprojecten in onder andere Indonesië. Een methode die ook andere grote ondernemingen toepassen, bijvoorbeeld in de luchtvaart. Bij bosprojecten worden bomen geplant of behouden, zoals in het Shell-bos. Een boom neemt in vijftig jaar groei ongeveer een ton CO2 op. Bosbehoud voorkomt daarnaast houtkap, waarbij de gevangen CO2 weer vrij zou komen in de atmosfeer.
Werkt deze aanpak wel?
Ja, zeggen de voorstanders die erop wijzen dat bomen met hun groei CO2 vastleggen. Maar, brengen tegenstanders hier tegenin, bomen groeien niet snel genoeg. Ze hebben decennia aan groei nodig om de CO2-uitstoot van een vliegreis te compenseren. Per saldo schiet je hier dus weinig mee op. Ook bosbehoud staat bij hen ter discussie. Die bomen stonden er immers al en nemen, eenmaal volgroeid, nog maar weinig CO2 op. En het risico op houtkap of brand volledig uitsluiten, is moeilijk.
Wie controleert dit systeem?
Projecten moeten zich registreren bij een keurmerk, zoals bijvoorbeeld Verra, een van de grootste in de branche. Het bosproject maakt daarbij ook een schatting van zijn CO2-winst, het keurmerk zet dit om naar verhandelbare certificaten (‘credits’). Critici stellen dat daarbij projecten regelmatig hun CO2 -winst overschatten, wat dus te veel certificaten oplevert. Keurmerken weerspreken dit; onafhankelijke controleurs moeten instemmen met de toekenning van certificaten.
En als het bos afbrandt?
Brand en houtkap is bij bosprojecten onmogelijk uit te sluiten. Per saldo wordt daarmee het CO2-gehalte in de atmosfeer groter. Dat proberen de keurmerken te ondervangen door altijd een deel van de toegekende certificaten achter de hand te houden. Zelfs als het hele bos afbrandt, is deze reserve groot genoeg om de brandschade op te vangen, zegt de woordvoerder van keurmerk Verra. Maar er is bij bosbranden nog altijd meer koolstof uitgestoten dan gecompenseerd, zeggen critici.
Is CO2-compensatie de oplossing voor klimaatverandering?
Nee, vinden ook de voorstanders. CO2-compensatie is voor hen slechts een deel van de oplossing. Bedrijven en overheden moeten in de eerste plaats hun emissies terugdringen. Daarom ook zien tegenstanders van CO2-compensatie dit systeem als een vorm van moderne aflaat. Het verplicht immers geen bedrijf of overheid om écht in actie te komen, ook omdat wereldwijd handel in CO2-certificaten mogelijk is.
Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met het platform voor onderzoeksjournalistiek Investico.
Lees ook:
‘Stop vernietiging bossen met Europese wet’
Europa moet ontbossing in de Amazone en andere gebieden wereldwijd tegengaan met een nieuwe wet en Nederland moet zich daarvoor inzetten.
Palmolie: een geschenk van God of een misdaad tegen de menselijkheid?
Bioloog Erik Meijaard (52) kent de bedreigde orang-oetans van Kalimantan en de problemen van de palmolie-industrie uit eerste hand. Toch wijst hij een boycot van palmolie af. Die lost namelijk niets op.